Vliegenvangers (vogelfamilie)
Vliegenvangers (Muscicapidae) vormen een grote familie van zangvogels uit de superfamilie Muscicapoidea.[1]
Vliegenvangers | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Grauwe vliegenvanger (uit de onderfamilie muscicapinae) | ||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||
| ||||||||||
Familie | ||||||||||
Muscicapidae (Vigors, 1825) | ||||||||||
Tapuit (uit de onderfamilie saxicolinae) | ||||||||||
Afbeeldingen op | ||||||||||
Vliegenvangers op | ||||||||||
|
Kenmerken
Het verenkleed bevat wisselende kleuren. Sommige soorten zijn bruinachtig, andere felgekleurd. Mannetjes en vrouwtjes zijn vaak verschillend van kleur, maar mannetjes zijn meestal groter. Soms is er een kuif aanwezig of een felgekleurde, kale huidpartij rond het oog. De snavelbasis is bezet met borsteltjes. Het zijn behendige vliegers en sommige kunnen best aardig zingen. De lichaamslengte varieert van 10 tot 21 cm.
Leefwijze
Hun voedsel bestaat hoofdzakelijk uit vliegende insecten.
Voortplanting
Ze bouwen een open nest tussen boomtakken of struiken. Het legsel bestaat uit 1 tot 11 gevlekte eieren.
Verspreiding
Deze vogels komen voor in Europa, Afrika, Azië en Australië. Wanneer de insecten schaars beginnen te worden, trekken broedende soorten uit noordelijke streken in het najaar naar het zuiden.
Er zijn nog veel meer vogelsoorten die vliegenvangers wordt genoemd. De New World Flycatchers of tirannen komen uit Noord- en Zuid-Amerika. Deze vogels zijn niet verwant aan de vliegenvangers van de Oude Wereld en behoren zelfs tot een andere onderorde, de schreeuwvogels.
In Afrika komen ook vogels voor die vliegenvangers worden genoemd. Dit zijn soorten uit de familie Platysteiridae, waarin het geslacht Batis. Deze soorten zijn niet verwant aan de Muscicapidae, maar behoren tot de superfamilie Corvoidea.
Verder is er nog een groep vogels die buiten Europa voorkomt en in het Engels de naam flycatchers draagt en in het Nederlands Monarchen en waaierstaartvliegenvangers heten. Deze groep is evenmin verwant aan de vliegenvangers van de Oude Wereld, maar behoort ook tot de superfamilie Corvoidea.
- Bergdrongovliegenvanger (Dioptrornis fischeri)
- Withalsvliegenvanger (Ficedula albicollis)
- Streepkopvliegenvanger (Bradornis microrhynchus)
- Nilgirikortvleugel (Brachypteryx major)
- Bruine vliegenvanger (Muscicapa latirostris)
- Roodkeelniltava (Niltava vivida)
- Grijskopvliegenvanger (Culicicapa ceylonensis)
- Sterrenpaapje (Pogonocichla stellata)
- Kalahariwaaierstaart (Cercotrichas paena)
- Witkruinlawaaimaker (Cossypha niveicapilla)
- Witbrauwlawaaimaker (Cossypha heuglini)
- Archers janfrederik (Cossypha archeri)
- Himalayaroodstaart (Phoenicurus frontalis)
- Rivierroodstaart (Chaimarrornis leucocephalus)
- Aziatische roodborsttapuit (Saxicola maurus)
- Réunionroodborsttapuit (Saxicola tectes)
- Bruine rotsspekvreter (Oenanthe fusca)
- Zwartstaart (Oenanthe melanura)
- Waterroodstaart (Rhyacornis fuliginosa)
- Kaapse miertapuit (Myrmecocichla formicivora)
- Zwarte miertapuit (Myrmecocichla nigra)
- Blauwkeelrotslijster (Monticola cinclorhynchus)
- Kortteenrotslijster (Monticola brevipes)
- Tickells niltava (Cyornis tickelliae)
Taxonomie
De familie wordt vaak opgesplitst in twee onderfamilies, de vliegenvangers van de Oude Wereld (Muscicapinae) en een groep van zangvogels die vroeger (en in veel veldgidsen) de 'kleine lijsterachtigen' of 'tapuiten' werd genoemd, de Saxicolinae. Deze onderverdeling is nogal kunstmatig en er bestaat geen overeenstemming over en wordt daarom hier ook niet weergegeven. Uit nieuw uitgevoerd genetisch/moleculair onderzoek blijkt steeds vaker dat de indeling nog lang niet volmaakt is en daarom vinden er vaak veranderingen plaats in de naamgeving. Bijvoorbeeld het geslacht Ficedula is waarschijnlijk een vergaarbak waaruit nog nieuwe geslachten zullen worden afgesplitst.[2]
De indeling zoals hier gepresenteerd, is gebaseerd op de IOC World Bird List versie 7.3 (uit 2017).[3] Deze indeling wijkt op tal van punten af van de indeling van het veel gebruikte overzichtswerk Handbook of the Birds of the World deel 10 (2005) en 11 (2006).
