aanblijven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanblijven    (hulp, bestand)
  • IPA: /'amˌblɛivə(n)/
Woordafbreking
  • aan·blij·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanblijven
bleef aan
aangebleven
klasse 1 volledig

Werkwoord

(scheidbaar)
aanblijven

  1. ergatief in dezelfde functie blijven
    • Nadat het schandaal bekend werd kon de directeur niet langer aanblijven. 
  1. ergatief blijven branden
    • Het vuur bleef tot diep in de nacht aan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanblijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.