Morfine
Morfine is een in de geneeskunde veelgebruikt krachtig narcotisch analgeticum (pijnstiller). De apotheker Friedrich Sertürner isoleerde in 1804 het alkaloïde morfine (C17H19NO3) als een van de werkzame bestanddelen van opium. De naam morfine is ontleend aan de god Morpheus uit de Griekse mythologie. Hoewel morfine in principe geheel synthetisch gemaakt kan worden, wordt de grondstof waar morfine uit wordt geëxtraheerd (de ruwe opium) nog steeds door de papaverplant geleverd. Het is zo de oudste aan de mens bekende pijnstiller. De stof is opgenomen in de lijst van essentiële geneesmiddelen van de WHO.
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts. |
Morfine
| ||||
Chemische structuur | ||||
Algemene structuur van morfine | ||||
Farmaceutische gegevens | ||||
Beschikbaarheid (F) | 20–30% (via mond) | |||
Metabolisatie | Hepatisch 90% | |||
Halfwaardetijd (t1/2) | 2-3 uur | |||
Uitscheiding | Nieren 90%, gal 10% | |||
Gebruik | ||||
Geneesmiddelengroep | Pijn en ontsteking | |||
Subklasse | Narcotische analgetica | |||
Merknamen | MS Contin, MSIR, Avinza, Kadian, Oramorph, Roxanol | |||
Indicaties | Pijn en ontsteking | |||
Voorschrift/recept | Ja | |||
Toediening | Oraal, SC, IM, IV | |||
Risico met betrekking tot | ||||
Zwangerschapscat. | C | |||
Databanken | ||||
CAS-nummer | 57-27-2 | |||
ATC-code | N02AA01 | |||
PubChem | 148818 | |||
DrugBank | APRD00215 | |||
Farmacotherapeutisch Kompas | Morfine | |||
Chemische gegevens | ||||
Molecuulformule | C17H19NO3 | |||
IUPAC-naam | (5α,6α)-7,8-Didehydro-4,5-epoxy-17-methylmorfinaan-3,6-diol | |||
Molmassa | 285,4 g/mol | |||
|
Er bestaat in de klinische praktijk enig bezwaar tegen het gebruik van morfine en morfinederivaten omdat ze verslavend zouden zijn en er tolerantie zou optreden. Het therapeutisch gebruik van opiaten (bijvoorbeeld in het kader van een pijnbehandeling) blijkt niet tot grote problemen te leiden. Afgezien daarvan kan het echter aanleiding geven tot lichamelijke afhankelijkheid, wat wil zeggen dat bij plotseling staken de patiënt ontwenningsverschijnselen kan ontwikkelen. Een opiaat dient dan ook altijd geleidelijk afgebouwd te worden. Van gewenning – het fenomeen dat in de loop der tijd steeds hogere doseringen nodig zijn – is inderdaad sprake voor sommige effecten van het middel.
Indicaties om morfine voor te schrijven zijn acute ernstige pijn (post-operatief, myocardinfarct) en bij asthma cardiale. Morfine wordt eveneens ingezet bij chronische hevige pijn zoals in het terminale stadium van een ziekte. Daarnaast wordt morfine gebruikt als premedicatie vóór anesthesie, en als analgeticum tijdens de operatie.
Voor acute pijnstilling wordt morfine parenteraal toegepast (subcutaan, intramusculair, intraveneus en epiduraal). Als onderhoudsdosering wordt het in de vorm van zetpillen en als drank ingezet. Een diagnostische bijwerking zijn de kleine pupillen; miosis.[1]
Bronnen, noten en/of referenties |
Zie de categorie Morphine van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |