Oude Kerk (Charlois)

Het gebouw van de Oude Kerk in Charlois staat op de plaats van een veel oudere kerk, maar is zelf in feite relatief nieuw, slechts de toren is echt oud. Toen Karel de Stoute op 14 april 1462 de akte van overdracht van de polder Rijerwaert aan vier grondheren goedkeurde, verbond hij daar twee voorwaarden aan, dat:

  • de ingedijkte grond "voortaen heten sal 't land van Charolois" (naar het Franse graafschap Charolois waar hij vandaan kwam);
  • er een kerk gesticht werd "die genaempt sal wesen Sinte Clemenskercke." (dus gewijd aan Sint-Clemens).
De Oude Kerk van Charlois
Rechts de stenen in de herbouwde toren anno 1660 met het wapen van Charlois, van de schout Edmondt van Diest en die van de schepenen Leendert Ariens Pors, Leendert Gijsbertsz. Schilperoort, Dirk Crijnen Huyser, Eeuwout Aertsz. Verschoor, Pieter Ariensz. Coninck, Cornelis Woutersz. Verduyn en Staes Dircxz. van Jaersvelt en de secretaris Dirck Cornelisz van der Spuij.

De eerste kerk op die plaats moet vóór 1467 klaar geweest zijn. In dat jaar was Charlois reeds ingedeeld bij het decanaat Schieland, wat er op wijst dat er een pastoor met een kerk was. Op de kerk stond een kleine toren. In 1512 werd een vergrote en vernieuwde kerk ingewijd. Daarvoor staken naar men zegt wel 5000 mensen in processie de bevroren rivier over. Maar door de dooi en noordwesterstorm was het ijs te zwak geworden en men zakte massaal door het ijs. De slachtoffers van dat ongeluk zijn in een massagraf aan de Sluisjesdijk begraven. Na de reformatie trad de eerste dominee in 1567 in dienst.

Na 1592 werd er een tweede toren aan toegevoegd, die in 1660 werd afgebroken en vervangen door de huidige toren. Bij de bouw van de tweede toren zijn boven de eerste steen de wapens aangebracht van de schout en schepenen die het besluit namen deze toren te bouwen. Naar enkele van hen zijn in Oud-Charlois straatnamen vernoemd, waaronder die van de schout Edmond van Diest en de schepenen Leendert Gijsbertsz. Schilperoort en Staes Dircxz. van Jaersvelt. In dat jaar werd ook het kruispand aan de kerk gebouwd.

Dirk de Man, de toenmalige ambachtsheer van Charlois, besloot ter nagedachtenis aan zijn vrouw Willemina den Hertig de kerk van Charlois een orgel te schenken. Op 25 november 1783 werd de bouw van dit orgel opgedragen aan Hendrik Hermanus Hess, orgelbouwer te Gouda. Op 23 juni 1784 werd het orgel door de Haarlemse Bavo-organist J. Radeker in de werkplaats van Hess te Gouda gekeurd en augustus 1784 werd het Hess-orgel in de kerk van Charlois geplaatst. Doordat de schenker echter kort nadat het orgel in de kerk was geplaatst overleed, duurde het drie jaar eer het orgel officieel in gebruik genomen werd. Dat gebeurde uiteindelijk op 26 september 1787.

Vroeger werd op het kerkhof rond de kerk begraven, maar in 1828 en 1829 werd een begraafplaats aangelegd aan de binnenkant van de Sluisjesdijk. Op de plaats van het massagraf uit 1512. Later is de begraafplaats weer verplaatst naar de Charloisse Lagedijk. Zie Hervormde begraafplaats Charlois.

De kleine toren is in 1833 afgebroken en de klok die er in hing werd bij de twee andere in de grote toren gehangen. De kerk moet volgens een beschrijving uit die tijd nogal bont zijn geweest, alles was overtogen met een rode kleur.

Er is lang over gewikt en gewogen of de kerk gerestaureerd en daarbij tevens vergroot kon worden. Maar door de slechte toestand van het gebouw was dat naar de mening van de toenmalige kerkraad niet meer mogelijk. In de periode 1862 tot 1866 zijn er onder dominee J. Cramer plannen gemaakt voor nieuwbouw, maar de geldmiddelen ontbraken. Pas zijn amper 27 jaar oude opvolger, dominee A.W. Bronsveld, lukte het om van de provincie ƒ 9000,- los te krijgen en samen met een obligatielening van ƒ 38.000,- die geheel binnen de gemeente geplaatst werd, kon de oude kerk worden vervangen. Tijdens de bouw maakte de gemeente ruim een jaar gebruik van een houten noodkerk.

Het nieuwe gebouw werd om de oude kerk heen gebouwd, die daarna werd afgebroken. Architect was J. Visser, architect te Rotterdam. De eerste steen is gelegd op 7 mei 1867 en op 19 april 1868 werd de kerk ingewijd.

Bij de nieuwbouw kwamen 5 heel oude grafzerken tevoorschijn, die daarna in het middenpad zijn gelegd. Erg zorgvuldig is men verder met het oude interieur niet omgegaan. Door bemiddeling van de Rotterdamse stadsarchivaris zijn in 1909 het dorpswapen, de in hout geneden wapens van schout, schepenen en kerkmeesters, de vier fraaie wapens van 1708 in het doophuis en de wapens van dijkgraaf en hoogheemraden van de rommelzolder in de toren gehaald en aan het Rotterdams Museum van Oudheden afgedragen. Waar de gebrandschilderde glazen, die er in 1773 nog waren, gedeeltelijk nog in 1841, zijn gebleven blijft een raadsel.

In 1961 en in 2006 is de kerk opnieuw aangepakt en van een nieuw, modern interieur voorzien. De grafzerken zijn verplaatst naar de toren. De preekstoel is vervangen door een lagere versie en de banken door stoelen. Er is ook vloerverwarming geïnstalleerd. In een viertal ramen is mozaïeken gezet.

De lijst van predikanten die de Nederlands Hervormde Kerk van Charlois hebben gediend van 1567 tot 1965 bevat 63 namen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.