Smalle orchis

De smalle orchis (Dactylorhiza traunsteineri) is een Europese orchidee van het geslacht Dactylorhiza (handekenskruid).

Smalle orchis
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Orde:Asparagales
Familie:Orchidaceae (Orchideeënfamilie)
Onderfamilie:Orchidoideae
Geslachtengroep:Orchideae
Geslacht:Dactylorhiza (Handekenskruid)
Soort
Dactylorhiza traunsteineri
(Saut. ex Rchb.) Soó (1831)
Basioniem
Orchis traunsteineri
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Smalle orchis op Wikispecies
Portaal    Biologie

Het is een soort die vooral voorkomt in zonnige, vochtige graslanden en kalkmoerassen, voornamelijk in de Alpen.

Etymologie en naamgeving

  • basioniem: Orchis traunsteineri Saut. ex Rchb. (1831)
    • Orchis incarnata var. traunsteineri (Saut. ex Rchb.) Parl. (1860)
    • Dactylorhiza traunsteineri (Saut. ex Rchb.) Soó (1962)
    • Dactylorhiza majalis subsp. traunsteineri (Saut. ex Rchb.) H.Sund. (1980)

In de soortsaanduiding traunsteineri is de Oostenrijkse apotheker en botanicus Joseph Traunsteiner (1798–1850) vernoemd.

Kenmerken

Plant

De smalle orchis is een overblijvende plant die overwintert door middel van wortelknollen (geofyt). Het is een maximaal 45 cm grote, slanke plant met een dunne, volle bloemstengel, die bovenaan rood tot violet is aangelopen en drie tot zes opstaande bladeren heeft. De bloeiwijze is een uitgerekte, armbloemige aar met hoogstens twintig purperen tot violette bloemen, die ver boven de bladeren uitsteken.

Bladeren

De bladeren zijn blauwgroen, bovenaan gevlekt of ongevlekt, gekield, lijn-lancetvormig. Het tweede blad is maximaal 1,5 cm breed en ten minste 7 maal zo lang als breed. Hoger langs de stengel komen nog enkele schutbladachtige bladeren voor. De echte schutbladeren, die de bloemen ondersteunen, zijn gekleurd en meestal korter dan de bloemen.

Bloemen

De bloemen zijn purper tot violet gekleurd en vrij groot. De zijdelingse buitenste bloemdekbladen zijn afstaand, de toppen teruggebogen en aan de binnenzijde donkerder gevlekt. Het bovenste blad van de buitenkrans vormt samen met de bovenste bladen van de binnenkrans een helmpje.

De lip is duidelijk drielobbig, de zijlobben naar achter teruggeslagen. De middenlob met een tandvormige top is aan de basis en in het centrum lichter gekleurd en bezit een honingmerk (de tekening op de lip) van donkerder purper tot lila stipjes en lijntjes, omgeven door een volledige lus. De spoor is breed, langer dan het vruchtbeginsel, en horizontaal gericht.

De bloeitijd is van mei tot juli.

Variabiliteit

Deze soort is zeer variabel en hybridiseert zeer frequent met verwante soorten, wat de afbakening van het verspreidingsgebied zeer moeilijk maakt.

Habitat

De smalle orchis komt voor op vochtige, kalkrijke tot neutrale bodems in volle zon, zoals in vochtige kalkgraslanden en kalkmoerassen. Het is een typische soort van het laag- en middelgebergte en komt voor tot op 2.500 m.

Voorkomen

De smalle orchis komt verspreid en zeldzaam voor van Scandinavië tot het noorden van Rusland en zuidelijk tot de Alpen en de Karpaten.

De soort komt niet voor in België en Nederland. Historische vermeldingen van de smalle orchis in Nederland zijn waarschijnlijk gebaseerd op foutieve determinatie.

Verwante en gelijkende soorten

De smalle orchis behoort tot het geslacht van de handekenskruiden (Dactylorhiza), die alle sterk op elkaar gelijken.

Bedreiging en bescherming

De smalle orchis wordt net als de meeste andere Dactylorhiza's bedreigd door het verdwijnen van zijn voorkeurshabitat door drooglegging, ingebruikname door de landbouw of bosbouw, en vermesting van vochtige voedselarme biotopen.

In Frankrijk is de smalle orchis beschermd op regionaal niveau.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.