aangeefster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·geef·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aangeefster aangeefsters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

aangeefster v

  1. (juridisch) (beroep) vrouwelijke vorm van aangever

Gangbaarheid

  • Het woord aangeefster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.