Oudnoors
Nederlands
Woordafbreking
- Oud·noors
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oud bn "uit een vroegere tijd afkomstig" en Noors zn , volgens spellingregel 16.I met hoofdletter en zonder koppelteken geschreven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Oudnoors | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Oudnoors o
- (taal) het Noors zoals van de 11e tot de 14e eeuw werd gesproken en dat de voorloper was van het Middelnoors en vervolgens het Nieuwnoors (Nynorsk)
- Er zijn geschriften in het Oudnoors gevonden.
Vertalingen
1. een taal die de voorloper van het Noors was
Gangbaarheid
- Het woord Oudnoors staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Afrikaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.