aanstaren
Nederlands
Woordafbreking
- aan·sta·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en staren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanstaren |
staarde aan |
aangestaard |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanstaren
- overgankelijk langdurig aankijken
- Een man met een baard tegenover me zat me strak aan te staren; ik deed of ik het niet merkte.
- Dat wil zeggen... Albert had veel naar Cécile gekeken en na een tijdje had ze, omdat ze de hele tijd maar werd aangestaard, natuurlijk ontdekt dat hij bestond en op haar beurt naar hem gekeken. [1]
Vertalingen
1. langdurig aankijken
Gangbaarheid
- Het woord aanstaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanstaren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.