aanstoten

Nederlands

Uitspraak

Geluid: aanstoten (hulp, bestand)
IPA: / 'anˌstotə(n) /

Woordafbreking

aan·sto·ten

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van aan vz en stoten ww

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
aanstoten	stiet aan stootte aan	aangestoten
klasse 7 zwak -t gemengd	volledig

Werkwoord

aanstoten [1]

stoten tegen
klinken

Afgeleide begrippen

aanstootgevend, aanstootster, aanstotelijk, aanstoting

Zelfstandig naamwoord

aanstoten mv

meervoud van het zelfstandig naamwoord aanstoot

Vertalingen

1. stoten tegen

Duits: anstoßen ^(de)
Engels: bump against ^(en), strike up against ^(en)

Spaans: chocarse con ^(es)

2. klinken

Engels: clink ^(en) (glasses)

Spaans: chocar ^(es), tintinear ^(es)

Gangbaarheid

Het woord aanstoten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanstoten' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.