Schijfkwallen

De schijfkwallen (Scyphozoa) zijn een klasse van ongewervelde dieren uit de stam der neteldieren (Cnidaria). De naam 'kwal' wordt ook gebruikt voor dieren uit de verwante klassen hydroïdpoliepen (Hydrozoa), kubuskwallen (Cubozoa) en gesteelde kwallen (Stauromedusae), en uit de niet verwante stam Ribkwallen (Ctenophora).

Schijfkwallen
Fossiel voorkomen: Vroeg-Cambrium[1]heden
Chrysaora melanaster, een grote schijfkwal
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Cnidaria (Neteldieren)
Onderstam:Medusozoa
Klasse
Scyphozoa
Götte, 1887
Ordes
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Schijfkwallen op Wikispecies
Portaal    Biologie
Ontwikkelstadia van een kwal (strobilatie)

De meeste soorten schijfkwallen hebben twee fasen in de levencyclus, waaronder het planktonische kwalstadium (meduse), die met name voorkomt in de warme zomermaanden, en een onopvallende, maar langerlevende, in de bodem vastgehechte poliep, waaruit nieuwe dochterkwallen ontstaan. De grote, soms kleurrijke kwallen die men aantreft kustwateren, behoren meestal tot de Scyphozoa.

Schijfkwallen staan aan de basis van de fylogenie van het dierenrijk, wat wil zeggen dat ze sterk verwant zijn aan de gemeenschappelijke voorouder van alle dieren. Schijfkwallen zijn waarschijnlijk ontstaan in het vroeg Cambrium, een periode die meer dan 500 miljoen jaar geleden begon.[1]

Kenmerken

Het meest in het oog springende kenmerk van de klasse schijfkwallen is de korte duur van het poliepstadium in verhouding tot het medusestadium. De medusen zijn doorgaans ook veel groter dan die van de hydroïdpoliepen. Sommige worden ruim 200 cm in doorsnede met tentakels van vele meters lang. Andere soorten weer hechten zich vast aan zeewieren. Het lichaam is klok- tot schotelvormig, dat is samengesteld uit 2 cellagen met daartussen een flinke laag gelei. In het klokcentrum bevindt zich een holte, die als maag fungeert. Centraal aan de onderzijde bevindt zich de mond, terwijl de tentakels neerhangen van de onderrand. Ze kunnen zwemmen dankzij een samentrekking van de spieren, maar met zeestromingen hebben ze problemen om vooruit te komen. Na een storm belanden ze vaak op het strand.

Leefwijze

De meeste schijfkwallen zijn passieve drijvers die zich voeden met kleine vissen en dierlijk plankton die in hun tentakels gevangen worden. Er zijn rond de tweehonderd soorten beschreven, die allemaal marien zijn.[2][3] Ze komen voor in elk van de oceanen van de wereld en tot op grote diepte.

Schijfkwallen worden gegeten door onder andere tonijnen, haaien en zeeschildpadden. Kwallenplagen als in de Middellandse Zee worden mede veroorzaakt door overbevissing.[4] In China, Japan en Zuidoost-Azië worden kwallen van de orde Rhizostomae gebruikt voor menselijke consumptie.[5]

Levenscyclus

De levenscyclus van schijfkwallen valt uiteen in twee stadia. Het eerste daarvan wordt het poliepstadium genoemd. Het organisme heeft hierin de vorm van een poliep: een sessiele (aan het substraat vastzittende) steel, die langsdrijvend voedsel opvangt. De poliep maakt aan de top afsnoeringen die na enige tijd loslaten en in de waterkolom uitgroeien tot het tweede stadium. Dit tweede stadium wordt het medusestadium genoemd. Het organisme heeft hierin een ronde (radiaal symmetrische) koepelvorm met neerhangende tentakels. Dit is de vorm waarin veel mensen kwallen het best kennen. De medusen planten zich geslachtelijk voort door de vorming van gameten, die na versmelting een larve vormen. De larve zet zich ergens vast op het substraat en groeit dan uit tot een poliep, waarmee de cyclus rond is.

Bouw

Schijfkwallen hebben geen ware orgaanstructuur maar ze bezitten wel gespecialiseerde weefsels. De volwassen dieren bestaan voor 95-99% uit water. De schijfkwallen hebben een onvolledig spijsverteringsstelsel, hetgeen betekent dat de enkele opening (mond) voor zowel voedselopname als afvaluitscheiding (anus) wordt gebruikt.

Een schijfkwal is een enkel dier, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Portugees oorlogsschip, een kwal uit de klasse Hydrozoa, die uit een kolonie van individuen bestaat.

Onderklassen

Enkele soorten

De volgende soorten komen voor in de Noordzee:

De parelkwal of lichtende kwal (Pelagia noctiluca) komt voor in alle warmere oceanen en zeeën, waaronder de Middellandse Zee.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.