aangapen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangapen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'aŋˌɣapə(n)/
Woordafbreking
  • aan·ga·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aangapen
gaapte aan
aangegaapt
zwak -t volledig

Werkwoord

aangapen

  1. dom en nieuwsgierig aanstaren
    • De actrice vind het vervelend als onbekenden haar blijven aangapen. 
  1. (figuurlijk) dreigend aanstaren van levenloze, openstaande dingen
    • Het lege graf gaapte ons aan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aangapen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.