Walther Hewel
Walther Hewel (Keulen, 2 januari 1904 - Berlijn, 2 mei 1945) was een SS-Brigadeführer en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken in Nazi-Duitsland.
Walther Hewel
| ||||
Walther Hewel (1940) | ||||
Geboren | 2 januari 1904 Keulen | |||
Overleden | 2 mei 1945 Berlijn | |||
Land/zijde | ||||
Onderdeel | SS NSDAP | |||
Dienstjaren | 1923-1945 | |||
Rang | ||||
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog: | |||
|
Hewel groeide op in Keulen als zoon van een fabrikant. Hij bezocht het gymnasium en haalde hier in 1923 zijn Abitur. Vervolgens ging hij naar de Technische Hogeschool München.
Hewel was op 9 november 1923 als vaandeldrager van de Stoßtrupp Adolf Hitler een van de deelnemers aan de Bierkellerputsch van Adolf Hitler. Net als Hitler werd Hewel veroordeeld en gevangengezet in de gevangenis van Landsberg. Op 30 december 1924 kreeg hij gratie.
In 1925 ging hij als volontair werken bij een handelsonderneming in Hamburg. In 1926 ging hij voor de Britse onderneming Anglo-Dutch Plantations of Java Limited naar Nederlands Indië. Hier was Hewel ook werkzaam voor de buitenlandse organisatie van de NSDAP, de NSDAP/AO, die lokale afdelingen kreeg in Batavia, Bandoeng, Semarang en Soerabaja op Java, in Medan en Padang op Sumatra en in Makassar op Celebes.[1] In 1936 keerde hij terug naar Duitsland.
In februari 1938 werd Hewel chef van de persoonlijke staf van de minister van Buitenlandse zaken, Joachim von Ribbentrop en was verbindingsambtenaar tussen Buitenlandse zaken en de Führer en Rijkskanselier, Hitler. Hij bleef tot het einde van de oorlog in nauw contact staan met Hitler en was ook op 1 mei 1945 nog in de Führerbunker. Na de dood van Hitler probeerde hij met een groep onder leiding van SS-Brigadeführer Wilhelm Mohnke te vluchten om uit handen van het Rode Leger te blijven. Deze vluchtpoging mislukte, waarop Hewel op 2 mei zelfmoord pleegde.
Bronnen, noten en/of referenties
|
20 april: | Hermann Göring · Heinrich Himmler |
21 april: | Robert Ley · Karl-Jesko von Puttkamer |
22 april: | Karl Gebhardt · Julius Schaub · Christa Schroeder · Johanna Wolf · Eckhard Christian |
23 april: | Albert Bormann · Theodor Morell · Hugo Blaschke · Joachim von Ribbentrop · Albert Speer |
24 april: | Walter Frentz |
28 april: | Robert Ritter von Greim · Hanna Reitsch · Walter Wagner |
29 april: | Bernd Freytag von Loringhoven · Gerhard Boldt · Rudolf Weiss · Wilhelm Zander · Heinz Lorenz · Willy Johannmeyer |
30 april: | Nicolaus von Below |
1 mei: | Wilhelm Mohnke · Traudl Junge · Gerda Christian · Constanze Manziarly · Else Krüger · Otto Günsche · Walther Hewel · Ernst-Günther Schenck · Hans-Erich Voss · Johann Rattenhuber · Peter Högl · Werner Naumann · Martin Bormann · Heinz Linge · Erich Kempka · Heinrich Doose · Hans Baur · Georg Betz · Ludwig Stumpfegger · Artur Axmann · Günther Schwägermann · Ewald Lindloff · Hans Reisser · Armin D. Lehmann · Josef Ochs · Heinz Krüger · Werner Schwiedel · Gerhard Schach · Hans Fritzsche |
2 mei: | Helmuth Weidling · Hans Refior · Theodor von Dufving · Siegfried Knappe · Rochus Misch |
Nog steeds aanwezig op 2 mei: | Erna Flegel · Werner Haase · Helmut Kunz · Fritz Tornow · Johannes Hentschel · Liselotte Chervinska |
Pleegde zelfmoord: | Alwin-Broder Albrecht · Ernst-Robert Grawitz · Adolf Hitler · Eva Braun · Joseph Goebbels · Magda Goebbels · Wilhelm Burgdorf · Hans Krebs · Franz Schädle |
Geëxecuteerd: | Hermann Fegelein |
Vermoord: | kinderen van Goebbels · Blondi |
Onbekend: | Heinrich Müller |