Onomatopee

Een onomatopee of klanknabootsing is een woord dat fonetisch het geluid dat het beschrijft nabootst of suggereert en dat deel uitmaakt van de woordenschat van een of meer natuurlijke talen. De term onomatopee' is afkomstig van het Oud-Griekse ὄνομα (onoma, naam) en ποιὦ (poiéō, ik maak). Een onomatopee of onomatopoësis is ook een stijlfiguur waarmee in een of meer al dan niet bestaande woorden een geluid wordt nagedaan.

Een voorbeeld van een onomatopee
Kunstzinnige bank "Onomatopee" van Nicolas Dings in het rosarium van park Randenbroek in Amersfoort

Zo kan iemand wel het geluid van een piepende muis nadoen, maar alleen maar beschrijven als piepen. Ook gakken, kwaken, kwekken, sissen, tjilpen, hikken, kraken, zappen, en zoemen zijn voorbeelden van dit soort onomatopeeën.

In veel talen komen onomatopeeën voor. Zo is piepen in het Latijn pipiare en in het Engels to beep. Vaak ook wordt reduplicatie toegepast; een voorbeeld uit het Turks is cırt cırt voor klittenband, evenals het Nieuwgrieks κρατς κρατς (krats krats). Hoewel de nagebootste geluiden vrijwel hetzelfde klinken, zijn de woorden met de uitspraak in verschillende talen vaak niet hetzelfde. Zo is ding dong als geluid voor een deurbel in het Hongaars giling galang, in het Japans chirin chirin en in het Turks çangır çungur.

In de muziek vindt men in het arsenaal van instrumenten veel onomatopeeën zoals pauk, tomtom, kabassa, bongo, conga, maracas et cetera. Een opmerkelijk voorbeeld uit India is de tablataal, met voor elke slagwerkklank een eigen lettergreep, oftewel een bol. In de audiotechniek zijn er termen die als onomatopee kunnen worden aangemerkt, zoals de hifi-term wow en flutter.

Dieren als de koekoek, de tjiftjaf, de kievit, de oehoe, de tureluur, de grietjebie, de grutto, de tjitjak en de tokeh heten zo, omdat ze dat geluid maken. In de Indonesische volkstaal heet een paard tjeplok tjeplok. Ook de omschrijving van dierengeluiden is vaak een onomatopee.

Er zijn ook gebruiksvoorwerpen die (gedeeltelijk) vernoemd zijn naar het geluid dat ze maken, zoals: een gong, een toeter, een koekoeksklok, een klapschaats, een poef, een bom, en een brommer.

Ouders die hun kinderen leren spreken, maken vaak gebruik van klanknabootsende woorden voordat ze de echte woorden leren. Deze woorden hoeven niet per se onderdeel uit te maken van de woordenschat van het Nederlands. Een toetoet is een auto, een waf of woef is een hond, een mauw is een poes. Overigens is een kat in het Chinees daadwerkelijk "māo" (貓/猫).

Voorbeelden van onomatopee in cultuur en media

in literatuur:

  • En dan aten we: smak, glap, slop, slok, slurp, sjiet (een kies). (Simon Vestdijk)
  • Panda krulde haar lippen en liet de lollie haar mond inglijden. Toen er weer uit. En er weer in. Slip-slup. Sliep-slap. Sliep-sloep. (Remco Campert)
  • Klap-klap-klap, m'n dertien duiven slaan hun vlerken, de eene op de aâr [...]. (Guido Gezelle)
  • Het Βρεκεκεκὲξ κοὰξ κοάξ van de kikkers in het gelijknamige toneelstuk van Aristofanes
  • Het galopperende paard in: "Quádrupedánte putrém sonitú quatit úngula cámpum" (Vergilius, Aeneis 8, vers 596)
  • De Lycische boeren nadat ze veranderd zijn in kwakende kikkers: "Quámvis sínt sub aquá, sub aquá maledícere témptant" (Ovidius, Metamorphoses 6, vers 376)

in strips:

Het geluid van een dreun: bam!

Toepassingen van de onomatopee vindt men ook in het stripverhaal. Veel striptekenaars zoeken naar zo origineel mogelijke vormen. Natuurlijk kan dat in een vertaling problemen geven. Onomatopeeën blijken namelijk niet universeel.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.