aanloopprobleem
Nederlands
Woordafbreking
- aan·loop·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanloop zn en probleem zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanloopprobleem | aanloopproblemen |
verkleinwoord | aanloopprobleempje | aanloopprobleempjes |
Zelfstandig naamwoord
aanloopprobleem o
- een moeilijkheid die er is bij het beginnen van iets nieuws maar die verdwijnt als men meer ervaring krijgt
- „De afgelopen twee jaar kampten we met aanloopproblemen en een storing in de software, nu flitsen we weer op volle kracht”, zegt Egbert-Jan van Hasselt, verantwoordelijk voor verkeersveiligheid bij de Nationale Politie in het AD.[1]
- De woordvoerder stelt dat het gebeuren van zondag om een incident gaat. „Wij hadden eerst aanloopproblemen, maar die zijn nu voorbij.”[2]
Gangbaarheid
- Het woord aanloopprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- de Telegraaf 13 nov. 2017
- de Telegraaf 31 jul. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.