aanschouwelijk
Nederlands
Woordafbreking
- aan·schou·we·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanschouwen met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanschouwelijk | aanschouwelijker | aanschouwelijkst |
verbogen | aanschouwelijke | aanschouwelijkere | aanschouwelijkste |
partitief | aanschouwelijks | aanschouwelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
en
Bijwoord
aanschouwelijk
- helder voorgesteld.
- (onderwijs) onderwijs waarbij de leerlingen aanschouwen.
Gangbaarheid
- Het woord aanschouwelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanschouwelijk' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.