Soemba

Het droge en bergachtige eiland Soemba of Sumba behoort tot de Kleine Soenda-eilanden van Indonesië. Het werd in de koloniale tijd door de Nederlanders ook wel Sandelhouteiland genoemd. Het meet 210 km bij 40 km en heeft een oppervlakte van 11.052 km².[1][2]

Soemba
Eiland van Indonesië
Locatie
LandIndonesië
EilandengroepKleine Soenda-eilanden
ProvincieOost-Nusa Tenggara
LocatieIndische Oceaan
Coördinaten9°40'ZB, 120°0'OL
Algemeen
Oppervlakte11.052 km²
Inwoners (2010)685.186
HoofdplaatsWaingapu
Lengte210 km
Breedte40 km
Hoogste puntPalindi Wanggameti (1225 m)
Detailkaart
Soemba maakt deel uit van de Kleine Soenda-eilanden
Soemba bestaat uit de regentschappen Oost-Soemba , West-Soemba , Centraal-Soemba en Zuidwest-Soemba.
Bosbranden op Soemba en Flores. Foto: NASA

Soemba ligt in de Indische Oceaan, oostelijk van Java en ten zuiden van Flores, op een afstand van ongeveer 400 km van Bali. Het is een betrekkelijk geïsoleerd eiland zonder duidelijke economische perspectieven. Het staat op de vierde plaats gerangschikt op de lijst van de armste gebieden van Indonesië. Cultureel gezien is het echter een van de rijkste eilanden, omdat de traditie (adat) nog een grote rol speelt. Het is een van de laatste gebieden op aarde waar het animisme volop aanwezig is.

Geografie

Het eiland ligt op een niet meer actieve vulkanische gordel die gevormd wordt door de eilanden Soemba, Savoe, Roti en Timor.

  • Van oost naar west loopt langs de noordkust een vlakke strook, die bijna overal onvruchtbaar, droog en steenachtig is. In het oosten is de strook breed en naar het westen toe smaller. Bij kaap Sasar in het noorden loopt het gebergte echter tot aan de kust.
  • In het westen bij Kodi bestaat het eiland uit een brede kustvlakte.
  • Al het overige is bergland met een hoogvlakte van gemiddeld 400 tot 500 meter hoog. De hoogste berg is de top van de uitgebrande vulkaan, de Wangga Meti (1225 m.)
  • Het geheel is een land van kalkheuvels en kalkplateaus, behalve aan de zuidkust waar vulkanisch gesteente de kalkrotsen heeft doorbroken en zwaar begroeide bergen zich verheffen. Hoe verder naar het westen hoe minder woest het gebied wordt.
  • Vlaktes zijn er alleen bij Lewa, Anakalang en Waikaboebak.
  • De gehele zuidkust is steil, het gebergte komt tot vlak aan zee. Slechts een enkele rivier doorbreekt de bergruggen en vormt dan een brede vruchtbare vlakte (Lamboja en Wanokaka).
  • De meeste plaatsen op Soemba zijn inmiddels met elkaar verbonden door asfaltwegen. Het reizen op het eiland duurt lang gezien het bergachtige karakter en de soms slechte staat waarin het wegdek verkeert.

Bestuurlijke indeling

Soemba is onderdeel van de provincie Oost-Nusa Tenggara en bestaat uit vier regentschappen:

  • West-Soemba (Sumba Barat), 737.42 km², 111.023 inwoners (2010) met Waikabubak als administratieve hoofdstad en
  • Oost-Soemba (Sumba Timur), 7.000,50 km², 227.835 inwoners (2010) met Waingapu als hoofdstad.
  • Centraal-Soemba (Sumba Tengah), 1.869,18 km², 62.510 inwoners (2010) met Waibakul als hoofdstad.
  • Zuidwest-Soemba (Sumba Barat Daya), 1.445,32 km², 283.818 inwoners (2010) met Tambolaka als hoofdstad.

NB: De laatste twee regentschappen zijn in 2007 afgesplitst van de eerste twee.

