Kölner Zoo

Nabij de hoofdingang zijn de verblijven van de berensoorten. De dierentuin heeft twee soorten: de Maleise beer (Helarctos malayanus), waarvan de tuin stamboekhouder is, en de grizzlybeer (Ursus arctos horribilis).

Centraal in de tuin liggen een drietal vijvers die onderling zijn verbonden. Rondom deze vijvers liggen de verblijven van verschillende hoefdiersoorten. Tot de hoefdierencollectie van de dierentuinen behoren onder andere het przewalskipaard (Equus przewalskii), de grévyzebra (Equus grevyi), de okapi (Okapia johnstoni), de netgiraffe (Giraffa camelopardalis reticulata), de Amerikaanse bizon (Bison bison) en de muskusos (Ovibos moschatus).

De verblijven van katachtigen worden bezet door Aziatische leeuwen (Panthera leo persica), Siberische tijgers (Panthera tigris altaica), Perzische luipaarden (Panthera pardus saxicolor) en sneeuwpanters (Uncia uncia). In een nabijgelegen verblijf leeft de kleine panda (Ailurus fulgens).

Het Regenwaldhaus werd in 2000 geopend en het richt zich op de flora en fauna van Zuidoost-Azië. Verschillende vogelsoorten, waaronder de manenduif (Caloenas nicobarica) en de Scheepmakers kroonduif (Goura scheepmakeri), vliegen vrij rond in het gebouw. In afgeschermde verblijven leven onder andere withandgibbons (Hylobates lar), dwergotters (Amblonyx cinereus), Matschie-boomkangoeroes (Dendrolagus matschiei) en pythons.

De primaten zijn voor een groot deel ondergebracht in en rondom vier gebouwen: het Urwaldhaus, het Vogelhaus, het Glashaus en het Madagaskarhaus. In het Urwaldhaus en omliggende buitenverblijven leven drie soorten mensapen, de Borneose orang-oetan (Pongo pygmaeus), de westelijke laaglandgorilla (Gorilla gorilla gorilla) en de bonobo (Pan paniscus). Ook de franjeapen (Colobus polykomos) en de baardapen (Macaca silenus) zijn in het Urwaldhaus ondergebracht. Op de Affenfelsen leeft een groep mantelbavianen (Papio hamadryas). Het Vogelhaus werd in 1899 gebouwd in de stijl van een Russische kathedraal en in de omgeving van het gebouw leven Zuid-Amerikaanse apensoorten zoals de rode brulaap (Alouatta seniculus) en diverse soorten klauwapen. In het Madagaskarhaus uit 1973 leven de makisoorten van de Kölner Zoo, waaronder de breedsnuithalfmaki (Prolemur simus), de blauwoogmaki (Eulemur flavifrons) en de bonte maki (Varecia variegata). Het Glashaus is gebouwd in 2008 en bevindt zich achter de Südamerika-verblijven. Dit gebouw huisvest diverse Zuid-Amerikaanse apensoorten zoals de geelborstkapucijnaap (Cebus xanthosternos).

De dikhuidigen waren oorspronkelijk allemaal ondergebracht in het Dickhäuterhaus, dat in 1863 gebouwd werd en daarmee het oudste nog bestaande gebouw van de tuin is. Tegenwoordig leven hier nog enkel een zwarte neushoorn (Diceros bicornis) en penseelzwijnen (Potamochoerus porcus); de nijlpaarden (Hippopotamus amphibius) verhuisden in 2010 naar de Hippodom, een tropische kas waarin verder ook nijlkrokodillen (Crocodylus niloticus), sitatoenga's (Tragelaphus spekii) en diverse vogels leven. Een kudde Aziatische olifanten (Elephas maximus) is ondergebracht in het in 2004 geopende Elefantenpark.

Naast de hoofdingang bevindt zich het Aquarium dat in 1971 werd gebouwd. Bijzondere aquaria zijn het Riffaquarium (vissen uit het koraalrif), het Tanganjikabecken (vissen uit het Tanganyikameer) en het Rheinpanorama (vissen uit de Rijn). Naast de daadwerkelijke aquaria omvat het Aquarium ook terraria met verschillende soorten, hagedissen, krokodillen, slangen en kikkers en een insectarium.