aannamen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aannamen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanɑmə(n)/
Woordafbreking
  • aan·na·men

Zelfstandig naamwoord

aannamen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aanname
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
aannemen

aannamen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aannemen
    • ...dat wij aannamen. 
    • ...dat jullie aannamen. 
    • ...dat zij aannamen. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.