Steden en dorpen

Verkeer en vervoer

  • Vliegverbinding: Kupang (Timor) - Waikabubak (Luchthaven Tambolaka)
    • Bij Waingapu ligt het vliegveld Mau Hau. Vanuit Denpasar op Bali zijn er twee vluchten per week door Pelita Air en één vlucht per week door Merpati Airlines. Een enkele reis kost ongeveer 700.000 rp (ongeveer € 60)
  • Bootverbinding: Ende (Flores) - Waingapu en Sumbawa Besar - Waingapu
  • De belangrijkste plaatsen zijn met elkaar verbonden door asfaltwegen. Het reizen duurt lang gezien de soms slechte onderhoudstoestand van het wegdek, maar ook door het bergachtige karakter van het terrein. De rest van het eiland is, zelfs te paard, moeilijk toegankelijk.

Flora en Fauna

De rat Rattus argentiventer saturnus is endemisch evenals de vleermuizen Acerodon mackloti, Pteropus alecto en Dobsonia peronii. Veel land is bedekt met het harde Japans bloedgras (Alang-Alang). Op het eiland zijn fossielen van een Stegadont aangetroffen.
Overzicht flora en fauna op Soemba van World Wildlife Fund (Engels)

Bevolking

Demografie

  • Aantal bewoners in 2011: 800.000[3] (2010: 685.186, 2000: 600.000, 1990: 450.000)
  • Bevolkingsgroepen: De "oer-Soembanees" wordt volgens H.J.T. Bijlmer gekarakteriseerd door de Maleise (proto-Maleise of oer-Maleise) elementen, terwijl er weinig Melanesische inslag is. Hij meent dat de gehele Soembaneze bevolking uit één groep bestaat. Keers spreekt van een vermenging tussen Negrito's en Proto-Maleiers. Op Oost-Soemba onderscheidt hij twee groepen: de Oost-Soembanees (die ook, voor een deel met anderen vermengd, voorkomt op West-Soemba) en de "Sabunees". Met deze laatste bevolkingsgroep doelt hij niet op de Savoenese immigranten die vanaf de achttiende eeuw naar Soemba kwamen, maar op de oorspronkelijke bevolking die eerst naar Soemba kwam en later deels verder trok naar het eiland Savoe. Op Soemba vermengde deze groep zich met de oorspronkelijke bewoners; zij noemen zich nu zelf Soembanezen. Tegenwoordig wonen er op Soemba onder meer de volgende (grotere) bevolkingsgroepen: Soembanezen, Savoenezen (immigranten van het eiland Savoe) en Endenezen (uit de stad Ende op Flores).
  • Bevolkingsdichtheid: West-Soemba is dichter bevolkt dan het meer bergachtige Oost-Soemba. De gemiddelde bevolkingsdichtheid is 54,8/km².

Religies

  • Meer dan de helft van de bevolking hangt het christendom aan. Geschatte aantal inwoners in het jaar 2000 in totaal 600.000. In 1961 telde de Geredja Kristen Sumba ruim 45.000 zielen en de Gereja Katolik Sumba 23.000 zielen. Daarna is het gegroeid tot ongeveer 400.000. Er zijn nu ook een aantal kleinere kerkgenootschappen. De Zending op Soemba begon al in 1872. De zendingsactiviteiten bestonden uit onderwijs, landbouwtraining, medisch zorg en kerkstichting.
  • Verder zijn er Moslims en Hindoes. Men leeft vreedzaam met en naast elkaar.
  • aanhangers van het oorspronkelijke geloof de Marapu-godsdienst, een Animistische religie. 'Marapu' betekent: 'de zeer verhevene', 'de zeer vereerde'. De marapu zijn de voorouders tot wie men bidt als bemiddelaar tussen de mens en de schepper-god, die boven de voorouders staat. Deze laatste maakte de eerste mensen en wordt nooit rechtstreeks aangesproken. In de stamdorpen zijn er speciale adat-huizen voor de eredienst en in elk huis is altijd een plaats voor aanbidding. De marapu-religie wordt in het zich als Islamitisch beschouwende Indonesië (nog) niet erkend als officiële godsdienst.

