OpenStreetMap

OpenStreetMap (OSM) is een project dat als doel heeft om vrij beschikbare en bewerkbare geografische gegevens te verzamelen, zodat daaruit landkaarten en andere services kunnen gemaakt worden. Iedereen kan eraan meewerken; het invoeren en aanpassen van de geografische data steunt volledig op vrijwilligers. Het is mede opgericht uit onvrede met de hoge kosten die commerciële kaartbedrijven vragen voor hun producten. Reeds meer dan 20 miljoen kilometer wegen, fiets- en voetpaden werden in kaart gebracht door middel van het overnemen van gegevens van luchtfoto's, en zelf op pad te gaan met een GPS-apparaat. Volgens een telling in 2012 had OpenStreetMap op dat moment naar schatting 192.000 actieve gebruikers.[1]

OpenStreetMap
EigenaarOpenStreetMap Foundation
Auteur(s)OpenStreetMap-gemeenschap
Opgericht1 juli 2004
Linkwww.openstreetmap.org
Portaal    Media
Kaart van Utrecht op 12 februari 2007
Kaart van Utrecht op 19 oktober 2007 (na de import van de gedoneerde kaart van AND)
Kaart van Utrecht op 1 januari 2011

Aanleiding

Commerciële geografische data worden door een kleine groep gespecialiseerde bedrijven verzameld. Aangezien dit een arbeidsintensief en duur proces is, worden de resulterende data in beperkte en kostbare licenties aan bedrijven en overheden verkocht.

Voor burgers of non-profitorganisaties is het zodoende een welhaast onmogelijke zaak om geodata in applicaties te verwerken.

In 2004 is Steve Coast in het Verenigd Koninkrijk gestart met het OpenStreetMap-project. Sindsdien werken al meer dan een half miljoen vrijwilligers over de hele wereld samen aan het doel om een vrij beschikbare kaart van de wereld te maken. Sinds 2006 is dit initiatief ondergebracht in een stichting en wordt het gesteund door onder meer Automotive Navigation Data en Microsoft.

De gegevens en daaruit gemaakte kaarten vielen in 2012 onder de Open Database License voor de databank[2] en de Database Contents License voor de inhoud van de databank.

Werking

De oudste methode is dat deelnemers aan het project hun bewegingen in het veld opslaan met een GPS-ontvanger. Denk hierbij aan een fietstocht door de stad, of een ritje van de ene plaats naar een andere. De zo verkregen tracklogs worden bij thuiskomst via de OSM-website opgeslagen in de centrale database.

Er worden meer en meer luchtafbeeldingen van verschillende bronnen (zoals Bing of AGIV) ter beschikking gesteld, zodat er extra informatie aangebracht kan worden die vanop straat niet zichtbaar is. Om details op de kaart te zetten, zijn GPS of luchtfoto's vaak niet precies genoeg. In dat geval wordt een beroep gedaan op met de hand getekende notities met behulp van een dienst als Walking Papers.

Met behulp van een OSM-editor kan de verkregen informatie verwerkt worden. Het doel is om de tracks om te zetten naar wegen en daar attributen aan toe te voegen. Denk hierbij aan de naam van de weg, het soort (bijvoorbeeld snelweg), de maximumsnelheid etc. Ook andere geografische informatie, zoals points of interest en bodemgebruik, kunnen in de OpenStreetMap-database opgeslagen worden.

Vervolgens kunnen de nieuw toegevoegde of gewijzigde wegen bekeken worden op de website van OSM.

Gebruik van bestaand kaartmateriaal en luchtfoto's

Aanvankelijk was het overtrekken van bestaand kaartmateriaal of het gebruik van luchtfoto's voor OpenStreetMap meestal geen optie. De licentievoorwaarden van dit soort materiaal staan het over het algemeen niet toe om systematisch posities of namen over te nemen. Maar door het succes van het project kregen grote bedrijven belangstelling voor OpenStreetMap. Eerst stelde Yahoo! luchtfoto's beschikbaar, maar na de komst van de Bing foto's door Microsoft gegeven, die beter waren in dekking en kwaliteit, zijn de foto's van Yahoo! in onbruik geraakt.

In 2013 jaar heeft ook het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) hun luchtfoto's ter beschikking gesteld. Deze luchtfoto's worden iedere winter geüpdatet (zodat je door de bomen kan zien), daardoor zijn ze nauwkeuriger, recenter en duidelijker dan de luchtfoto's van Bing.

Het gebruik van bronnen die geen toestemming gegeven hebben (zoals Google Maps) is nog altijd verboden.

