Kaaitheater

Het Kaaitheater is een Brussels kunstencentrum voor dans, theater en performance. Ontstaan in 1977 als tweejaarlijks festival voor experimentele podiumkunsten, kon het vanaf 1987 een permanente seizoenswerking uitbouwen. Sinds 1993 is het Kaaitheater gehuisvest in het vroegere Lunatheater op het Sainctelettesquare 20. Daarnaast beschikt het kunstencentrum ook over een tweede, kleiner platform (de Kaaistudio's) in de Onze-Lieve-Vrouw van Vaakstraat 81.

Kaaitheater

Geschiedenis

Kaaitheater was aanvankelijk een Brussels theaterfestival dat in september 1977 voor de eerste maal plaatsvond. Aanleiding was de honderdste verjaardag van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS). Daarna werd het een tweejaarlijks theaterfestival met een merkelijk avant-gardistische en internationale programmering. In 1987 veranderde het festival in het kunstencentrum Kaaitheater.

Kaaitheater als festival (1977-1985)

De eerste locatie van het festival was het plein achter de KVS, dat gelegen is tussen de Arduinkaai en de Hooikaai. Vandaar de naam 'Kaaitheater'. Aanvankelijk werden de voorstellingen gespeeld in een grote tent en in een heringerichte garage aan het plein.

Vanaf de eerste editie had bezieler Hugo De Greef al plannen om van Kaaitheater een jaarlijks terugkerend festival te maken. Toch kon de tweede editie pas plaatsvinden in 1979. Opnieuw was dat een feestjaar voor Brussel: de stad vierde haar millennium en maakte ook voor Kaaitheater een aanzienlijke som geld vrij. Dat maakte het mogelijk om internationaal gerenommeerde podiumkunstenaars als de Amerikaanse regisseur Robert Wilson uit te nodigen. Het festival verliet ook het geïmproviseerde terrein achter de KVS en week uit naar diverse speelplekken in Brussel. De Ancienne Belgique functioneerde als festivalcentrum. Het festival vond niet langer plaats in september, maar in het voorjaar (april-mei).

De programmatie van het festival was, zeker in de beginjaren, heel divers. Het doel was om vernieuwend en experimenteel theaterwerk uit binnen- en buitenland naar Brussel te halen. Dat resulteerde het eerste jaar in een selectie van groepen die sterk visueel gericht theater maakten (Teatr Stu uit Krakau, La Cuadra de Sevilla) en groepen die politiek geëngageerd toneel brachten (Kollektiv Rote Rübe uit München, Kollektief Internationale Nieuwe Scène uit Antwerpen).

In 1979 was het aanbod nog meer heterogeen. Toen was er zowel repertoiretheater (Knecht van twee meesters door Ro Theater, onder regie van Franz Marijnen) als mime en clownerie (Théâtre de la Jacquerie met Jacques Lecoq, Sierkus Radeis met Josse De Pauw en Dirk Pauwels, Etherisch Strijkersensemble Parisiana van Eric De Volder) en performance art (Hugo Roelandt) te zien.

Vanaf de derde editie van 1981 zette festivalorganisator Hugo De Greef sterker in op eigen producties. Dat resulteerde in de opgemerkte productie Maria Magdalena van Jan Decorte en Het Trojaanse Paard, naar het treurspel van Friedrich Hebbel uit 1843. De opvallendste internationale gast was de New Yorkse Wooster Group met hun productie Point Judith. Voor het eerst was op het festival ook dans te zien, namelijk van de West-Duitse danseres en choreografe Reinhild Hoffmann en haar Bremer Tanztheater en van de Japanner Min Tanaka.

De vierde editie (1983) zette de tendensen van 1981 voort. Er waren opnieuw eigen producties: King Lear van Jan Decorte, en Rosas danst Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker. Ook de Wooster Group deed opnieuw mee, met de Route 1 & 9 en eveneens met een soloproductie van Spalding Gray. Het programma omvatte ook de acht uur durende voorstelling van Jan Fabre, Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was (1982), in de Ancienne Belgique.

De vijfde editie van Kaaitheater omvatte onder meer producties van Gerardjan Rijnders, Marc Vanrunxt, Steve Paxton en Jan Fabre.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.