Taal

Indonesisch is tegenwoordig de officiële taal zoals het Maleis dat was in de tijd van de Nederlands-Indië. Het zijn deze talen die worden gebruikt door bestuur en indertijd door de zending.

De oorspronkelijke talen van Soemba behoren tot de Bima-Soembatalen. Het eiland kent hiervan bovendien meerdere dialecten. Onderling verstaat men elkaar soms niet of nauwelijks. De talen 1, 2, 4, 5, 6 en 7 zijn enigszins verwant.

Talen van Soemba
  1. Laura (10.000 sprekers)
  2. Mamboru (16.000 sprekers)
  3. Kodisch (40.000 sprekers)
  4. Wanukaka (10.000 sprekers)
  5. Lambojaas (25.000 sprekers)
  6. Wadjewaas (65.000 sprekers)
  7. Anakalangu (14.000 sprekers)
  8. Soembanees (234.000 sprekers)
  9. Savoenees (20.000 sprekers op Soemba)

Behalve het Savoenees, worden deze talen alleen op Soemba gesproken.

Middelen van bestaan

De "Sandalwood" is een exportproduct

Door het lang durende droge seizoen en de korte regenperiode is er vaak slechts één oogst per jaar mogelijk. Het basisvoedsel bestaat voornamelijk uit producten van de droge landbouw zoals tapioca, yam en maïs. Voedselhulp wordt al meerdere jaren door de Indonesische staat verstrekt. De meerderheid van de bewoners leeft onder de armoedegrens.

  • Oost-Soemba krijgt gemiddeld slechts 800 mm regen per jaar en is erg droog. Men leeft er o.a. van de verkoop van Karbouwen, vis, maïs en producten van de lontarpalm. Ook zijn de op Oost-Soemba gefokte Sandelhoutpaarden bekend. (Rond 1900 werden er al zo'n 2000 paarden per jaar geëxporteerd naar Java). Ook nu nog worden ze geëxporteerd naar andere eilanden als trekpaard voor rijtuigen. Ze staan bekend om hun uithoudingsvermogen en taaiheid, mogelijk ontstaan door het eten van het veel voorkomende scherpe gras (alang alang) op Soemba.
  • West-Soemba is vruchtbaarder door de jaarlijkse neerslag van ongeveer 2250 mm en produceert kapok, pinangnoten en tabak.
  • In het westen en rond de rivieren en bronnen verbouwt men ook (rijst).
  • Aan de kust is visserij en handel.
  • In 2001 is 87% van de bevolking van West-Soemba werkzaam in de landbouw die 61% van het bruto binnenlands product beslaat.
  • Van het BBP van in totaal 482 miljoen rupiah per jaar heeft 42% betrekking op de voedselproduktie. Dit laatste cijfer is echter niet adequaat aangezien een aanzienlijk deel van het voedsel geproduceerd wordt voor eigen gebruik of wordt geruild voor andere goederen of diensten. Deze voedselproduktie blijft daarbij buiten de officiële cijfers.
Kust bij Kodi (Oost-Soemba)

Geschiedenis

Oorsprong van de naam Soemba

Soemba is de naam die door de bewoners zelf aan hun land is gegeven. De overlevering zegt hiervan dat een der eerste stamvaders Oemboe Waloe Mandokoe, een vrouw had met de naam Hoemba. Oemboe, die in een prauw aankwam noemde het eiland naar zijn vrouw Hoemba.*

Oorlogen

Onder invloed van het onherbergzame gebied, de geïsoleerdheid van de dorpen, de onverstaanbaarheid van elkaars talen en het animistische geloof waren er tot aan de twintigste eeuw nog vele interne oorlogen en oorlogjes tussen de verschillende koninkrijkjes, dorpen en bevolkingsgroepen.

  • De oude oorlogen worden elk jaar herdacht tijdens het Pasola festival. In 1992 liep dat uit de hand toen er verschillende doden vielen en een groot aantal huizen afbrandde tijdens een wel erg realistische herdenking.