Data-import

In bepaalde landen zijn de OSM-data sterk verbeterd door het importeren van externe gegevens. Deze imports worden vaak geleid door leden die technisch sterk met data om kunnen gaan, maar vaak wordt er ook aan de gemeenschap gevraagd om te helpen.

Zo werden in 2007 data van AND geïmporteerd in Nederland en Indië (zie ook Donatie Automotive Navigation Data). Deze data bevatte de meeste straten in Nederland. In 2010 heeft Nederland ook 3dshapes-data van Object Vision verkregen. Deze data bevatten veel gebouwen, waterpartijen en gebieden (velden, bossen e.d.). In 2014 kwamen echter de overheidsdata Basisregistratie Adressen en Gebouwen beschikbaar voor Nederland. Deze data konden de gebouwen van 3dshapes vervangen door de grotere precisie, en zorgde er meteen voor dat alle adressen in Nederland beschikbaar waren.

In Vlaanderen zijn er heel wat minder data gedoneerd. In 2013 heeft De Lijn alle data met betrekking tot de buslijnen vrijgegeven. De import ervan is traag, omdat de buslijnen moeten worden gekoppeld aan bestaande straten in OSM. Eind 2013 heeft AGIV ook toegang gegeven tot hun Centraal Referentie Adressenbestand (CRAB). Deze data bevatten alle adressen in Vlaanderen, samen met hun "meest exacte positie", dit is in het beste geval de positie van de voordeur, maar in het slechtste geval gewoon het centrum van de gemeente. Aangezien veel gemeenten in opdracht van het AGIV nog bezig zijn met het controleren van die adressen, staan er nog veel fouten in de database, waardoor ook de import trager gaat. Het AGIV heeft ook een database met gebouwcontouren, maar deze is nog niet vrijgegeven.

Het importeren van data wordt niet altijd als positief gezien. Soms kunnen er fouten van die dataset meekomen in de OSM-data. Deze fouten zijn vaak moeilijk op te sporen. Anderzijds wordt er door het importeren geen gemeenschap gevormd en ontstaat er na de import soms een leegte waar er niemand is om deze data te onderhouden. De VS is een duidelijk voorbeeld van zo'n mislukte import. Daar werden in 2007 en 2008 TIGER-data geïmporteerd van de Amerikaanse overheid. Er zaten veel fouten in die data, en ze zijn inmiddels verouderd, terwijl er nog altijd geen gemeenschap is.

Mapping parties

Naast individuele activiteiten van de deelnemers worden er regelmatig zogenaamde mapping parties of mapathons georganiseerd, met de bedoeling de kwaliteit van de kaart van een bepaalde stad of gebied een impuls te geven. Tijdens zo'n bijeenkomst wordt het betreffende gebied onderverdeeld en trekken de deelnemers eropuit om een deelgebied in kaart te brengen. Naast het verbeteren van de kaart worden tijdens mapping parties ook vaak nieuwe leden verwelkomd en ingewijd in de techniek van het kaartmaken.

State of the Map

Sinds 2007 wordt door de vrijwilligers van OpenStreetMap jaarlijks de State of the Map-conferentie georganiseerd. Na Manchester en Limerick werd deze in 2009 in Amsterdam gehouden. Naast de gebruikelijke twee dagen met presentaties en activiteiten voor de vrijwilligers was er tijdens de State of the Map 2009 een dag bestemd voor het bedrijfsleven.[3] Dit formaat werd ook gehanteerd voor de State of the Map 2010 die in Gerona en de State of the Map 2011 die in Denver gehouden werd. In 2012 vond State Of The Map in Tokyo plaats, en in 2013 was Birmingham de thuislocatie.

Vergelijking met Wikipedia

OpenStreetMap wordt soms ook wel "Wikipedia voor kaarten" genoemd, omdat de kernideeën van Wikipedia en OpenStreetMap dezelfde zijn. De data moeten namelijk onder een vrije licentie blijven (oorspronkelijk zelfs dezelfde licentie als van Wikipedia) en de data worden niet door een centrale overheid gecontroleerd, maar door de gebruikers zelf.

Uit die gelijkenissen zijn ook wat samenwerking gegroeid. Zo heeft iedere gegeocodeerde pagina (zoals de pagina over Duitsland) nu de mogelijkheid om de OSM kaart te bekijken, en meteen al complexe objecten (zoals staatsgrenzen) op die kaart weer te geven.

