aanmerken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmerken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanˌmɛrkə(n)/
Woordafbreking
  • aan·mer·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanmerken
merkte aan
aangemerkt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanmerken

  1. aanmerken als: beschouwen
    • Hij werd ten onrechte als hoofdverdachte aangemerkt. 
  1. afkeuren

Gangbaarheid

  • Het woord aanmerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.