Lokaalspoorweg

Een lokaalspoorweg is in Nederland een als zodanig aangewezen spoorweg die bestemd is voor openbaar personenvervoer met stads-, voorstads- of regionale spoorvervoerdiensten of voor goederenvervoer, en geen hoofdspoorweg is.[1] Aan lokaalspoorwegen worden minder hoge eisen gesteld dan aan de hoofdspoorwegen.

Provincies dragen zorg voor het beheer van lokaalspoorwegen.[2] Dat betekent dat ProRail niet automatisch de spoorbeheerder van een lokaalspoorweg is.

Geschiedenis

In 1878 werd het dankzij de Locaalspoor- en Tramwegwet mogelijk om ook spoorwegen aan te leggen waaraan minder hoge eisen worden gesteld op het gebied van beveiliging (spoorwegovergangen hoefden niet bemand te zijn) en maximale aslast. De maximumsnelheid op een lokaalspoorweg was wel lager, maximaal 30 km per uur, later 40 km/h.[3] Door de lagere eisen was de aanleg goedkoper, zodat de lokaalspoorweg een nieuwe spoorcategorie werd tussen de bestaande categorieën hoofdspoorweg en tramweg in.

Lokaalspoorwegmaatschappijen schoten na 1880 als paddenstoelen uit de grond om gebieden te ontsluiten die te dunbevolkt zijn voor de aanleg van een hoofdspoorweg. De exploitatie werd veelal overgedragen aan grote spoorwegmaatschappijen als de SS of de HSM. In de jaren dertig van de twintigste eeuw worden de meeste lokaalspoorwegen alweer gesloten omdat ze de hevige concurrentiestrijd met de bus verloren hadden. Sommige lijnen zijn omgezet in hoofdspoorwegen. Tot 2005 was vrijwel het hele Nederlandse spoorwegnet 'hoofdspoorweg' en was de verouderde lokaalspoorwegwetgeving in onbruik geraakt.

Lokaalspoorwegen verbouwd tot hoofdspoorweg

De meeste lokaalspoorwegen zijn opgeheven en opgebroken, vele werden vanaf circa 1930 gesloten voor reizigersverkeer, maar bleven in sommige gevallen nog in gebruik voor goederenvervoer. Een aantal lokaalspoorwegen werd verbouwd tot hoofdspoorweg:

Museumspoorlijnen

In 2005 werd de oude wetgeving weer uit de kast gehaald. Een aantal hoofdspoorlijnen die eigendom zijn van museumspoorlijnen, werden aangewezen als lokaalspoorweg om te voorkomen dat ProRail de beheerder zou worden van deze lijnen. ProRail heeft namelijk een beheerconcessie gekregen voor alle hoofdspoorwegen in Nederland en men vond het niet de taak voor ProRail om spoorlijnen te beheren die niet meer of uitsluitend door museumlijnen gebruikt worden.

Met de komst van de Wet lokaal spoor[4] en het Besluit aanwijzing van lokale spoorwegen[5] is de situatie weer veranderd. Deze regels wijzigen de definitie van lokaal spoor. Nu vallen tram-, sneltram-, lightrail- en metrolijnen onder de werking van de Wet lokaal spoor. Museumlijnen zijn 'bijzondere spoorwegen' geworden. De regels voor bijzondere spoorlijnen staan in het Besluit bijzondere spoorwegen.[6]

Bronnen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Locaalspoor- en Tramwegwet op Wikisource.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.