Humanitair

Het Humanitarian OpenStreetMap Team (HOT) is een organisatie die enerzijds ondersteuning biedt aan hulporganisaties (zoals het Rode Kruis en Artsen zonder Grenzen) om OSM-data te gebruiken, en anderzijds ook de OSM-gemeenschap mobiliseert, zodat mappers snel kaarten kunnen maken waar het dringend nodig is.

HOT is ontstaan na de aardbeving van 2010 in Haïti, waar alle kaarten in een ingestort overheidsgebouw lagen. Door het gebrek aan kaarten hadden de hulpdiensten moeilijkheden met de logistiek. Daarop hebben verschillende NGO's luchtfoto's aan OSM gedoneerd om die zo snel mogelijk te digitaliseren. Door het grote aantal helpende handen was er in enkele dagen een goede kaart van Haïti, waarop ook nog eens alle ingestorte gebouwen of weggezakte wegen waren aangegeven, zodat de reddingsdiensten zelfs statistisch konden analyseren waar hun hulp het meest nodig was, of waar ze niet konden passeren.

Na Haïti heeft HOT nog bij verschillende crisissen samengewerkt met andere hulporganisaties. Zo waren er onder andere: de overstromingen in Pakistan in 2010, de zeebeving bij Fukushima in 2011, de staatsgreep in Mali van 2012, de tyfoon Haiyan in 2013, en de ebolacrisis in 2014.

Naast het crisisproject is er ook een deel van HOT dat zich richt op lokale activatie. Vrijwilligers van HOT gaan naar krottenwijken om de mensen ervan te overtuigen en te helpen om hun buurt in kaart te brengen. Door de straten in kaart te brengen kunnen zaken zoals hulpdiensten georganiseerd worden, als de wasplaatsen of toiletten op kaart staan kan de hygiëne verbeteren, en de gevaarlijke steegjes kunnen ook in kaart gebracht worden om het aantal roofmoorden en verkrachtingen te verminderen.

De lokale activatie is vaak minder dringend, maar daarom niet minder belangrijk.

Datagebruikers

Doordat de data door iedereen vrij gebruikt mogen worden, is het onmogelijk om een volledige lijst met de gebruikers van de data op te stellen.

De zichtbaarste vorm van het gebruik van OSM-data is om die weer te geven als een kaart. Zo heeft bijvoorbeeld FourSquare zijn kaart gebaseerd op OSM-data, met de hulp van MapBox. Maar ook MapQuest geeft OSM-data weer via zijn MapQuest Open-programma.

Er zijn ook creatievere manieren om de data te gebruiken. Zo introduceerde spelfabrikant Hasbro in 2009 een wereldwijde massively multiplayer online game-versie van zijn bordspel Monopoly, waar iedereen zijn eigen straat kon kopen. De database met straten was afgeleid van OSM-data.

Wikipedia-artikelen tonen optioneel de OSM-kaart van de betreffende locatie, indien van toepassing.

De Nederlandse overheid gebruikt ook OSM-data. Zo volgt de overheid de wijzigingen die in die data worden aangebracht om fouten in haar eigen data te vinden.

Er zijn ook enkele humanitaire organisaties (zoals het Rode Kruis en Artsen zonder Grenzen) die OSM-data gebruiken in gebieden waar officiële data vaak niet beschikbaar zijn (zie Humanitair).

Editors

Om de data van OpenStreetMap te bewerken, kan gebruik gemaakt worden van verschillende editors.

Online desktop-editors

iD

iD is sinds 23 augustus 2013[4] de standaard online editor van OpenStreetMap. iD maakt, in tegenstelling tot zijn voorgangers (zie hieronder) geen gebruik van Flash en kan dus zonder browser-plugins in iedere moderne browser worden gebruikt. iD biedt stap-voor-stapinstructies en een eenvoudige interface voor nieuwe gebruikers, maar ook geavanceerde functies zoals ondersteuning voor het bewerken van relaties, zodat ook gevorderde gebruikers bediend worden. iD is ontwikkeld onder leiding van het Amerikaanse bedrijf MapBox, dat voor dit en ander werk ten behoeve van het OpenStreetMap-project een subsidie van de Knight Foundation ontving. De programmacode waaruit iD bestaat is open source en wordt beschikbaar gesteld onder de WTFPL-licentie.

Potlatch 1

Potlatch 1 is de eerste flash-gebaseerde editor voor OpenStreetMap. Deze is ondertussen vervangen door Potlatch 2, maar nog altijd beschikbaar op de website van OpenStreetMap. Het voordeel van deze flashgebaseerde editor was dat hij niet geïnstalleerd hoefde te worden. De kaart kon simpelweg vanuit een browser bewerkt worden met behulp van een eenvoudige interface.

