Resolutie 398 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Resolutie 398 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 30 november 1976 aangenomen door twaalf leden van de VN-Veiligheidsraad. De leden Benin, China en Libië namen niet deel aan de stemming.

Resolutie 398
Van deVN-Veiligheidsraad
Datum30 november 1976
Nr. vergadering1975
CodeS/RES/398
Stemming
voor
12
onth.
0
tegen
0
OnderwerpArabisch-Israëlisch conflict
BeslissingVerlenging waarnemersmacht met zes maanden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1976
Permanente leden
Niet-permanente leden
 Benin ·  Guyana ·  Italië ·  Japan ·  Libië ·  Pakistan ·  Panama ·  Roemenië ·  Zweden ·  Tanzania
Israël (blauw) en Syrië (rood).

Achtergrond

Volgend op de Jom Kipoeroorlog kwamen Israël en Syrië in twee akkoorden overeen de wapens neer te leggen. De VN stuurden een waarnemingsmacht naar de regio om op de uitvoer ervan toe te zien.

Inhoud

De Veiligheidsraad had het rapport van de Secretaris-Generaal over de VN-waarnemingsmacht overwogen.

De Veiligheidsraad bemerkte de inspanningen om duurzame vrede te bewerkstelligen in het Midden-Oosten en de dringende nood om die inspanningen voort te zetten en te vergroten.

De Veiligheidsraad was bezorgd over de spanningen in de regio.

De Veiligheidsraad besloot:

a. De partijen op te roepen onmiddellijk resolutie 338 uit te voeren.
b. Het mandaat van de VN-waarnemingsmacht voor een periode van zes maanden te vernieuwen, tot 31 mei 1977.
c. De Secretaris-Generaal te vragen tegen dan een rapport over de ontwikkeling van de situatie en de uitvoering van resolutie 338 in te dienen.

Verwante resoluties

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.