De vroegste geschiedenis

Tussen de 3e en de 5e eeuw werd Soemba al bewoond. Men heeft bij Melolo wapens en metalen gereedschappen gevonden uit die periode. Het eiland was totaal geïsoleerd totdat in de 11e eeuw Arabische handelaren het eiland bezochten.

De eerste machthebbers

  • In de tweede helft van de veertiende eeuw stond Soemba onder controle van de Majapahit dynastie van Java nadat de in Indonesië nu nog steeds beroemde militair leider Gajah Mada het eiland veroverd had.
  • Daarna stond men onder invloed van de Bima op Soembawa en later van de Gowa op Celebes.

De Europeanen

Het eiland werd voor het eerst door Europeanen bezocht in 1522.

  • Het eiland was indertijd bekend om zijn sandelhout. Dit hout komt nu nog slechts zeer beperkt voor en de export is al sinds 1914 verboden. Tot de ontdekking van de penicilline was sandelhout het enige middel tegen geslachtsziekten en daardoor erg kostbaar. Het werd in grote hoeveelheden geëxporteerd naar Europa, de Arabische landen en China.
  • Ook was er handel in hout, paarden, betelnoten, fruit en ikat.

Eerste contacten met Nederland

  • De eerste contacten met Nederland stammen uit 1754 toen de Nederlandse regering een brief gericht "aan haar getrouwe vrienden en bondgenoten, de Koningen en regenten op Soemba, haar toewenschende voorspoed en een gelukkige en vreedzame regering over hare onderdanen". Men bedankte tevens voor het ontvangen geschenk, bestaande uit twee slaven, een man en een vrouw.
  • Op 9 juni 1756 wordt in Kupang door de VOC-gezant Johannes Andreas Paravicini een verdrag afgesloten met plaatselijke vorsten en regenten van de eilanden Timor, Roti, Solor en Soemba waardoor het Nederlandse gouvernement de soevereiniteit over deze eilanden verkrijgt.
  • Rond 1838 kent Soemba een geschiedenis van zeeroverij, strandroof en slavenhandel. De Nederlandse regering wenste geen gewelddadig optreden (zoals vanuit Timor werd gevraagd), maar meer een "politiek van vriendschappelijke relatie".

Het Nederlands gezag wordt gevestigd

COLLECTIE TROPENMUSEUM Hoofden uit Soemba met een Nederlandse Regeringsbeambte
  • Op 31 augustus 1866 kregen de Nederlanders de controle over het eiland en aanvaardde de Controleur Roos het bestuur over het eiland. De gedragslijn daarbij was dat men de bevolking liet onder het bestuur van haar eigen hoofden (radjas). Rechtstreekse inmenging van het bestuur mocht niet plaatshebben. Men mocht wel raadgevend optreden en aanwijzingen geven wat nuttig en heilzaam was, maar nooit bevelen. De reden daarvan was dat Nederland de macht miste om gehoorzaamheid af te dwingen.
  • Pas onder Van Heutz in 1906 werd het eiland "gepacificeerd" dat wil zeggen bezet door Nederlandse militairen en nam de macht van de Radja's af. In 1913 kon het militair gezag vervangen worden door civiel gezag. Een controleur nam het gezag op zich, enige jaren later vervangen door een assistent-resident.
  • De invloed van het bestuur was alleen te merken in de toegankelijke gebieden. Nog in 1909 werd Giles de Neve, broer van de Nederlandse voetballer Eddy de Neve door Soembanese kannibalen gedood en opgegeten. Het grootste gedeelte van het eiland was ontoegankelijk en behield veel van de oorspronkelijke cultuur. Het eiland werd verdeeld in districten en onderdistricten die veelal onder lokaal bestuur werden geplaatst. De indeling viel vaak min of meer samen met de taalkundige grenzen. Pas in 1933 was het zo rustig dat men de militairen kon vervangen door gewone politie.

Na de Tweede Wereldoorlog

Na het uitroepen van de Indonesische staat nam het centrale gezag van Indonesië in 1950 het eiland over. Alhoewel de macht van de lokale radja's en hun familieleden door Jakarta niet werd erkend kregen velen toch een functie in het nieuwe bestel en behielden daarmee (althans een deel van) hun machtige positie die zij altijd hadden gehad.