De volgorde is alfabetisch, dus geeft geen informatie over de onderlinge verwantschap tussen de geslachten.
- Alethe Cassin, 1859 (2 soorten alethes)
- Anthipes Blyth, 1847 (2 soorten vliegenvangers)
- Brachypteryx Horsfield, 1821 (3 soorten kortvleugels)
- Calliope Gould 1836 (5 soorten nachtegalen)
- Campicoloides Roberts, 1922 (1 soort: streeptapuit)
- Cercotrichas Boie, F, 1831 (10 soorten waaierstaarten)
- Cichladusa Peters, 1853 (3 soorten palmlijsters)
- Cichladusa Peters, W, 1863 (3 soorten palmlijsters)
- Cinclidium Blyth, 1842 (1 soort: blauwvoorhoofdcallene)
- Copsychus Wagler, 1827 (12 soorten shama- of dayallijsters)
- Cossypha Vigors, 1825 (15 soorten "lawaaimakers")
- Cossyphicula Grote, 1934 (1 soort: witbuikakalat)
- Cyanoptila Blyth, 1847 (2 soorten)
- Cyornis Blyth, 1843 (29 soorten niltava's waaronder luzonniltava)
- Emarginata Shelley, 1896 (3 soorten spekvreters waaronder de woestijnspekvreter)
- Empidornis Reichenow, 1901 (1 soort: zilvervliegenvanger)
- Enicurus Temminck, 1822 (8 soorten vorkstaarten)
- Erithacus Cuvier, 1800 (1 soort roodborst)
- Eumyias Cabanis, 1850 (6 soorten vliegenvangers)
- Ficedula Brisson, 1760 (33 soorten vliegenvangers waaronder de bonte vliegenvanger)
- Fraseria Bonaparte, 1854 (2 soorten bosvliegenvangers)
- Heinrichia Stresemann, 1931 (1 soort: sulawesikortvleugel)
- Heteroxenicus Sharpe, 1902 (1 soort: Goulds kortvleugel)
- Humblotia Milne-Edwards & Oustalet, 1885 (1 soort: Humblots vliegenvanger)
- Irania de Filippi, 1863 (1 soort: Perzische roodborst)
- Larvivora Hodgson, 1837 (6 soorten waaronder Japanse roodborst en roodkopnachtegaal)
- Leonardina Mearns, 1906 (1 soort: bagobomuistimalia)
- Luscinia Forster, T, 1817 (4 soorten, waaronder de nachtegaal)
- Melaenornis Gray, GR, 1840 (12 soorten drongo- en klauwiervliegenvangers)
- Monticola Boie, F, 1822 (13 soorten rotslijsters, waaronder de blauwe rotslijster)
- Muscicapa Brisson, 1760 (26 soorten vliegen vangers waaronder de grauwe vliegenvanger)
- Muscicapella Bianchi, 1907 (1 soort: dwergniltava)
- Myiomela Gray, GR, 1846 (2 soorten callene's)
- Myioparus Roberts, 1922 (2 soorten vliegenvangers)
- Myophonus Temminck, 1822 (9 soorten fluitlijsters)
- Myrmecocichla Cabanis, 1850 (8 soorten miertapuiten)
- Namibornis Bradfield, 1935 (1 soort: hererotapuit)
- Niltava Hodgson, 1837 (6 soorten niltava's)
- Oenanthe Vieillot, 1816 (28 soorten tapuiten waaronder de gewone tapuit)
- Phoenicurus Forster, T, 1817 (14 soorten roodstaarten, waaronder de gekraagde roodstaart)
- Pinarochroa Sundevall, 1872 (1 soort: Tanzaniaanse spekvreter)
- Pinarornis Sharpe, 1876 (1 soort: steenspringer)
- Pogonocichla Cabanis, 1847 (1 soort: sterrenpaapje)
- Pseudalethe (4 soorten, tot 2014 tot de lijsters gerekend)
- Saxicola Bechstein, 1802 (15 soorten roodborsttapuiten waaronder het paapje en de gewone roodborsttapuit)
- Sheppardia Haagner, 1909 (9 soorten akalatten)
- Sholicola Robin, VV et al 2017 (2 soorten kortvleugels)
- Stiphrornis Hartlaub, 1855 (1 soort: bosakalat)
- Swynnertonia Roberts, 1922 (1 soort: Swynnertons sterrenpaapje)
- Tarsiger Hodgson, 1845 (6 soorten blauwstaarten)
- Thamnolaea Cabanis, 1850 (2 soorten kliftapuiten)
- Vauriella Wolters, 1980 (4 soorten junglevliegenvangers uit de Filipijnen en Borneo)
Bronnen, noten en/of referenties
|