Roer (rivier)

De Roer (Duits: Rur, Frans: Roer) is een zijrivier van de Maas. Haar lengte bedraagt ongeveer 165 km, waarvan 21,5 km op Nederlands grondgebied. Het stroomgebied van de Roer meet 234.000 ha; dat is 7% van dat van het totale stroomgebied van de Maas. Het verval is 643 meter.

Roer
Lengte165 km
Hoogte (bron)660 m
Hoogte (monding)17 m
Verhang3.90 m/km
Debiet23 m³/s
Stroomgebied2 340 km²
BronHoge Venen
MondingRoermond
Stroomgebied van deMaas
Stroomt doorBelgië - Duitsland - Nederland
De Roer bij Lerop
Portaal    Geografie

Verloop

De Roer ontspringt op ongeveer 662 meter boven TAW in de Hoge Venen, nabij het hoogste punt van België, Botrange, op het grondgebied van Sourbrodt, een deelgemeente van Robertville, in de Waalse provincie Luik. Ze stroomt zuidwaarts en daarna oostwaarts en na 15 km over Belgische bodem over de Duitse grens en dan noordwaarts naar en door Monschau. Er voegen zich over die afstand veel beken bij de Roer, zodat ze een steeds groter debiet krijgt.

Veertig kilometer van de bron ligt in de rivier de Roerdaldam, de op een na grootste stuwdam van Duitsland. Het Roermeer (Rursee) dat daardoor is ontstaan, is een uitgestrekt stuwmeer. De Rursee is verbonden met allerlei andere stuwmeren stroomop- en -afwaarts langs de Rur. Deze negen grote stuwmeren kunnen per jaar 80 miljoen m³ drinkwater leveren aan de steden Aken, Düren, Heinsberg en omgeving. Na opnieuw veertig kilometer verlaat de rivier de Eifel en begint de middenloop, die voorbij de industriesteden Düren en Jülich (Gulik), overgaat in de benedenloop. De loop van de rivier is hier bepaald door de ligging van de Roerdalslenk, een tektonische structuur in de ondergrond. In dit laatste gedeelte mondt de grootste zijrivier van de Roer, de Worm, in de rivier uit.

Ter hoogte van Vlodrop bereikt de rivier Nederlands grondgebied. Ze meandert via Herkenbosch, Melick en Sint Odiliënberg naar het noordwesten en mondt bij Roermond via een kleine delta uit in de Maas (op 16,8 meter boven NAP). De delta bestond oorspronkelijk uit drie mondingen, waarvan er nog twee over zijn: de eigenlijke Roer en de Hambeek.

Economische en biologische betekenis

De naam Rur wordt al in 847 genoemd. De Roer telt in Duitsland negen stuwmeren, die verschillende functies hebben: drinkwatervoorziening, waterbeheersing, energieopwekking en recreatie.

Het Roerdal is het woongebied van ijsvogels, bevers en bijzondere libellen. Het Nederlandse gedeelte is (in tegenstelling tot het grootste deel van het Duitse) niet gekanaliseerd.

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was de Roer sterk vervuild door het spoelwater van de vele Duitse steenkoolmijnen. Er zwommen geen vissen, er was geen leven meer en het was gevaarlijk om in de Roer te zwemmen. Schuimvlokken overspoelden geregeld delen van de stad Roermond. Na de sluiting van de Duitse mijnen werd de rioolzuivering in Duitsland en Nederland sterk verbeterd. Ook werd de overstort uit het riool bij hevige regen opgevangen in bassins. Alleen de bodem is nog vervuild. Het water is nu zo schoon dat er forellen en meer dan 30 soorten vissen terug zijn. Na een afwezigheid van 125 jaar is in 2006 de zalm weer teruggekeerd in de Roer.

Zie ook

Zie de categorie Rur van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.