Ontwikkeling

Zoals gezegd heeft Soemba niet veel economische perspectieven. Het staat op de vierde plaats gerangschikt op de lijst van de armste gebieden van Indonesië. Tot de oorzaken behoren droogte en de onvruchtbare grond, met name in Oost-Soemba. In 1990 kwam een stuwdam in de Melolorivier tot stand en kon vanaf 1991 vruchtbare grond verdeeld worden onder arme Soembanezen. In 1995 en 1996 gebeurde hetzelfde na de bouw van een dam in de grote Kambanirurivier.

  • Net als de overheid werkt de Gereja Kristen Sumba met steun van Kerk in Actie en ICCO mee aan de ontwikkeling van de bevolking. Het ziekenhuis Lindimara in Pajeti is bijv. opgebouwd met steun vanuit o.a. Nederlandse kerken. Gerard Onvlee was er zendingsarts van 1957 tot 1970. De meeste basisscholen en middelbare scholen zijn opgericht door de kerken. Bapak Japie Palekahelu is een van de mensen geweest die leiding gaf aan de opbouw van het onderwijs. In de periode van 1920 - 2000 zijn er honderden basisscholen en tientallen middelbare scholen gesticht. In 2011 is er zelfs een begin gemaakt met een universiteit. In Lewa kan men rechten en economie studeren. Met steun van de universiteit in Salatiga op Java. Op landbouwgebied is er jarenlang een trainingscentrum in Lewa geweest. Sinds 1999 is Yayasan Sejahtera Sumba actief met steun van Kerk in Actie en ICCO. Boeren krijgen advies en trainingen, leren nieuwe gewassen kennen of worden gestimuleerd om boomstekjes te planten. Dat laatste levert de boeren na 10 jaar verkoopbare boomstammen op. Bapak Made, Petrus en Jonas geven leiding aan de YSS
  • In 2007 werd in de Verenigde Staten de Sumba Foundation opgericht met als doelstelling de malaria op Soemba te bestrijden. In 2007 overleed 20% van de kinderen of liep hersenschade op voor het tiende levensjaar als gevolg van malaria.[4]
  • In 2008 besloot Quantum, een Australisch bedrijf, om 250 miljoen dollar te investeren in de aanleg van 100.000 hectare cassavevelden en een bio-ethanolfabriek met een geplande productie van 100.000 ton bio-ethanol per jaar. Met het project is werkgelegenheid gemoeid voor 60.000 lokale boeren.[5]
  • In 2011 is door Hivos het initiatief 'Soemba, iconic eiland' gestart. In samenwerking met overheden en bedrijfsleven is het de bedoeling dat Soemba in 2021 geheel voorzien zal zijn van 100% duurzame energie. De eerste waterkrachtcentrale is klaar en de eerste biogasinstallaties zijn inmiddels af.[6] Dit initiatief wordt o.a. ook ondersteund door de regering van Noorwegen, die in november 2013 1 miljoen US$ beschikbaar stelde.[7]
  • Hongersnood komt op Soemba van tijd tot tijd nog steeds voor, m.n. door mislukte oogsten. Zo was er in 2011 een ernstig voedseltekort in Oost-Soemba waarvoor noodhulp noodzakelijk was[8] en ook in 2012 werd aan 1400 Soembanezen voedselhulp verstrekt. Als een van de oorzaken wordt gewezen op klimaatveranderingen die invloed hebben op het jaarlijkse neerslagpatroon en waarop de boeren, door haperende voorlichting, onvoldoende kunnen anticiperen.[9]
  • Er zijn initiatieven om Soemba meer en meer te ontwikkelen als toeristische bestemming. Trekkers hierbij zouden moeten zijn: de noordkust om te snorkelen en te duiken, de zuidkust met zijn prachtige zandstranden om te surfen, de graftombes in de diverse dorpen, het Pasolafestival in februari/maart en de diverse rijke culturele en religieuze tradities. De vliegafstand vanaf Bali bedraagt daarbij slechts één uur.[10]

Zie ook

Kaart van Soemba

Zie de categorie Soemba van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.