Katholieke Kerk in Georgië

De Katholieke Kerk in Georgië maakt deel uit van de wereldwijde Katholieke Kerk onder het leiderschap van de paus en de curie.

St. Petrus en Pauluskerk, Tbilisi

Het katholicisme is in Georgië de religie van een kleine minderheid. De meerderheid van de bevolking is wel christelijk maar belijdt de oosterse orthodoxie van onder meer de Georgisch-Orthodoxe Kerk.

Geschiedenis

De evangelisatie van Georgië gebeurde, volgens de traditie, in de 4de eeuw door de heilige Nina. Het Georgische christendom ontwikkelde zich volgens de oosters-orthodoxe traditie.

In de 13de eeuw zouden katholieke missionarissen actief geweest zijn in Georgië en kleine gemeenschappen hebben bekeerd die de Latijnse ritus volgden. Een Latijns bisdom werd opgericht in 1329 en bestond tot het begin van de 16de eeuw waarna het werd opgeheven wegens gebrek aan ondersteuning door de Georgiërs.

In de 17de eeuw werden nieuwe missies door Franse missionarissen opgericht. In de volgende eeuwen ontwikkelde zich een gemeenschap van Latijnse katholieken. Na de Russische verovering in de 19de eeuw werden de missionarissen in 1845 door de Russische autoriteiten verdreven. Alleen de Russisch-Orthodoxe Kerk werd toegelaten.

In 1848 kwam het tot een overeenkomst tussen paus Pius IX en tsaar Nicolaas I waarbij de oprichting van een Latijns Bisdom in Tiraspol (in het huidige Moldavië) werd toegelaten. Bij dit bisdom, gelokaliseerd op Russisch grondgebied, werden alle Transkaukasische katholieken, ook deze van Georgië, aangesloten.

Aan het einde van de 19de eeuw wensten groepen Georgische katholieken de Byzantijnse ritus te gebruiken. Dit werd hun echter niet toegestaan daar de tsaar het gebruik van deze ritus door katholieken had verboden. Een aantal schakelde dan over op de Armeense ritus. Er bestond in die tijd een Armeens-katholiek bisdom in Artvin in de Russische Transkaukasus. Vanaf 1905 –na het toekennen van godsdienstvrijheid in Rusland- konden Georgische katholieken de Byzantijnse ritus wel beoefenen. Er werd echter geen apart bisdom voor hen opgericht.

Uit de periode van de communistische overheersing is zo goed als niets bekend over het gemeenschapsleven van de katholieken in Georgië.

Huidige situatie

Na de val van de Sovjet-Unie werd eind 1993 de Apostolische Administratie Kaukasus van de Latijnse ritus opgericht met hoofdzetel in de Georgische hoofdstad Tbilisi. De rooms-katholieken in Georgië maken deel uit van de wereldwijde Rooms-Katholieke Kerk onder het geestelijk gezag van de paus van Rome. Zij wonen vooral in de hoofdstad Tbilisi en in de zuidelijke regio van het land in dorpen met uitsluitend katholieke inwoners. In Tbilisi zijn er twee katholieke kerken: de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal in het oude historische stadsdeel, en de parochiekerk van Sint-Petrus en Paulus. Recent werd een nieuw seminarie geopend in een buitenwijk van Tbilisi.

Voor de katholieken van de Armeense ritus bestaat het "Ordinariaat voor Armeense katholieken in Oost-Europa", opgericht in 1991 met zetel in Gjoemri, Armenië. Dit Ordinariaat, dat ook verantwoordelijk is voor Rusland en Oekraïne, telt 220.000 gelovigen in totaal.

Naast de katholieken van de Latijnse en Armeense ritus zijn er in Georgië ook katholieken die de Byzantijnse ritus volgen. Zij vormen echter geen officiële Kerk erkend door Rome. Men schat hun aantal op 500.

Apostolisch nuntius voor Georgië is aartsbisschop José Avelino Bettencourt, die tevens nuntius is voor Armenië.

Geografische verspreiding

Volgens de volkstelling van 2014 telt Georgië 19.195 katholieken, hetgeen 0,5% van de totale bevolking is. Zij wonen vooral in de regio Samtsche-Dzjavacheti (15.024 gelovigen), gevolgd door de stad Tblisi (1.662 gelovigen) en Kvemo Kartli (1.493 gelovigen).[1]

De Georgische katholieken hebben een vrij lage urbanisatiegraad: meer dan driekwart van de katholieken woont op het platteland.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.