Kleine sterdodecaëder
Een kleine sterdodecaëder is in de meetkunde een van de 4 kepler-poinsot-lichamen, met als basis een dodecaëder. Op de vijfhoekige zijvlakken van deze dodecaëder zijn vijfhoekige piramiden geplaatst, waardoor een soort ster wordt gevormd.
Kleine sterdodecaëder gezien als zelfdoorsnijdend veelvlak
| ||||
Vlakken | 12 pentagrammen | |||
Hoekpunten | 12 | |||
Ribben | 30 | |||
Zijvlakken per hoekpunt | 5 | |||
Ribben per zijvlak | 5 | |||
Symmetriegroep | Ih | |||
Eigenschappen | Concaaf | |||
Duale vorm | Grote dodecaëder | |||
|
Kleine sterdodecaëder gezien als normaal veelvlak
| ||||
Vlakken | 60 driehoeken | |||
Hoekpunten | 32 | |||
Ribben | 90 | |||
Zijvlakken per hoekpunt | 5 of 6 | |||
Ribben per zijvlak | 3 of 5 | |||
Symmetriegroep | Ih | |||
Eigenschappen | Concaaf | |||
|
Gezien als sterveelvlak zijn de zijvlakken 12 pentagrammen die elkaar snijden; de snijlijnen worden elk als één ribbe van het sterveelvlak beschouwd, en de buitendelen van de pentagrammen niet als aparte zijvlakken. De kleine sterdodecaëder heeft dan dus 12 "zijvlakken", 30 ribben en 12 hoekpunten, waarbij dus niet voldaan is aan de formule van Euler voor veelvlakken. Gezien als gewoon veelvlak heeft het 60 zijvlakken (alle aan de punten van de ster), 90 ribben (60 aan de zijkanten van de punten van de ster en 30 van de dodecaëder in het midden) en 32 hoekpunten (12 aan de uiteinden van de punten van de ster, met 5 vlakken samenkomend, en 20 van de dodecaëder in het midden, met 6 vlakken samenkomend).
De symmetriegroep is Ih.
De oppervlakte A van een standaard kleine sterdodecaëder (lengte van een zijde van de vijfhoek is 1) is:
De inhoud V wordt gegeven door: