Jacob Cats (dichter)

Jacob Cats (Brouwershaven, 10 november 1577Den Haag, 12 september 1660) was een Nederlands dichter, jurist en politicus. Cats is ook bekend als Vader Cats, vanwege zijn veelal didactische gedichten (zoals de frase Kinderen zijn hinderen, zei vader Cats).

Jacob Cats
Jacob Cats (Michiel Jansz van Mierevelt, 1634)
Algemene informatie
Volledige naamJacob Cats
Geboren10 november 1577
Overleden12 september 1660
Werk
Jaren actief1593-1659
Dbnl-profiel
Portaal    Literatuur
Het oudershuis van Jacob Cats in Brouwershaven
Embleem van Monita amoris virginei (1620)

Leven

Cats werd geboren als vierde kind van zijn gezin. Zijn familie was een weinig bekende regentenfamilie uit Zeeland. Zijn geslacht is niet verwant aan dat van de Heeren van Cats op Noord-Beveland. Jacob Cats zat eerst op de Latijnse school in Zierikzee en bezocht daarna de universiteit te Leiden, hoewel zijn naam in het studenten-album ontbreekt. Hij promoveerde in Orléans en legde zijn eed als advocaat af in Den Haag.

Hij vestigde zich na zijn eed in 1603 in Middelburg, waar hij een werkzame praktijk had, vooral in geschillen over de kaapvaart, en werd evenals Simon van Beaumont in december 1603 tot stadsadvocaat aangesteld. Op 31 mei 1605[1] trouwde hij in de Nieuwe Kerk te Amsterdam met de 26-jarige Antwerpse Elisabeth van Valckenburg. De moeder van Elisabeth woonde in Antwerpen en was verwant aan de schatrijke familie Vogelaer.

Met het Twaalfjarig Bestand hield de kaapvaart op, en de stedelijke processen verminderden, zodat hij bij het einde van 1612 al zijn tijd en geld beschikbaar had om geïnundeerde landen in Zeeuws-Vlaanderen te bedijken. Ondanks veel tegenspoed en rechtsgedingen was hij na een aantal jaar grootgrondbezitter geworden.

Van 30 oktober 1621 tot 31 maart 1623 was hij pensionaris van Middelburg. Vervolgens werd hij pensionaris van Dordrecht van 1623 tot 1636. Op 3 juli 1636 werd hij benoemd raadpensionaris van Holland, waarbij negen jaar later het ambt van grootzegelbewaarder kwam. Cats was van 1629 tot 1631 ook al voor korte tijd raadpensionaris geweest. Tot 1651 bekleedde hij dit ambt.

Aan het einde der Grote Vergadering op 27 september 1651 legde hij zijn ambten neer. Zijn Munnikenhof bij Grijpskerke, de Catshoeve bij Groede en bovenal Sorghvliet getuigden alle van zijn zin voor economie en buitenleven. Hij overleed op Zorgvliet in Den Haag, in het huis dat nu als ambtswoning van de minister-president in gebruik is, het Catshuis. Hij werd begraven in de Kloosterkerk in Den Haag. In deze kerk staat op de plaats waar zijn graf lag een gedenkteken.

In 1829 werd in Brouwershaven het standbeeld van Jacob Cats opgericht, gemaakt door Philippe Parmentier.

Dichtwerken

Ooit behoorden de dichtwerken van Cats tot de meest gelezen boeken van Nederland. Het gewone volk bezat vaak niet meer dan twee boeken, te weten een Statenbijbel en een dichtwerk van Cats,[2] zoals bijvoorbeeld Houwelijk (1625).[3] Cats werd als volksdichter zelfs vergeleken met Homerus.[2] In de negentiende eeuw was de populariteit van Cats al flink afgenomen.[4] Willem Bilderdijk zei hierover: doch die zijn God verstiet, moest ook zijn Cats verstooten.[5] Tussen 1843 en 1854 verscheen een nieuwe uitgave van de werken van Cats in gemoderniseerde spelling, gemaakt door Matthias de Vries en Arie de Jager, getiteld Dichtwerken van Jacob Cats, naar de behoeften der tegenwoordigen tijd ingerigt. Het betrof een gematigde modernisering waarin eigenlijk alleen de spelling werd aangepast.[6] Toch was de ontvangst lauw te noemen: de recensenten vonden het spijtig dat Cats door de gemoderniseerde spelling van zijn oude, statige sfeer beroofd werd.[7] Latere edities van Cats' dichtwerken, zoals de Volks-uitgaaf van Roelants uit omstreeks 1880 werden dan ook gewoon in de oude, zeventiende-eeuwse spelling gezet.[8] In 1976 is er bij Uitgeverij De Banier een facsimile-uitgave van Alle de wercken van den Heere Jacob Cats verschenen naar de editie van 1712.

Bibliografie

  • 1593 - Carmen in laudem doctissimi & eximij juvenis Iohannis Antonii Amstelrodamensis
  • 1595 - Ode epithalamia in nuptias nobilissimi iuvenis Galeni van-der-Laen ac generosae virginis Franciscae ab Hemstede
  • 1598 - Disputatio de actionibus, compilata quasi per Saturam ex. Tit. Inst. De Actionibus
  • 1618 - Proteus of Sinne- en minnebeelden (emblemataboek)
  • 1620 - Self-stryt
  • 1625 - Houwelick
  • 1632 - Spiegel van den ouden en nieuwen tyt
  • 1637 - Trou-ringh ( 's Werelts begin, midden, eynde, besloten in den Trou-ringh), een groot leerdicht in vier delen, met veel verhalen op rijm; vervolg op Houwelick. Deel I bevat o.a. Adam en Eva, deel II Crates en Hipparchia, deel III Emma en Eginard, onder de titel De man-dragende Maeght. In dit deel staat het beroemde Het Spaens Heydinnetje. De tweede druk van het grote werk verscheen in 1638.
  • 1655 - Alle de wercken van Jacob Cats (herdrukt in 1658 en 1665)
  • 1655 - Koninglyke herderinne, Aspasia
  • 1655 - Ouderdom, buyten-leven en hof-gedachten op Sorghvliet
  • 1656 - Doodkiste voor den levendige
  • 1659 - Twee- en tachtig-jarig leeven

De spelling van de titels varieerde weleens.

Spreuk

Dickwijls siet men dat de sotten
Met de wijse lieden spotten;
Maer wie sich nae wijsheyt stelt,
Laat de gecken ongequelt.

Zie ook

Meer bronnen die bij deze auteur horen, zijn te vinden op de pagina Jacob Cats op Wikisource.
Zie de categorie Jacob Cats (1577-1660) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.