XII SS Korps

Het XII SS-Legerkorps (Duits: XII. SS-Armeekorps) was een Duits legerkorps van de Waffen-SS tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het korps was slechts in naam een SS-legerkorps, want het voerde nooit het bevel over een eenheid van de Waffen-SS.

XII SS Korps
Oprichting1 augustus 1944
Ontbinding16 april 1945
Land Nazi-Duitsland
Krijgsmacht-
onderdeel
Waffen-SS
Onderdeel vanWehrmacht
TypeLegerkorps
VeldslagenTweede Wereldoorlog
Commandantenzie commandanten

Krijgsgeschiedenis XII SS-Legerkorps

Op 1 augustus 1944 werd het korps opgericht in Breslau uit de restanten van het 53e Legerkorps, dat tijdens operatie Bagration in de slag van Vitebsk was vernietigd, en Kampfgruppe von Gottberg. De Kampfgruppe was een samenraapsel van SS- politie-eenheden, die zich met de strijd tegen partizanen hadden beziggehouden in Wit-Rusland. Het was de bedoeling dat het korps zou worden ingezet als deel van het 3de pantserleger om de bres in de Duitse linies tussen legergroep Centrum en legergroep Noord op te vullen. Eind augustus 1944 werd het korps naar Litouwen verplaatst en het kreeg de beschikking over de 7de pantserdivisie en de 548ste grenadiersdivisie.

Nog voordat het XII SS-legerkorps volledig operationeel was, stortte het Duitse front in Normandië ineen. Het hoofdkwartier van het korps werd overgebracht naar het Westelijke front, waar het een deel van het 1ste Parachutistenleger vormde. Het was de bedoeling dat het korps de rechterflank zou vormen en SS-Obergruppenführer von Gottberg vestigde zich in Dordrecht. Er waren echter geen gevechtstroepen beschikbaar, dus zijn hoofdkwartier fungeerde als een reserve. Na operatie Market Garden werd het korps naar het oosten van de corridor verplaatst. Het XII SS-legerkorps kreeg de opdracht de aanvallen van het II SS-Pantserkorps op de geallieerde troepen tussen Arnhem en Eindhoven te ondersteunen. Hiervoor kreeg het de beschikking over de 363ste volksgrenadierdivisie, maar deze divisie zou pas midden oktober aan het front verschijnen. Ondertussen was het duidelijk geworden dat SS-Obergruppenführer von Gottberg niet in staat was om het korps te leiden. Generaal Student verving hem. SS-Obergruppenführer Demelhuber kreeg tijdelijk het commando en daarna nam generaal Blumentritt, een generaal van de Wehrmacht, het bevel over.

Op 17 oktober 1944 werd het korps verplaatst naar het zuiden en het nam een deel van de frontsector over van het 81ste korps. Op 23 oktober 1944 begon het Duitse opperbevel met een herschikking van de legers aan het Westelijke front als voorbereiding op het Ardennenoffensief. Vanuit Lotharingen werd het hoofdkwartier van het 5de pantserleger overgebracht naar een positie ten noorden van Aken. Het leger werd tussen het 1ste parachutistenleger en het 7de leger geschoven. Voor de verdediging van de sector van de Maas tot Aken kreeg het leger de beschikking over het XII SS-legerkorps en het 81ste legerkorps. Het pantserleger begon met de aanleg van een verdedigingslinie, die zich uitstrekt van de Maas tot aan de Roerdammen. Gedurende drie weken werkten de soldaten, leden van de Organisatie Todt, burgers en leden van de Hitlerjugend aan een linie, bestaande uit mijnenvelden, anti-tankgrachten, loopgraven, bunkers, machinegeweernesten en versterkte geschutsopstellingen.

Als voorbereiding voor het offensief in de Ardennen werd in de tweede week van november 1944 het hoofdkwartier van het 5de pantserleger verplaatst naar het zuiden. In het diepste geheim kwam het hoofdkwartier van het 15de leger vanuit Nederland en het kreeg de verantwoordelijkheid over de sector tussen Aken en de Maas. Het XII SS-legerkorps, bestaande uit twee divisies, vormde de noordelijke vleugel van het leger en het verdedigde een sector met een lengte van 35 kilometer tussen de Maas tot aan Loverich. De 176ste infanteriedivisie, bestaande uit 5000 manschappen, bevond zich tussen de Maas en Hatterath. De 183ste grenadiersdivisie met een sterkte van 8000 soldaten bevond zich in de vallei van de Wurm, waarbij de verdediging zich voornamelijk rond Geilenkirchen concentreerde. Generaal Blumentritt verwachte een aanval door de Wurm vallei naar het noorden en hij plaatste zijn reserve ten noorden van Geilenkirchen. Deze reserve werd gevormd door het 301ste Tankbataljon, bestaande uit 31 Tijgertanks, en het 559ste Gemechaniseerde Bataljon, bestaande uit 21 StuG III’s.

