Julius Streicher

Julius Streicher (Fleinhausen, 12 februari 1885Neurenberg, 16 oktober 1946) was een Duitse nazi-leider en journalist.

Julius Streicher
Streicher (1935)
Geboren12 februari 1885
Fleinhausen, Koninkrijk Beieren, Duitse Keizerrijk
Overleden16 oktober 1946
Neurenberg, Amerikaanse bezettingszone in Duitsland
Politieke partijNSDAP
Gouwleider van Franken
Aangetreden1929
Einde termijn16 februari 1940
VoorgangerGeen
OpvolgerHans Zimmermann (waarnemend, 1940)
Karl Holz (waarnemend vanaf 1942, permanent vanaf 1944)
Portaal    Politiek

Streicher was aanvankelijk leraar, maar vocht in de Eerste Wereldoorlog en behaalde de rang van eerste luitenant. Hij stichtte na de oorlog een antisemitische partij (Deutsch-Sozialistische Partei), die hij in 1922 liet opgaan in Hitlers NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij). Hij nam deel aan de Bierkellerputsch van 1923. Daarna werd hij partijsecretaris van de NSDAP in Neurenberg. In 1925 stichtte hij Der Stürmer, een antisemitisch weekblad. Zijn zeer succesvolle uitgeverij Stürmer-Verlag publiceerde onder andere een reeks antisemitische kinderboeken, waaronder het beruchte boekje Giftpilz (de giftige paddenstoel). In 1925 werd Streicher Gauleiter van Frankenland. Streicher stond bekend als een corrupt en spilzuchtig man. In de loop van de jaren dertig werd zijn positie, ondanks de bescherming van zijn antisemitische geestverwant Hitler, onhoudbaar. Hij werd uit zijn ambten gezet, maar bleef door ingrijpen van de Führer wel Gauleiter. Verder bleef hij uitgever van Der Stürmer.

Streicher was bovenal berucht om zijn pathologische Jodenhaat, zoals die tot uiting kwam in zijn artikelen in Der Stürmer. In de eindeloze hetze die hij tegen de Joden voerde, werden zij op een hysterische wijze van alle mogelijke misdaden (tegen het Duitse volk) beschuldigd, zoals perversie, bedrog, uitbuiting, samenzwering en verraad. De Jood werd door Streicher bestempeld als een seksueel wellustig en verworden wezen, voortdurend erop uit om het Duitse volk te bezoedelen. Bovendien vormden volgens hem de Joden een doodsbedreiging voor het Arische ras omdat door 'gemengde' huwelijken de bloedzuiverheid van het Duitse nageslacht werd aangetast. Door een dergelijke degeneratie zouden de Joden Duitsland willen verzwakken en onderwerpen. Naast de morele en raciale aantasting van het Duitse volk zag Streicher in de Joden nog een ander gevaar, namelijk de culturele ondermijning van de Westerse cultuur. Alles wat met de verheven waarden ervan in strijd werd geacht, zou volgens Streicher juist door de Joden worden gepropageerd. De moderne kunst was daarom een terrein waarop de Joden heel actief waren. Met het voortschrijden van de jaren dertig nam het antisemitisme een steeds demonischer karakter aan. Vooral in de karikaturen van Der Stürmer werd de Jood neergezet als een vleesgeworden demon. Hierdoor ontstond er een primitief dualistisch wereldbeeld waarin de Arische mens enkel mooi, zuiver en goed was en de Joodse 'untermensch' enkel lelijk, goor en slecht. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was volgens Streicher enkel en alleen aan de Joden te wijten en was uitsluitend bedoeld om Duitsland als (politieke en culturele) grootmacht te vernietigen. Daarom was een rigoureuze en genadeloze aanpak van het Joodse vraagstuk noodzakelijk en uit nationaal zelfbehoud ook gerechtvaardigd. In februari 1944 schreef hij in Der Stürmer: "Wie [...] doet wat een Jood doet is een smeerlap, een misdadiger. En wie hem wil nadoen verdient hetzelfde eind: de vernietiging, de dood." Ook noemde hij zichzelf 'De Jodenhater nummer één'.

Arrestatie en proces

Julius Streicher als een aangeklaagde vóór de Processen van Neurenberg

Na de Tweede Wereldoorlog, op 23 mei 1945, werd Streicher, vermomd als kunstenaar, door een Joodse Amerikaanse majoor van de 101ste luchtmachtdivisie herkend en gearresteerd[1]. Dit geschiedde overigens naar aanleiding van een onschuldige opmerking van de majoor die vond dat de oude kunstenaar wel wat op Streicher leek. In plaats van de opmerking weg te wuiven, reageerde de hypernerveuze Streicher met 'Ja die ben ik'. Streicher werd door zijn Amerikaanse gevangenbewaarders ernstig mishandeld voordat hij naar Luxemburg werd overgevlogen. Tijdens het Proces van Neurenberg ontkende Streicher ook maar iets verkeerd gedaan te hebben. Hij vond nog steeds dat de Joden het verdienden om te sterven. Ook hoefde hij niet op sympathie te rekenen van zijn medegevangenen die allemaal een hekel aan hem hadden. Vanwege zijn intense en grootscheepse ophitsing tegen de Joden werd hij medeverantwoordelijk gesteld voor de dood van miljoenen van hen en ter dood veroordeeld. Op 16 oktober 1946 werd Julius Streicher opgehangen. Terwijl hij naar de galg gebracht werd schreeuwde hij een keer met schrille stem "Heil Hitler" en voegde het publiek daarna nog toe dat zij allemaal door de communisten zouden worden opgehangen. Toen hij het schavot opliep sneerde hij nog "Purim Fest 1946!". Het Joodse Poerim feest viert dat de Joden ontkwamen aan uitroeiing door de handen van Haman, een Perzische regent uit de tijd van koning Ahasveros[2]. Zijn laatste woorden waren aan zijn vrouw gericht. Nadat het valluik open ging, klonken er voor de toeschouwers vanachter het gordijn nog gesmoorde geluiden, tot de beul zich ermee bemoeide door, naar eigen zeggen, Streicher te wurgen.

Zie de categorie Julius Streicher van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.