Resolutie 1931 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Resolutie 1931 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 29 juni 2010. De door Oostenrijk opgestelde resolutie verlengde de ambtstermijnen van de rechters in het Joegoslavië-tribunaal.[1]

Resolutie 1931
Van deVN-Veiligheidsraad
Datum29 juni 2010
Nr. vergadering6348
CodeS/RES/1931
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
OnderwerpJoegoslavië-tribunaal
BeslissingVerlengde de ambtstermijnen van de rechters.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2010
Permanente leden
Niet-permanente leden
 Oostenrijk ·  Bosnië en Herzegovina ·  Brazilië ·  Gabon ·  Japan ·  Libanon ·  Mexico ·  Nigeria ·  Turkije ·  Oeganda
De Hongaarse ad litem-rechter Árpád Prandler (foto: jan 2010).

Achtergrond

In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars en in 1991 verklaarde Bosnië en Herzegovina zich onafhankelijk. De Servische minderheid in het land kwam hiertegen in opstand en begon een burgeroorlog, waarbij ze probeerden de Bosnische volkeren te scheiden. Tijdens die oorlog vonden massamoorden plaats waarbij tienduizenden mensen omkwamen. In 1993 werd het Joegoslavië-tribunaal opgericht, dat de oorlogsmisdaden die hadden plaatsgevonden moest berechten.

Inhoud

Waarnemingen

Met de resoluties 1503 en 1534 uit 2003 en 2004 was besloten dat het Joegoslavië-tribunaal haar werk in 2010 afgerond moest hebben. Het gaf echter aan dat dit langer mogelijk was. Ook had het tribunaal ervaren personeel verloren. Daarom had de Veiligheidsraad reeds in 2009 besloten de ambtstermijnen van de rechters te zullen herzien. Verder was het wenselijk dat de negen ad litem-rechters langer dan de voorziene drie jaar aanbleven. Drie van hen, en één permanente rechter, zouden nog in 2010 vertrekken na afloop van hun zaken.

Handelingen

De Veiligheidsraad herhaalde dat personen die door het tribunaal waren aangeklaagd effectief berecht moesten worden en riep vooral de landen van voormalig Joegoslavië op beter mee te werken met het tribunaal. Men erkende ook dat het tribunaal voldoende personeel moest hebben.

Volgende permanente beroeprechters zagen hun ambtstermijn verlengd tot 31 december 2012 of de afronding van hun zaak:


De ambtstermijnen van deze permanente rechters werden tot 31 december 2011 of de afronding van hun zaak verlengd:


Ook die van deze ad litem-rechters werden tot diezelfde datum verlengd:


De ambtstermijnen van de rechters zouden tegen 30 juni 2011 wederom verlengd worden, naargelang de agenda van het tribunaal.

Ten slotte werd het bovenstaande ad litem-rechters, Antoine Kesia-Mbe Mindua uitgezonderd, toegestaan langer te zetelen dan de cumulatieve periode die in de statuten van het tribunaal was voorzien.

Verwante resoluties

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.