Julius Christiaan van Oven
Julius Christiaan van Oven (Dordrecht, 17 november 1881 - Leiden, 16 maart 1963) was een Nederlands jurist en politicus.
Julius Christiaan van Oven
| ||||
Portret van Minister van Justitie Van Oven in 1956. | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Julius Christiaan van Oven | |||
Geboren | Dordrecht, 17 november 1881 | |||
Overleden | Leiden, 16 maart 1963 | |||
Partij | PvdA | |||
Titulatuur | Prof. mr. | |||
|
Van Oven was 34 jaar hoogleraar Romeins recht (eerst aan de Rijksuniversiteit Groningen, daarna aan de Universiteit Leiden). De gepensioneerde rechtshistoricus en vrijzinnig-democraat werd in 1956 op 74-jarige leeftijd gevraagd minister van Justitie in het kabinet-Drees III te worden als opvolger van de overleden minister Donker. Hij wist gedurende zijn acht maanden durende ministerschap een wet tot stand te brengen waarvoor hij sinds 1927 had gepleit. Deze Lex-Van Oven hief de wettelijk vastgelegde handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw op.
Zijn wetenschappelijke verdiensten werden erkend door zijn benoeming in 1948 tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, (KNAW).
Externe link
- G.E. Langemeijer: 'Levensbericht J.C. van Oven'. In: Jaarboek KNAW 1963-1964. Amsterdam, pp. 476-489
Bronnen, noten en/of referenties
|
Voorganger: L.J.M. Beel |
Minister van Justitie 1956 |
Opvolger: I. Samkalden |
Voorganger: L.J.M. Beel |
Minister van Binnenlandse Zaken (a.i.) 1956 |
Opvolger: J.G. Suurhoff |
Voorganger: Rudolph Pabus Cleveringa |
Rector magnificus van de Universiteit Leiden 1947-1948 |
Opvolger: C.C. Berg |
Zie de categorie Julius Christiaan van Oven van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |