Witwassen

Witwassen is het uitvoeren van transacties teneinde de illegale oorsprong van geldsommen te maskeren. Het doel van witwassen is om illegaal verkregen vermogen te kunnen besteden of investeren zonder dat de illegale oorsprong bewezen kan worden. Zodoende kan voorkomen worden dat het geld door justitie of belastingdienst in beslag wordt genomen en kan men eveneens voorkomen dat justitie via het geld de dader van het misdrijf kan opsporen.

Witwassen is in vrijwel alle landen strafbaar als misdrijf. Wie zich hiermee bezighoudt riskeert strafvervolging, bestuursrechtelijke sancties en tuchtsancties. Witwassen is in Nederland meestal een zelfstandig delict. Door het zo moeilijk mogelijk te maken financiële voordelen uit criminele activiteiten te trekken, hoopt men criminaliteit zelf te ontmoedigen. Hierin bestaat een parallel met heling.

Hoewel het witgewassen vermogen uit enig strafbaar feit afkomstig moet zijn, hoeft het gronddelict niet bewezen te worden. Het gronddelict kan een criminele activiteit zijn zoals drugshandel, maar ook vermogen uit legale arbeid waarover geen aangifte bij de belastingdienst is gedaan (ook wel zwart geld genoemd) levert het delict witwassen op.

Herkomst van het geld

Het gaat om vermogensvoordelen afkomstig van criminele activiteiten zoals drugshandel, mensenhandel, diefstal, sociale en fiscale fraude.

In sommige landen is de lijst van zogenaamde basismisdrijven (misdrijven die een bestraffing wegens witwassen kunnen opleveren) beperkt tot een zeker aantal, in andere landen kunnen alle misdrijven aanleiding zijn tot een vervolging wegens witwassen.

Fasen

Over het algemeen wordt bij witwassen een drietal fasen onderkend:

  1. Plaatsing/inbreng: waarbij het vermogensvoordeel (meestal onder de vorm van contant geld) voor het eerst in het financiële systeem wordt gebracht. Dit is de riskantste fase waarbij de pakkans het grootst is.
  2. Versluiering/circulatie: waarbij een opeenvolging van soms complexe financiële transacties wordt uitgevoerd met als doel de oorsprong van het vermogen te verhullen.
  3. Integratie/investering: waarbij het vermogen in de bovenwereld wordt geïnvesteerd, bijvoorbeeld door investering in onroerend goed. In deze fase is het vrijwel onmogelijk om de criminele herkomst te traceren. Antiwitwasmaatregelen richten zich dan ook voornamelijk op de eerste twee fasen.

Methodes

Bij het witwassen wordt een scala van methodes toegepast.

Via het buitenland

Iemand die een fortuin heeft verdiend met drugshandel zou de volgende methode kunnen toepassen:

  • Hij richt een paar bedrijven op in een ver land met een gebrekkige controle en een vennootschap in het eigen land;
  • Het geld wordt gestort en overgemaakt naar dat bedrijf in het buitenland, dat het investeert in weer een ander bedrijf (dat ook eigendom is van dezelfde persoon of van een stroman);
  • Het eigen bedrijf leent het geld van het buitenlandse bedrijf en investeert het in gebouwen. De eigenaar kan nu gewoon winst maken met de opbrengst van de drugshandel, terwijl het voor de politie heel moeilijk is de herkomst van het geld te achterhalen;

Transacties die daarbij een rol spelen zijn:

  • Geld wisselen van de ene valuta naar de andere;
  • Moneytransfers - dat is een spoedzending van geld waarbij het contant wordt gestort en elders wordt opgenomen. Na het storten kan het geld soms al na een kwartier in het buitenlandse kantoor worden opgenomen;
  • Het gebruik van een katvanger. Deze persoon ontvangt geld op zijn bankrekening dat hij vervolgens moet overboeken of opnemen en afgeven. In ruil hiervoor ontvangt hij een commissie. Uiteraard loopt de katvanger een zeer groot risico op juridische problemen want de bankrekening staat op zijn naam dus de pakkans is bijna 100%. Katvangers kunnen ook gebruikt worden om als directeur of aandeelhouder op te treden;
  • Het gebruik van meerdere vennootschappen, trusts, stichtingen en andere rechtspersonen in verschillende landen, die onderling transacties aangaan.
  • Het gebruik van het hawalasysteem, een informeel overboeksysteem in het Midden-Oosten en Azië. Na een paar keer overboeken is het geld vrijwel niet meer te traceren. Ook professionele dienstverleners als Western Union en MoneyGram kunnen op deze wijze misbruikt worden.
  • Smurfen: het meerdere malen vervoeren of overboeken van kleinere hoeveelheden geld om zo onder de meldingsgrens te blijven.

Dergelijke transacties zijn te herkennen aan het feit dat ze niet te herleiden zijn tot een economisch doel, of omdat de kosten hier niet mee in verhouding staan.

Via de eigen vennootschap

Een andere methode om geld wit te wassen en die weinig als dusdanig (h)erkend wordt is het misbruik/gebruik van de rechtspersoon (vennootschap) zelf. De (boekhoudkundige) structuren van de vennootschap kunnen worden gebruikt om wit te wassen geld te injecteren:

  1. Via leningen toegestaan door aan de witwassers verwante bedrijven: dit is de loan-backmethode waarbij geld eerst via bijvoorbeeld fysiek transport naar een ander land (met minder strenge anti-witwasregels) wordt gebracht, waar het op een rekening van een andere vennootschap (gecontroleerd door de witwassers) geplaatst wordt. Deze vennootschap verstrekt de eerste vennootschap een lening die niet teruggevorderd wordt en later de benaming "achtergestelde lening" verkrijgt.
  2. Via het fictief verhogen van de omzet: in een vennootschap (bijvoorbeeld horeca- of marktbedrijven) waar contant geld als normaal betaalmiddel gebruikt wordt, wordt het wit te wassen geld ingebracht als normale omzet van een goed draaiend bedrijf. Dat over deze omzet belasting verschuldigd is, neemt men op de koop toe, gelet op het gemak waarmee kan worden witgewassen.
  3. Het injecteren van wit te wassen geld via de rekening-courant: is een variatie op de loan-backmethode maar hier wordt het wit te wassen geld rechtstreeks ingebracht via de rekening-courant van de zaakvoerder(s).

In de voorbeelden 1 en 3 moet vroeg of laat de zaak rechtgetrokken worden omdat deze lening of rekening-courant te zwaar doorweegt op de balans: naar de buitenwereld (via de gepubliceerde jaarrekening) geeft de vennootschap de indruk een (zeer) slechte betaler te zijn omdat de schulden (ogenschijnlijk) niet betaald worden. Meestal wordt overgegaan tot een kapitaalverhoging waarbij de "schuld" van de vennootschap aan de schuldeiser (meestal één der aandeelhouders) wordt omgezet in aandelen. Dergelijke kapitaalverhoging wordt (in België) beschouwd als "inbreng in natura" en maakt verplicht het voorwerp uit van een analyse door een bedrijfsrevisor. De kapitaalverhoging wordt vervolgens gepasseerd in een notariële akte en gepubliceerd.

Bij deze witwasmethoden ligt een grote verantwoordelijkheid bij professionals die betrokken zijn bij vennootschappen zoals revisoren, accountants en notarissen. Zij zijn verplicht vermoedens van witwassen te melden aan het centraal meldpunt (Financial Intelligence Unit - Nederland of Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) in België). Dit levert niet veel op, afgaande op het (geringe) aantal meldingen van revisoren en accountants in de jaarverslagen van de CFI.

Het witwassen via een fictieve verhoging van de omzet is veel moeilijker te detecteren: dit vereist bijna een permanente vergelijking van het aantal klanten met het opgegeven aantal verkopen. Bedrijfstakken die hiermee vaak in verband worden gebracht, zijn belwinkels, gokautomatenenhallen en (in Nederland) de legale prostitutie.

Casino

Een methode die soms wordt gebruikt om geld wit te wassen is het kopen en weer verzilveren van fiches in een casino. De bezitter van het geld verklaart dan dat hij het geld gewonnen heeft met gokken. Dit veronderstelt echter een verregaande naïviteit van de casino-uitbater of diens medeplichtigheid.

Zie ook het antiwitwasbeleid van Holland Casino.

Valse facturen

Ook kunnen valse facturen worden uitgeschreven. De ontvanger van het geld beweert daarvoor diensten of goederen te hebben geleverd, die in werkelijkheid nooit geleverd zijn.

Online witwassen

Digitaal en elektronisch geld kunnen ook online worden witgewassen. Hiervoor worden onder meer bitcoin en mixing services gebruikt, al dan niet in combinatie met bovenstaande witwasmethoden.[1] Dit gebeurt bijvoorbeeld regelmatig met de opbrengsten van ransomware.[2]

Financiering van terrorisme

Financiering van terrorisme wordt vaak in een adem genoemd met witwassen omdat de methode vrijwel identiek is.[3] Bij financiering van terrorisme wordt geld ingebracht in het financiële systeem en tracht men hiermee terroristische activiteiten te financieren zonder dat dit naar de oorspronkelijke eigenaars of inbrengers is terug te traceren. Ook hier kan men dezelfde fasen onderscheiden waarbij precies dezelfde methoden kunnen worden aangewend:

  1. Plaatsing/inbreng: financiële middelen worden verkregen op legale (inzameling voor charitatieve doeleinden) dan wel illegale (afpersing, diefstal) wijze, en ingebracht in het financiële systeem.
  2. Versluiering/circulatie: waarbij een opeenvolging van soms complexe financiële transacties wordt uitgevoerd met als doel de oorsprong (en uiteraard het uiteindelijke doel) van het vermogen te verhullen.
  3. Integratie: Het geld wordt aangewend ter financiering van terroristische activiteiten.

Wettelijke regelingen

In de jaren '80 kwam internationale aandacht voor het witwasprobleem naar aanleiding van het witwassen van geld via internationale transacties door drugsbaronnen. Dit leidde tot een aantal VN-verdragen. De terroristische aanslagen van 11 september 2001 leidden eveneens tot een verhoogde aandacht voor financiering van terrorisme, hoewel hier al sinds 1999 een verdrag voor bestond. Ook in EU-verband zijn richtlijnen en verordeningen tegen witwassen uitgevaardigd.

De verdragen noemden criminalisering van witwassen, hetgeen vrijwel alle landen hebben overgenomen in een of andere vorm. Ook is er een trend tot strengere regels; aanvankelijk was slechts opzettelijk witwassen strafbaar, anno 2015 wordt vooral van de goede trouw uitgegaan: wat wist men en wat behoorde men te weten. De eisen voor wat men behoort te weten worden bovendien met name voor professionele partijen steeds hoger opgeschroefd. Ook worden kleinere gevallen hard aangepakt.

Naast soevereine staten en de EU bestaan er ook organisaties die richtlijnen uitvaardigen, zoals de FATF en de Egmontgroep. Staten hebben internationale verdragen, standaarden en Europese wetgeving direct geïmplementeerd, of tot nationale wetgeving gemaakt. Daarnaast kan ook niet-formele wetgeving worden uitgevaardigd. Deze regels leggen organisaties de verplichting op normen te implementeren die witwassen tegengaan. Het niet invoeren, naleven of afdwingen van deze normen kan op zichzelf al een reden zijn tot het toepassen van sancties, ook wanneer niet daadwerkelijk witwasdelicten hebben plaatsgevonden. Een aantal van deze normen zijn:

  • Het toepassen van Customer Due Diligence (KYC), waarbij klanten en hun aandeelhouders (met name de uiteindelijk economisch belanghebbende) gescreend worden
  • Het categoriseren van klanten naar risico
  • Het niet accepteren van verdachte of te riskante aankomende klanten
  • Het op de hoogte blijven van zwarte lijsten en hun updates, en deze vergelijken met het klantenbestand en (prospect)klanten.
  • Het monitoren van klantgerelateerd risico
  • Medewerking met de overheid, zowel passief (op initiatief van de overheid) als actief (op eigen initiatief bij verdenking)
  • Het identificeren van PEPs (Politically Exposed Persons)
  • Een deugdelijk systeem om alle informatie op te slaan en bij te houden
  • Een interne compliance functie met aanvullende functies voor de interne auditor

Sancties en consequenties

Witwassen is in vrijwel alle landen strafbaar als misdrijf. Wie zich hiermee bezighoudt, of de antiwitwaswetgeving onvoldoende respecteert, riskeert sancties op verschillende niveaus:

  • De financiële regulator kan administratiefrechtelijke sancties opleggen aan professionele marktpartijen, bestaande uit geldboetes, voor instanties intrekking van de vergunning en voor natuurlijke personen een beroepsverbod.
  • Het openbaar ministerie kan een strafvervolging aanspannen. Strafrechtelijke sancties kunnen onder meer bestaan uit een geldboete, en voor natuurlijke personen bovendien gevangenisstraf of een taakstraf. Bovendien loopt men een aantekening op het strafblad op.
  • Wanneer een professionele marktpartij beroepshalve is aangesloten bij een beroepsvereniging, kan deze tuchtrechtelijke sancties opleggen, zoals een berisping, schorsing, of ontzetting uit het beroep.
  • De werkgever kan een werknemer een interne sanctie opleggen wanneer het witwassen in strijd met de regels van de organisatie is geschied. Men kan hier denken aan een waarschuwing, onbetaald verlof, schorsing, tijdelijke intrekking van privileges, demotie en ontslag.
  • Een partij die meent schade te hebben geleden door het witwassen kan een civiele schadevergoedingsprocedure starten.

Niet alleen witwassen zelf, maar ook bepaalde aanverwante handelingen kunnen leiden tot bovengenoemde sancties, zoals het niet implementeren van de door de wetgeving vereiste procedures of deze procedures niet naleven (ook als er nog geen daadwerkelijke witwaspraktijken hebben plaatsgevonden), of naar een klant lekken dat diens transactie als verdacht is aangemerkt ('tipping off').

België

In België is het witwassen van illegaal verworven vermogensvoordeel van alle misdrijven strafbaar volgens artikel 505, 1° lid 2-3-4 van het Strafwetboek.

In België moeten verdachte transacties gemeld worden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). Het juridisch kader is de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.

Een heleboel meldingsplichtigen (praktisch iedereen die op een professionele manier met geld bezig is) (art. 2 van de Wet van 11 januari 1993) moeten verdachte transacties of andere zaken waarvan vermoed wordt dat ze te maken hebben met witwassen melden aan de CFI. Bepaalde bankverrichtingen, waarvan de omvang of frequentie aanzienlijk zijn, worden bijna ambtshalve doorgegeven aan de CFI.

De CFI onderzoekt de melding en indien de verdachte transactie of handeling kan gelinkt worden aan een misdrijf dat of strafbare gedraging die omschreven staat in een beperkte lijst (art. 3 van de Wet van 11 januari 1993) wordt een rapport overgemaakt aan de procureur des Konings.

Sedert 1 september 2007 geldt dat meldingsplichtigen (art. 2, 2bis en 2ter van de Wet van 11.1.1993), in die gevallen waarvan vermoed wordt dat het gaat om vermogensvoordelen afkomstig van fiscale fraude, enkel nog moeten melden indien het gaat om ernstige en georganiseerde fiscale fraude. Een apart Koninklijk Besluit heeft bepaald welke criteria deze fraude heeft. Indien één van deze criteria in een transactie gebruikt wordt moet de CFI ingelicht worden. Indien de meldingsplichtige meldt, geldt voor hem/haar een verschoningsgrond.

Nieuwe regelingen die witwassen in België moeten tegengaan zijn onder andere het voorschrift dat een transactie waarbij een handelaar betrokken is niet in contanten mag worden uitgevoerd wanneer het bedrag van de transactie gelijk of meer is dan € 15.000. In dat geval moet de transactie via girale weg verlopen. Deze beperking zal ook in EU verband gaan gelden.

Vanaf 2008 bestaan er geen effecten aan toonder meer zodat de werkelijke eigenaar steeds bekend zal zijn.

Ingevolge het Koninklijk Besluit (KB) van 5 oktober 2006 geldt vanaf 15 juni 2007 in België een "aangifteplicht". Dit houdt in dat het "grensoverschrijdend vervoer van liquide middelen ter waarde van € 10.000 of meer" op verzoek van de bevoegde autoriteiten dient te worden aangegeven. Deze aangifteplicht geldt voor liquide middelen die vervoerd worden tussen België en een lidstaat van de Europese Gemeenschap of tussen deze lidstaat en België op de persoon, in de bagage of aan boord van een vervoermiddel hetzij op enige andere manier. Alle politiediensten en de douane zijn bevoegd om deze maatregel te controleren. Indien er aanwijzingen zijn dat het gaat om mogelijk witwassen of financiering van illegale activiteiten (lees financiering van terrorisme) worden de liquide middelen in bewaring genomen gedurende maximaal 14 kalenderdagen onverminderd de mogelijkheid tot (voorlopige) inbeslagname door de gerechtelijke autoriteiten.

Dit KB is de Belgische implementatie van de EG-verordening 1889/2005 betreffende de controle van liquide middelen: ingevolge de strengere anti-witwasmaatregelen (voornamelijk in het Westen) is het voor witwassende criminelen moeilijker geworden om geld rechtstreeks te "injecteren" in het financieel stelsel. Daarom wordt er terecht van uitgegaan dat zij andere wegen en/of manieren zoeken om hun constante stroom van crimineel verworven geld wit te wassen of op een andere manier te gebruiken. Eén van deze wegen is het fysiek vervoer van geld ( = liquide middelen) om het van een streng(er) gecontroleerd land te verplaatsen naar een land waar er minder anti-witwasmaatregelen zijn. Via de aangifteplicht, die in de ganse Europese Gemeenschap van kracht is/zal worden, wordt getracht het de criminelen moeilijker te maken om zo geld wit te wassen.

Nederland

Witwassen is in Nederland strafbaar gesteld in artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

Er is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, de Wet Financieel Toezicht en de Wet Economische Delicten. Hierin is geregeld dat bepaalde beroepsgroepen en branches ongebruikelijke transacties moeten melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU). Bij in gebreke blijven zijn ze zelfs strafbaar.

De FIU beoordeelt of een ongebruikelijke transactie 'verdacht' verklaard kan worden. Slechts dan kan een transactie pas ter beschikking komen van opsporingsdiensten als politie, FIOD, Koninklijke Marechaussee en overige Bijzondere Opsporingsdiensten.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.