Gajah Mada

Gajah Mada (? - circa 1364) was, volgens oude Javaanse manuscripten, gedichten en mythologie, een beroemd militair leider en minister-president (mahapatih) van het rijk Majapahit, die het rijk tot de top van zijn roem heeft gebracht. Hij zou een eed hebben afgelegd genaamd Sumpah Palapa, waarin hij beloofde geen gekruid voedsel te eten tot hij heel Nusantara zou hebben veroverd. In het moderne Indonesië geldt hij als een belangrijk nationaal held en nationalistisch symbool.

Illustratie van Gajah Mada

Opgeklommen tot Mahapatih

Van Gajah Mada's jeugd is weinig bekend. Sommige stukken maken melding van zijn carrière als commandant van de Bhayangkara, een elitewacht voor de koningen van Majapahit en hun familie. Toen Rakrian Kuti, een van de bestuurders van Majapahit, in opstand kwam tegen koning Jayanegara van Majapahit (die regeerde in 1309-1328) in 1321, hielpen Gajah Mada en de toenmalige mahapatih Arya Tadah de koning en zijn familie om te ontsnappen uit de hoofdstad Trowulan. Later hielp Gajah Mada de koning om naar de hoofdstad terug te keren en de opstand neer te slaan. Zeven jaar later werd Jayanegara vergiftigd door Rakrian Tanca, een van Rakrian Kuti's helpers.

In een andere versie, volgens de Nagarakretagama (een Javaans episch gedicht uit de 14e eeuw), en bevestigd door inscripties uit de late 13e en vroege 14e eeuw, werd Jayanagara vermoord door Gajah Mada in 1328. Gezegd werd dat Jayanagara overbeschermend was ten opzichte van zijn twee halfzusters, geboren uit Kertarajasa's jongste koningin, Dyah Dewi Gayatri. Klachten van de twee jonge prinsessen leidden tot het ingrijpen van Gajah Mada. Zijn drastische oplossing was, een chirurg de koning te laten vermoorden onder het voorwendsel een operatie te verrichten.

Jayanegara werd direct opgevolgd door zijn zuster Thribuwana Tunggadewi (die regeerde in 1328-1350). Onder haar bewind werd Gajah Mada benoemd tot mahapatih in 1329, na de pensionering van Arya Tadah.

Als mahapatih onder Thribuwana Tunggadewi sloeg Gajah Mada nog een opstand neer, door Sedah en Keta in 1331.

Gedurende Gajah Mada's heerschappij als mahapatih, rond het jaar 1345, bezocht de beroemde islamitische reiziger Ibn Battuta de Indonesische archipel.

Sumpah Palapa

Gezegd wordt, dat Gajah Mada tijdens zijn aanstelling als mahapatih onder koningin Thribuwana Tunggadewi zijn beroemde eed Sumpah Palapa aflegde. Dit wordt beschreven in de Pararaton (Koningsboek), een Javaanse rijkskroniek daterend uit de 15e of 16e eeuw:

“Sira Gajah Mada pepatih amungkubumi tan ayun amukita palapa, sira Gajah Mada : Lamun huwus kalah nusantara ingsun amukti palapa, lamun kalah ring Gurun, ring Seram, Tanjungpura, ring Haru, ring Pahang, Dompo, ring Bali, Sunda, Palembang, Tumasik, samana ingsun amukti palapa “

"Gajah Mada, de minister-president, zei dat hij geen kruiden zou proeven. Hij zei: zo lang als ik Nusantara niet bijeen gebracht heb, zal ik geen kruiden proeven. Voordat ik Gurun, Ceram, Tanjungpura, Haru, Pahang, Dompo, Bali, Soenda, Palembang, Temasik veroverd heb, zal ik nooit enige kruiden proeven."

Hoewel dit vaak geïnterpreteerd is in de betekenis dat Gajah Mada niet zou toestaan dat zijn voedsel werd gekruid, wordt de eed soms geïnterpreteerd in de betekenis dat Gajah Mada afstand deed van alle aards geluk totdat hij de hele bekende archipel voor Majapahit zou hebben veroverd.

Zelfs zijn beste vrienden twijfelden aanvankelijk aan zijn eed, maar Gajah Mada joeg zijn droom na om Nusantara bijeen te brengen onder de glorie van Majapahit. Weldra veroverde hij het omliggende gebied van Bedahulu (Bali) and Lombok (1343). Toen stuurde hij de marine naar het westen om de restanten van het thalassocratische koninkrijk van Sriwijaya in Palembang aan te vallen. Daar installeerde hij Adityawarman, een prins van Majapahit als vazal van de Minangkabau in West-Sumatra.

Toen veroverde hij het eerste Islamitische sultanaat in Zuidoost-Azië, Samudra Pasai, en een andere staat in Swarnadwipa (Sumatra). Gajah Mada veroverde ook Bintan, Temasik (Singapore), Maleisië en Kalimantan.

Toen koningin Thribuwana Tunggadewi stierf, werd haar zoon Hayam Wuruk koning (hij regeerde in 1350-1389). Gajah Mada behield zijn positie als mahapatih onder de nieuwe koning en zette zijn veldtochten voort in oostelijke richting naar Logajah, Gurun, Ceram, Hutankadali, Sasak, Makassar, Buton, Banggai, Kunir, Galiyan, Salayar, Soemba, Muar (Saparua), Solor, Bima, Wandan (Banda), Ambon, Timor, en Dompo.

Zo bracht hij de hele archipel onder Majapahits controle: niet alleen het territoir van het tegenwoordige Indonesië, maar ook dat van Singapore, Maleisië, Brunei en de zuidelijke Filipijnen.

De nederlaag bij Bubat

In 1357 was Soenda (Sunda), in West-Java, de enige resterende staat grenzend aan het rijk van Majapahit die weigerde de heerschappij van Majapahit te erkennen. Koning Hayam Wuruk maakte plannen om Dyah Pitaloka te huwen, een prinses van Sunda en de dochter van de Soendanese koning. Gajah Mada kreeg de taak om naar het dorp Bubat te gaan, om de prinses te verwelkomen zodra zij in Majapahit aankwam met haar vader en escorte.

Maar terwijl de koning van Sunda dacht dat het huwelijk bedoeld was om een nieuwe alliantie tussen Sunda en Majapahit te bevestigen, dacht Gajah Mada er anders over. Hij zag het als een teken van onderwerping van Sunda aan Majapahit. Dit misverstand leidde tot verlegenheid en wedijver, snel uitmondend in een veldslag. In het bloedbad werden de koning en al zijn bewakers gedood in de velden van Bubat. Bij het aanzicht van deze verschrikkingen pleegde prinses Dyah Pitaloka zelfmoord met een kris.

Hayam Wuruk was diep geschokt door het debacle. Gajah Mada werd direct verbannen en bracht de rest van zijn dagen door in het landgoed Madangkara in Probolinggo in Oost-Java.

Gajah Mada stierf in vergetelheid in 1364. De macht die Gajah Mada had verzameld gedurende zijn tijd als mahapatih vond koning Hayam Wuruk nu te veel voor één enkele persoon. De koning splitste de verantwoordelijkheden die aan Gajah Mada hadden toebehoord in vier afzonderlijke nieuwe ministersposten, waarmee hij vermoedelijk zijn eigen macht vergrootte. Koning Hayam Wuruk, waarvan gezegd werd dat hij een wijs leider geweest is, was in staat om de positie te behouden die Majapahit had verkregen gedurende Gajah Mada's heerschappij, maar een langzame teruggang ving aan na Hayam Wuruks dood.

Nalatenschap

Gajah Mada's nalatenschap is zeer zichtbaar in Indonesië. In de vroege dagen van de republiek citeerden leiders als Soekarno Gajah Mada's eed als een inspiratie en "bewijs" dat de natie zich kon verenigen, ondanks zijn enorme territoir en uiteenlopende culturen. Zo was Gajah Mada een grote inspiratie gedurende de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd tegen de Nederlandse kolonisatie.

Een staatsuniversiteit, de Universitas Gadjah Mada in Jogjakarta, is genoemd naar Gajah Mada. De eerste Indonesische telecommunicatiesatelliet kreeg de naam Satelit Palapa om zijn belang voor het verenigen van het land aan te geven. Vele steden in Indonesië hebben straten genoemd naar Gajah Mada.

Zie ook

Portaal Indonesië
Zie de categorie Gajah Mada van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.