Nieuwe Waterweg

De Nieuwe Waterweg is het laatste stuk van de verbinding van Rotterdam met zee, en kwam in 1872 tot stand. De lengte van deze doorgraving van de duinen bij wat nu Hoek van Holland heet, maar destijds tot de gemeente 's-Gravenzande behoorde, bedroeg 4,3 km. Door de verbreding van het strand is hij nu wat langer: tot aan het eind van de splitsingsdam die hij deelt met het Calandkanaal, waar de Maasmond begint circa 7 km. Vanaf 1877 werd de doorgang belangrijk verbreed en verdiept en kwam echt een nieuwe waterweg tot stand.[1]

Nieuwe Waterweg
Nieuwe Waterweg (ligt voorbij de Maeslantkering)
Lengte± 7 km
ScheepsklasseZeeschepen
Jaar ingebruikname1872
VanHet Scheur, (grens ligt bij de Maeslantkering)
NaarNoordzee (Maasmond)
Loopt doorZuid-Holland
Portaal    Maritiem

Geschiedenis

Rotterdam was in het midden van de 19e eeuw al een van de grootste havensteden geworden. Dit kwam onder meer door het grote aandeel aan doorvoer naar Duitsland en Engeland. De toename van het aantal scheepsbewegingen leidde tot een capaciteitsprobleem. De delta van de Rijn was bovendien zo vertakt dat het voor de moderne grotere schepen van die tijd steeds moeilijker werd om de haven te bereiken.

Plan Caland

Ontwerp van Nieuwe Waterweg volgens Plan Caland, 1857-1863
Vaargeul Nieuwe Waterweg

De wet van 24 januari 1863 maakte het mogelijk "in het belang van handel en scheepvaart (...) den waterweg van Rotterdam naar zee te verbeteren". Deze verbetering strekte zich uit van "Krimpen" tot "den Hoek van Holland". Waterbouwkundig ingenieur Pieter Caland kreeg de opdracht van de Waterstaatdienst Holland om “de Hoek van Holland” door te steken en de Rijnmonding tot aan zee door te trekken. Eerder waren al in 1731 door Nicolaus Cruquius (1678–1754) ontwerpen voor een doorgraving gemaakt. Caland bedacht, in tegenstelling tot Cruqius, een oplossing ter voorkoming van het weer dichtslibben. Calands plan hield meer in dan een simpele doorgraving tot een bepaalde dieptelijn voor de kust.

De waterstaatdienst had geen alternatieven en gaf Caland de opdracht om de doorsteek te maken om de Rotterdamse haven niet in verval te laten raken. De uitvoering van de werken begonnen op 23 januari 1864 met het buitenwerk op het strand en in de zee. Met de landzijdige doorgraving kon vanwege de nodige onteigeningen pas in 1865 worden begonnen. Het begin van de doorgraving werd plechtig gesymboliseerd toen op 31 oktober 1866 de Prins van Oranje de "eerste" spa ter verbetering van de waterweg van Rotterdam naar zee in de grond stak.

De eerste fase van het werk bestond uit de onteigening van de boerengronden. Het waren percelen gelegen tussen Rozenburg en Hoek van Holland. In de tweede fase werden twee evenwijdige aan elkaar liggende dammen aangelegd, dit duurde twee jaar. Tijdens het project kwam Caland met het voorstel om de dammen tot 2 km in zee aan te leggen, om de stroming van de Noordzee zo veel mogelijk te breken, zodat er ook minder slib de vaargeul in zou komen. Nadat de aanleg van de dammen was voltooid werd begonnen met de derde fase. Hierbij werd de daadwerkelijke vaargeul gegraven. Deze werkzaamheden begonnen zoals gezegd in 1865. De grote hoeveelheden grond werden op hun beurt weer gebruikt om de dammen en dijken te verstevigen.

Als laatste fase werden de dammen die de vaargeul van de zee en de rivier scheidden doorgestoken. De Rijn was grotendeels tijdelijk omgeleid via de Maas, waardoor de oude Rijndelta een dusdanig laag peil had gekregen dat men de damwanden kon doorsteken. In 1872 werd de Nieuwe Waterweg een feit en was Rotterdam gemakkelijk bereikbaar.

Door stroming en erosie is de vaargeul enigszins verbreed. Vanwege de diepgang van de huidige mammoettankers moet de vaargeul constant worden uitgebaggerd.

Nieuwe Waterweg - Scheur - Nieuwe Maas

De oostelijke grens van de Nieuwe Waterweg wordt gemarkeerd door de Maeslantkering. De Maeslantkering ligt achter of op de grens waar de naar het zuiden afbuigende rivier het Scheur werd afgedamd en vanaf waar de doorgraving van de duinen begon (zie hiernaast de tekening Overzicht ontwerp Nieuwe Waterwegen). De gehele verbinding van Rotterdam met zee bestaat nu derhalve uit een inmiddels genormaliseerde rivier en een klein stukje kanaal, te weten: de Nieuwe Maas vanaf Rotterdam, het Scheur vanaf de samenkomst Oude Maas en Nieuwe Maas tot en met de Maeslantkering en ten slotte vanaf de Maeslantkering de Nieuwe Waterweg. Het is een drukbevaren scheepvaartroute voor het havengebied van Rotterdam, met uitzondering van de Europoort en de Maasvlakte. Er zijn geen obstakels zoals sluizen of bruggen die de verbinding van Rotterdam met zee belemmeren met uitzondering van de Maeslantkering, die onder extreme weersomstandigheden gesloten kan worden. Er is een veer tussen Maassluis en Rozenburg voor voetgangers, fietsers, personenauto's en vrachtauto's (Veer Maassluis).

Als laatste onderdeel van de Deltawerken werd in 1997 de Maeslantkering in werking gesteld. Deze stormvloedkering beschermt Rotterdam door bij een storm met meer dan 10-12 Beaufort (noord)westenwind twee beweegbare wanden in de Nieuwe Waterweg te laten afzinken.

De gehele verbinding van Rotterdam met zee wordt als de Waterweg aangeduid.

Zie de categorie Nieuwe Waterweg van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.