Strijkkwartet nr. 15 (Beethoven)

Het Strijkkwartet Nr. 15 in a klein is een vijfdelige compositie voor strijkkwartet van Ludwig van Beethoven. Het werd geschreven in 1825. Het is het tweede van drie door prins Golitsyn bestelde kwartetten.

Strijkkwartet Nr. 15 (Beethoven)
Karikatuur van Beethoven door J.P. Lyser
ComponistLudwig van Beethoven
Soort compositieStrijkkwartet
Toonsoorta mineur
Opusnummeropus 132
Compositiedatummaart-juli 1825
Première6 november 1825
Opgedragen aanVorst Nicolaus von Galitzin
Duurca. 40 min.
Portaal    Klassieke muziek

Ontstaan

Dit strijkkwartet heeft een verwarrend hoog volg- en opusnummer. Het is direct na het kwartet nr. 12 in Es opus 127 gecomponeerd en gaat vooraf aan het kwartet nr. 13 in Bes opus 130 en het kwartet nr. 14 in cis opus 131. De strijkkwartetten nr. 15, nr. 13 en nr. 14 zijn thematisch met elkaar en de Große Fuge verwant, ze worden wel aangeduid als de ABC-kwartetten naar de toonsoort van hun openingsdelen: a, B(es)(Duits B) en c(is).

Tijdens het componeren werd Beethoven in april 1825 ernstig ziek, waardoor hij meerdere weken niet kon werken. Dit weerspiegelt zich in het derde deel (Heiliger Dankgesang eines Genesenden), wat niet betekent dat het hier om programmamuziek gaat. De Finale schijnt ooit voor de 9e symfonie bedoeld te zijn.

Delen

  • I Assai sostenuto-Allegro ca. 9¼ min
  • II Allegro ma non tanto ca. 8¼ min
  • III Canzona di ringraziamento (Heiliger Dankgesang eines Genesenden an die Gottheit, in der lydischen Tonart: Molto Adagio ca. 15 min
  • IV Alla marcia, assai Vivace ca. 2 min
  • V Allegro appassionato ca. 6¼ min

Toelichting

  1. Assai sostenuto-Allegro Canonisch wordt in de langzame opening het motto aangeheven. Met name dit grondthema draagt dit deel naar een lang coda.
  2. Allegro ma non tanto Eerder een mild menuet met trio, dan een scherzo. Het trio is een musette: een melodie in de viool met doedelzakachtige begeleiding.
  3. Heiliger Dankgesang Een koraalachtige melodie met een ook door de lydische toonaard bijna sacrale muziek. Afgewisseld met een (aanduiding: “Neue Kraft fühlend”) andante met rijk gefigureerde vioolmelodie. Dit leidt tot variaties, met aanduidingen als “Molto Adagio” en “Mit innigster Empfindung”.
  4. 4e en 5e deel Het vierde deel heeft een markant marsthema, dat na een snelle solo cadens van de viool overgaat in het slotdeel in ¾ maat, dat opent met een thema met een stuwend appassionata-karakter. Dit deel was eerst mogelijk bedoeld als de finale van de 9e symfonie. Imposant wordt teruggrijpend op al het thematisch materiaal en met velerlei contrast naar een stralend coda voortgestuwd.

Betekenis

Bij de première had dit werk minder succes dan het tegelijk uitgevoerde Pianotrio opus 97. Het werk verscheen postuum in druk (dus na het later gecomponeerde opus 130 en Opus 131, hoewel het al in september 1825 aan de uitgever Schlesinger was verkocht.

Motief

Openingsmotief van de eerste van de 3 ABC kwartetten

Het openingsmotief in de eerste maten van het Assai Sostenuto is met zijn motief van 4 noten de kiemcel van de compositie: 4 noten beginnend en eindigend met een kleine secunde. Dit is hetzelfde motief waarmee de Große Fuge begint en dat ook in opus 131 wordt geciteerd. Uit deze kiemcel vloeien quasi improvisatorisch, maar feitelijk er hecht mee verbonden, alle andere thema's en gedachten voort.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.