Voor de geallieerden hun opmars naar de Roer konden hervatten, moesten ze de uitstulping rond Geilenkirchen vernietigen. Op 18 november 1944 begon het Britse 30ste korps met operatie Clipper. De 84ste Amerikaanse infanteriedivisie viel de Duitse stellingen ten oosten van de stad aan. Tanks voorzien van een vlegel creëerden een doorgang door de mijnenvelden. De Amerikanen veroverden enkele bunkers en tegen de avond hadden ze de heuvels ten oosten van de stad stevig in handen. Meer naar het westen had de 43ste Britse infanteriedivisie nog minder tegenstand ontmoet. Gesteund door zware Churchill tanks vernietigde de infanterie de Duitse bunkers en sloeg een bres in de Duitse verdediging. Rond middernacht bereikten de Britten Tripsrath en was Geilenkirchen bijna omsingeld. De volgende dag wierp generaal Blumentritt zijn reserves in de strijd. De Duitse tanks vielen Prummern aan. Het kwam tot hevige gevechten, maar de Amerikanen sloegen de aanval af. Geilenkrichen viel op 19 november in geallieerde handen, maar de stad was grotendeels verlaten door de verdedigers. Door de hevige tegenstand was de geallieerde opmars door de Würm vallei vertraagd. De Duitse grenadiers verdedigden hardnekkig hun posities. Op 20 november veroverden de geallieerden Suggerath. De regen hielp de Duitse verdedigers en op 22 november annuleerden de geallieerden hun offensief in de vallei. Ze verplaatsen hun aanval naar de sector van het 81ste korps.

Begin januari 1945 verdedigde het korps, nog steeds bestaande uit twee volksgrenadiersdivisies, de frontsector tussen Roermond en Linnich. Na de Duitse nederlaag in het Ardennenoffensief besloten de geallieerden de Duitse troepen over de Rijn terug te drijven. Het Britse 12de korps kreeg de opdracht om de zogenaamde Roermond driehoek te zuiveren. Eén pantserdivisie en twee infanteriedivisies vielen op 14 januari 1945 de stellingen van het XII SS-legerkorps aan. Op 27 januari 1945 trokken de Duitsers zich terug. Op 8 februari 1945 bliezen de Duitsers de Roerdammen op en het water begon te stijgen, waardoor de geallieerde opmars tot stilstand kwam. Gedurende twee weken was het niet mogelijk om de rivier over te steken. Hitler gaf echter geen toestemming om zich terug te trekken.

Het XII SS-legerkorps vormde de noordelijke vleugel van het 15de leger. De twee volksgrenadiersdivisies werden versterkt met de Panzer Lehrdivisie en de 338ste infanteriedivisie, maar beide divisie hadden nauwelijks de sterkte van een regiment. Tijdens operatie Grenade stak het Amerikaanse 9de leger de Roer over en het Duitse front ten westen van de Rijn stortte ineen. Nadat de geallieerden de Rijn hadden overgestoken, werd het XII SS-legerkorps samen met de rest van Legergroep B omsingeld en het capituleerde op 16 april 1945.

Commandanten[1]

Rang Naam Begin Eind
SS-Obergruppenführer en generaal der Waffen-SS en Politie Matthias Kleinheisterkamp 1 augustus 1944 6 augustus 1944
SS-Obergruppenführer en generaal der Waffen-SS en Politie Curt von Gottberg 6 augustus 1944 18 oktober 1944
SS-Obergruppenführer en generaal der Waffen-SS en Politie Karl-Maria Demelhuber 18 oktober 1944 20 oktober 1944
Generaal der Infanterie Günther Blumentritt 20 oktober 1944 20 januari 1945
Luitenant-generaal Fritz Bayerlein 20 januari 1945 29 januari 1945
Majoor-generaal Eduard Crasemann 29 januari 1945 16 april 1945

Op 27 februari 1945 werd Eduard Crasemann tot luitenant-generaal bevorderd. Op 16 april 1945 gaf hij zich over aan de Britse troepen. Tijdens zijn gevangenschap werd hij op 20 april 1945 nog bevorderd tot generaal der Artillerie.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.