Ruzette

• Michel Ruzette was baljuw van Vloesberg en Lessen.
  • Emmanuel-Joseph Ruzette werd door keizerin Maria Theresia in 1757 opgenomen in de erfelijke adel met de persoonlijke titel ridder.
    • Maximilien Marie Emmanuel Ruzette heer van Aubermelz, Longpont, Manoir au Bois en Brabant, was luitenant bij het regiment d'Arberg, maire van Laken en voorzitter van het kanton Anderlecht in de Franse tijd. Hij trouwde met Catherine Le Queux .
      • Maximilien, Edouard en Alexis Ruzette werden in 1822 in de erfelijke adel erkend.

Maximilien François Emmanuel Joseph Ruzette (Bergen, 27 juli 1793 - Sint-Joost-ten-Node, 18 december 1875) was een zoon van Maximilien Marie Emmanuel Ruzette (zie hierboven) en van Catherine Le Queux.

Hij werd in 1822 onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden erkend in de erfelijke adel met de titel ridder, overdraagbaar bij eerstgeboorte. Hij werd officier en eindigde zijn carrière als generaal-majoor. Hij trouwde in 1834 met Wilhelmine de Wavrin de Villers au Tertre (1808-1887). Het echtpaar bleef kinderloos. Een zus van Maximilien junior, Adèle Ruzette (1799-1872), trouwde met Auguste Van de Walle (1798-1866), die eveneens in het jaar 1822, weliswaar niet erkend, maar wel opgenomen werd in de erfelijke adel.

• Edouard Pierre Joseph Ruzette (Laken, 19 september 1795 - Sint-Joost-ten-Node, 10 juni 1853), broer van bovengenoemde, was officier in dienst van Frankrijk (lid van de erewacht van Napoleon I en lijfwacht van de graaf van Artois) en daarna van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 1822 werd hij erkend in de erfelijke adel. Hij trouwde in 1832 met Eugénie de Ghelcke (1810-1870) en ze hadden een zoon en een dochter.
  • Leon Emmanuel Ruzette (Aalst, 20 februari 1836 - Brugge, 1 januari 1901) werd arrondissementscommissaris voor Ieper en vervolgens gouverneur van West-Vlaanderen. In 1877 kreeg hij de titel ridder, overdraagbaar op alle mannelijke afstammelingen en in 1888 de titel baron, overdraagbaar bij eerstgeboorte. Hij trouwde in 1864 met Félicie d'Anethan (1838-1901). Ze hadden een enige zoon. In 1878 werd hij uit zijn functie van gouverneur gezet, als gevolg van een regeringswissel. Hij werd datzelfde jaar gemeenteraadslid van Brugge en in 1884 werd hij verkozen tot volksvertegenwoordiger. De liberalen waren in die verkiezingen verslagen door de katholieken en hij werd onmiddellijk weer opnieuw gouverneur van West-Vlaanderen, wat hij bleef tot aan zijn dood.
    • Albert Ruzette (Sint-Joost-ten-Node, 22 juli 1866 - Brugge, 25 mei 1929) promoveerde tot doctor in de rechten en werd advocaat en stafhouder van de Brugse balie. Hij werd provincieraadslid (1892), volksvertegenwoordiger (1902), gouverneur van West-Vlaanderen (1907), opnieuw volksvertegenwoordiger (1912), senator (1913) en vicevoorzitter van de Senaat (1928) en minister van Landbouw en van Openbare Werken (1918-1926), minister van buitenlandse zaken (1925). Hij trouwde in 1892 met Bertha van Caloen de Basseghem (1869-1952), die schepen werd in Moregem. Het echtpaar kreeg elf kinderen, onder wie vier zoons die voor afstammelingen zorgden.
      • Etienne Ruzette (1894-1960), die de baronstitel erfde, Belgisch ambassadeur, adjunct-kabinetschef van de koning, trouwde met Marthe Visart de Bocarmé (1898-1969). Ze kregen vijf kinderen, met afstammelingen tot heden.
      • Walther Ruzette (1898-1982) was majoor tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij trouwde met Simone de Villers Grandchamps (1901-1995). Ze kregen vijf kinderen, met afstammelingen tot heden.
      • Jacques Ruzette (1900-1974) was advocaat, schepen van Moregem. Hij trouwde met barones Sabine Nothomb (1904-1992). Ze kregen vijf kinderen, maar geen verdere mannelijke afstammelingen.
      • Christian Ruzette (1903-1989), belangrijk verzetsman tijdens de Tweede Wereldoorlog, trouwde in 1928 met Ghislaine de Brouwer (1907-1992). Ze kregen vijf kinderen, met afstammelingen tot heden.

Emmanuel Alexis Ghislain Ruzette (Laken, 2 februari 1799 - Brussel, 16 oktober 1824), broer van de twee bovengenoemden, werd in 1822 erkend in de erfelijke adel. Hij bleef ongehuwd en stierf jong.

• Robert COPPIETERS 'T WALLANT, Notices généalogiques et historiques sur quelques familles brugeoises, Brugge, 1942.
• Alfred DE RIDDER, Maximilien Ruzette in: Biographie nationale de Belgique, T.XX, Brussel, 1964.
• Romain VAN EENOO, Léon Ruzette, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, Deel 1.
• Luc SCHEPENS, De provincieraad van West-Vlaanderen, 1836-1921, Tielt, 1976.
• M.-A. PARIDAENS, Léon Ruzette, in: Biographie nationale de Belgique, Tome XLI, Brussel, 1979-1980.
• Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1997, Brussel, 1997.
• Marie-Pierre D'UDEKEM D'ACOZ, Voor koning en vaderland. De Belgische adel in het verzet, Tielt, 2003.