aanmerking

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmerking    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanˌmɛrkɪŋ/
Woordafbreking
  • aan·mer·king
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van aanmerken met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord aanmerking aanmerkingen
verkleinwoord aanmerkinkje aanmerkinkjes

Zelfstandig naamwoord

aanmerking v

  1. het aanmerken
  2. een afkeurende opmerking
    • De leraar had altijd aanmerkingen op het werk van zijn leerlingen. 
Uitdrukkingen en gezegden

Aanmerking maken op.

  • Bezwaar maken tegen.

In aanmerking komen.

  • Geschikt geacht worden.

In aanmerking nemen.

  • Rekening houden met.
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Gangbaarheid

  • Het woord aanmerking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.