WK
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: WK (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ʋe.ˈka/
- (Vlaanderen, Brabant): /β̞e.ˈka/
- (Limburg): /we.ˈka/
Woordafbreking
- WK
Woordherkomst en -opbouw
- Afkorting van wereldkampioenschap.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | WK | WK's |
verkleinwoord | WK'tje | WK'tjes |
Zelfstandig naamwoord
WK o
- (initiaalwoord), (afkorting) (sport) een kampioenschap waarin de besten van de wereld het tegen elkaar opnemen
- Het WK voetbal van 2010 werd gewonnen door Spanje.
Afgeleide begrippen
- WK voetbal, WK-loting, WK-wedstrijd
Vertalingen
1. een kampioenschap waarin de besten van de wereld het tegen elkaar opnemen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.