Kleine panda

De kleine panda, rode panda of katbeer (Ailurus fulgens) is een bedreigde diersoort die in het oosten van het Himalayagebergte en in het zuidwesten van China leeft. Net zoals de reuzenpanda eet hij bamboe. De kleine panda is geen beer, maar behoort tot de superfamilie Musteloidea en de familie katberen (Ailuridae) waarvan het de enige nog levende soort is. De kleine panda is nauwer verwant aan wasberen dan aan beren.

Kleine panda
IUCN-status: Bedreigd[1] (2015)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Carnivora (Roofdieren)
Superfamilie:Musteloidea
Familie:Ailuridae (Kleine panda's)
Geslacht:Ailurus
Cuvier, 1825
Soort
Ailurus fulgens
Cuvier, 1825
Leefgebied
Afbeeldingen Kleine panda op Wikimedia Commons
Kleine panda op Wikispecies
Portaal    Biologie
Zoogdieren

Er bestaan twee ondersoorten, Ailurus fulgens fulgens en Ailurus fulgens styani. Sommige onderzoekers denken dat de verschillen tussen beide groot genoeg zijn om over twee ondersoorten te spreken: Ailurus fulgens uit de Himalaya en de Chinese Ailurus styani. In 2020 bevestigde een studie dit ook genomisch.[2][3][1] In de rest van dit artikel wordt uitgegaan van één soort met twee ondersoorten.

Uiterlijke kenmerken

De vachtkleur is rood- of kastanjebruin, afgezien van witte randjes aan de oren en witte vlekken op de wangen, rond de snuit en boven de ogen. Vanaf de ogen lopen brede, donkere "huilstrepen" omlaag. De staart bevat lichte en donkere ringen en dient als camouflage en om het dier in balans te houden. De rode panda heeft half-intrekbare klauwen, waarmee het dier goed kan klimmen. De lichaamslengte bedraagt 50 tot 64 cm,[4] de staartlengte 25 tot 50 cm en het gewicht 3 tot 6 kg.

Leefwijze

Het voedsel van dit nachtactieve dier bestaat uit bamboescheuten en -bladeren, grassen, wortels, vruchten, maar ook uit larven, eieren, muizen, hagedissen en vogeltjes. De territoriumgrenzen worden gemarkeerd met urine en een muskusachtige uitscheiding uit de anaalklieren. De communicatie geschiedt door middel van korte fluit- en pieptonen.

Voortplanting

Het is een solitair dier dat in de voortplantingstijd paarbindingen aangaat. De jongen komen meestal ter wereld in een boomholte, bekleed met bladeren, mos en ander zacht materiaal. Een nest, dat wordt aangelegd in een takvorm, onder boomwortels of in dichte bamboebosjes, telt 2 tot 5 jongen. Moeders en jongen blijven enkele jaren bijeen. Bij dieren in gevangenschap duurt de draagtijd 90 dagen plus nog een wisselend aantal dagen waarin de eisprong wordt uitgesteld.

Verspreiding

Deze soort komt voor in Zuid- en Zuidoost-Azië. Gematigde bergwouden op hoogten tussen 1800 en 4000 meter vormen de voornaamste habitat van deze soort. De habitat wordt echter steeds kleiner door het kappen van bomen. Bovendien wordt er soms op de dieren gejaagd voor hun pels. Naar schatting leven er nog 10.000 dieren in de natuur.[5]

Trivia

  • Artis maakte in juli 2008 bekend dat een op 30 juni geboren panda werd opgevoed door een huiskat, nadat het dier verstoten was door de moeder.[6] Het jong overleed desondanks op 18 juli.[7]
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.