Roodborst
De roodborst of het roodborstje (Erithacus rubecula) is een zangvogel uit de familie Muscicapidae (vliegenvangers). Hij waagt zich dicht bij huizen, vooral 's winters. Verder is het een zeer talrijke broedvogel van grote tuinen, parken en bossen.
Roodborst IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012) | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||||
| ||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||
Erithacus rubecula (Linnaeus, 1758) | ||||||||||||||
Afbeeldingen op | ||||||||||||||
Roodborst op | ||||||||||||||
|
Kenmerken
Het is een vrij gedrongen vogeltje en zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een opvallende bruinrode tot oranje keel. De staart is roodbruin, de rug bruin en de buik lichtgekleurd. De zang is het hele jaar te horen. Hij begint 's ochtends te zingen als het nog donker is. Bij gevaar stoot hij de kreet 'tsik' uit. Een bijzonderheid van de roodborst is dat ook de vrouwtjes zingen, vooral in de herfst. Jonge vogels hebben een gespikkelde kop en borst. Het vogeltje is 14 cm lang. Tegen soortgenoten zijn zowel mannetjes als vrouwtjes heel agressief. Zowel in de zomer als in de winter verdedigen zij hun territorium fel.[2]
Voedsel
Het roodborstje eet voornamelijk op de grond levende insecten (vooral kevers) en slakken, wormen en spinnen. Van de herfst tot vroeg in de lente vormen wormen, fruit en bessen een belangrijk deel van zijn dieet.
Verspreiding en leefgebied
De roodborst komt voor in grote delen van Europa tot bij de Poolcirkel en in West-Azië. 's Zomers broedt de roodborst in gaten en spleten in muren, aan slootkanten, in heggen, in klimop, in bossen, in parken en in tuinen.
De soort telt 8 ondersoorten:
- E. r. melophilus: de Britse Eilanden.
- E. r. rubecula: van continentaal Europa tot het Oeralgebergte, westelijk Turkije, de Oost-Atlantische eilanden en noordwestelijk Marokko.
- E. r. superbus: de centrale Canarische Eilanden.
- E. r. witherbyi: noordelijk Algerije en noordelijk Tunesië.
- E. r. valens: het zuidelijke Krimschiereiland.
- E. r. caucasicus: oostelijk Turkije en de Kaukasus.
- E. r. hyrcanus: zuidoostelijk Azerbeidzjan en noordelijk Iran.
- E. r. tataricus: het Oeralgebergte en zuidwestelijk Siberië.
De exemplaren die men 's winters in de tuin ziet zijn veelal afkomstig uit noordelijker gelegen gebieden. Deze komen in de herfst naar de Lage Landen, maar aangezien de bosterritoria dan reeds bezet zijn door onze inheemse exemplaren moeten ze hun toevlucht in tuinen zoeken. De broedvogels van Nederland en België zijn deels trekvogels die in Spanje overwinteren en deels overwinteraars, die dan vaak ook opschuiven naar stadstuinen.[3]
Voortplanting
Het roodborstje broedt van april tot in juli. Hij heeft in die periode twee legsels, met ieder vijf tot zeven eieren. De eieren zijn gemiddeld 2,5 cm lang en blauw-wittig van kleur met kleine rode vlekjes.[4]
Status in Nederland
Volgens SOVON steeg in de periode 1990-2007 het aantal broedparen. Maar dit kwam vooral door het snelle herstel van de populatie na de strenge winter van 1996. Rond 2000 waren er bijna een half miljoen broedpaartjes. Het aantal broedparen in de periode 2013-2015 lag tussen 250.000 en 350.000.[5]
Trekgedrag
Het roodborstje heeft een intern kompas dat helpt bij het vinden van de trekrichting in het migratieseizoen[6] en is de eerste vogel waarbij dat is vastgesteld.
Galerij
- Nestje jonge roodborstjes
- Nestje jonge roodborstjes
- Jonge roodborst
Symboliek
Het roodborstje is het symbool voor de hoop, zoals de duif dat is voor de vrede.
Trivia
Volgens een bron uit 1802 is het vlees van de roodborst mals, licht verteerbaar en bijna net zo smakelijk als dat van de vink.[7]
Noten
Externe links
|
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina roodborst Erithacus rubecula op Wikimedia Commons. |
Zoek roodborstje op in het WikiWoordenboek. |