Potlatch 2

Potlatch 2 is als opvolger van Potlatch 1 ook een flashgebaseerde editor, maar deze editor werd volledig herschreven om een duidelijkere interface te verkrijgen. Het was de bedoeling dat Potlatch 2 iedereen zonder technische kennis in staat zou stellen met OpenStreetMap mee te helpen. De Potlatch 2-editor is beschikbaar via de website van OpenStreetMap, maar hij wordt ook gebruikt via andere sites, zoals Mapquest.

Offline desktop-editors

JOSM

JOSM (Java OpenStreetMap Editor) is een offline editor. Men haalt dus eerst gegevens van de server naar de computer, waarop zij vervolgens bewerkt kunnen worden om ze ten slotte weer terug te sturen. Het voordeel van offline editors is dat zij veel geavanceerdere mogelijkheden bieden door het gebruik van kleine scripts. Het doel van JOSM is dan ook om bewerkingen zo snel mogelijk te maken voor gebruikers die OpenStreetMap goed kennen, maar daardoor is JOSM minder gebruiksvriendelijk voor beginners.

Merkaartor

Merkaartor is net als JOSM ook een offline editor, maar deze editor is iets gebruiksvriendelijker voor beginners en daardoor iets minder krachtig. Doordat alles offline gebeurt, is deze editor wel nog altijd sneller en geavanceerder dan de online editors.

Andere editors

Naast de grote desktop-editors bestaan er ook nog kleinere. Zo kunnen met Vespucci op een Androidapparaat ook OpenStreetMap-gegevens aangepast worden, maar dit is minder geavanceerd dan aanpassingen gedaan met behulp van de grote editors. Er zijn ook tal van POI-editors, waarmee slechts bepaalde eigenschappen geüpdatet kunnen worden. Er is bijvoorbeeld een POI-editor ingebouwd in de applicatie OsmAnd, en Wheelmap biedt de mogelijkheid om tags in verband met rolstoelgebruikers aan te passen.

Subsidies en donaties

Als vrijwilligersproject heeft OpenStreetMap Nederland diverse subsidies en donaties ontvangen. De sponsors zijn te vinden op de wiki van OpenStreetMap (wiki.openstreetmap.org), maar hieronder volgt een kort overzicht.

Subsidie Digitale Pioniers

OpenStreetMap Nederland heeft subsidie gekregen in de 12e ronde van de Digitale Pioniers-regeling.[5] Deze subsidie is bedoeld om de introductie van OpenStreetMap in Nederland te versnellen en, meer specifiek, om de drie grote steden Amsterdam, Den Haag en Rotterdam in kaart te brengen.[6]

Deze subsidie liep eind 2007 af en heeft naast de facilitatie van diverse mapping parties, OpenStreetMap Nederland de mogelijkheid gegeven GPS-apparatuur aan te schaffen voor verdere verbetering van de kaart.

Donatie Automotive Navigation Data

In 2007 heeft AND Automotive Navigation Data zijn digitale kaart van Nederland ter beschikking gesteld aan OpenStreetMap.[7] Deze is vervolgens geconverteerd en opgeslagen in de centrale database van OpenStreetMap zodat iedereen ze kan gebruiken en aanpassen. De gedoneerde kaartgegevens zijn niet meer helemaal accuraat, en de hoop is dat de OpenStreetMap-gemeenschap deze data verder kan aanvullen en verbeteren.

Tile-server voor Nederlands gebruik

Eind 2007 heeft OpenStreetMap Nederland de beschikking gekregen over een gedeelde server voor het aanbieden van op OpenStreetMap-gegevens gebaseerde kaarten. Deze is bedoeld voor gebruik door derden en de ontwikkeling van nieuwe initiatieven.[8] Hierdoor zijn onder andere de volgende projecten op gang gekomen:

Software

Eind 2007 heeft OpenStreetMap subsidie gekregen van NLnet voor de ontwikkeling van software.[9]

Het KDE Education Project gebruikt in het programma Marble kaarten van OpenStreetMap. Marble kan zowel voor educatieve doeleinden worden gebruikt als als alternatief voor Google Earth. Voor GNOME is er de applicatie Maps.

Verschillende OpenStreetMapprojecten zijn ook al verkozen geweest voor de GSoC (Google Summer of Code).

Zie ook

Andere systemen, die minder "open" zijn:

Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: OpenStreetMap.
Zie de categorie OpenStreetMap van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.