Loolijn

De Loolijn, Koningslijn of het Paleisspoor was een aftakking van de Nederlandse Oosterspoorweg naar paleis Het Loo in Apeldoorn. De Loolijn maakte deels gebruik van de Spoorlijn Apeldoorn - Zwolle.

Geschiedenis

Het deel Amsterdam-Amersfoort van de Oosterspoorweg was in 1874 klaar, de verlenging naar Apeldoorn en Zutphen kwam in 1876 gereed. Hierbij werd ook een aftakking ten westen van station Apeldoorn in noordelijke richting aangelegd, die als eindpunt paleis Het Loo had. Dit baanvak had een lengte van 3,3 kilometer. De verlenging was een initiatief van koning Willem III, die graag rechtstreekse treinreizen van Den Haag naar Het Loo mogelijk wilde maken.

Het aanvankelijke plan was om het perron op de bassecour ofwel het voorplein van het paleis te bouwen, maar op aanraden van een hofarchitect werd dit het einde van de oprijlaan, pal voor het toegangshek. De officiële ingebruikname was op 1 mei 1876 door Willem III zelf. Ook gewone burgers konden gebruikmaken van de Koningslijn. Toen de koning eind november 1890 overleed, werd zijn stoffelijk overschot over de lijn en verder naar Den Haag vervoerd. Dit gebeurde middels de koninklijke trein, in 1872 op last van hemzelf gebouwd. Deze trok de katafalk-wagen waarin het lichaam was opgebaard.

In 1887 werd de lokaalspoorlijn Dieren – Apeldoorn – Het Loo opengesteld. Deze takte bij Apeldoorn af in noordelijke richting en sloot met een oostelijke boog aan op de Loolijn. Kort voor het paleis takte de lijn dan weer af in oostelijke richting en had aanvankelijk als eindpunt station Het Loo. Later werd de lijn doorgetrokken naar Zwolle: de Baronnenlijn.

In april 1903 reed de nieuwe koninklijke trein voor bij het paleis om aan koningin Wilhelmina te worden aangeboden. In 1908 werd het perron verlengd om de langere koninklijke treinen te kunnen laten halt houden. In 1922 werden de rails vervangen door langere en zwaardere types. In de jaren 20 en 30 werd regelmatig gebruikgemaakt van de Loolijn als leden van het koninklijk huis op reis gingen of gasten ontvingen.

In de Tweede Wereldoorlog moest Wilhelmina met haar familie vluchten naar Londen. De Duitse bezetters maakten van het spoor naar Zwolle gebruik voor vervoer van militair materieel maar braken ook zoals op veel plekken in Nederland delen van het Paleisspoor op, althans het deel vanaf de aftakking naar Zwolle tot aan paleis Het Loo (uit documenten uit die tijd bleek dat de Duitsers dit deel als een emplacement beschouwden). Later werd dit traject opnieuw gelegd, na de oorlog maakte Wilhelmina er nog regelmatig gebruik van.

Einde van de lijn

Na Wilhelmina’s troonsafstand in 1948 raakte de lijn in onbruik. De Loolijn werd in 1954 opgebroken, nadat ook het personenvervoer over de lijn naar Zwolle al was gestaakt.

In 1972 kwam ook een eind aan het goederenvervoer over het traject Apeldoorn – (station) Het Loo – Hattem. Sloop van het baanvak volgde in 1976/77. De loop van de aftakking van het traject Amersfoort-Apeldoorn is nog te herkennen in de Prinses Beatrixlaan en vervolgens de nog altijd ruim opgezette Koning Lodewijklaan, die uitkomt bij De Naald. Het stuk vanaf dat punt tot aan het paleishek is thans een van de bomenlanen op de voorhof van het paleis.

Restanten

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.