Schwein

Ein Schwein.

Duits
Uitspraak
  • IPA: /ʃvaɪ̯n/
Woordafbreking
  • Schwein

Zelfstandig naamwoord

Schwein o

  1. (dierkunde) (veeteelt) varken
  1. «Hast du die Schweine schon gefüttert?»
    Heb jij de varkens al gevoerd?
Verbuiging
enkelvoud meervoud
nominatief das Schweindie Schweine
genitief des Schweins
des Schweines		der Schweine
datief dem Schwein
dem Schweine		den Schweinen
accusatief das Schweindie Schweine
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.