Heraldisch kruis

De heraldiek is ontstaan als de beschrijving van de wapenschilden en herkenningstekens van de kruisridders en de bewapende ridders en deelnemers aan toernooien in de Middeleeuwen. De oorsprong in de kruistochten, waarbij veel ridders een kruis op hun schild of mantel plaatsten, verklaart waarom het kruis in de Europese heraldiek zoveel aandacht kreeg.

Het wapen van Griekenland met kruis

In de 11e eeuw was het kruis het symbool bij uitstek van het christendom geworden. De kruisridders die tegen de mohammedanen, heidenen of ketters vochten konden in het kruis op hun schild een symbool van hun religie zien. Op wapenschilden van Joden en op wapenschilden van niet-christenen zoals de Japanse keizer en de Indiase vorsten komen geen kruisen voor.

Een kruis kan een deel van een sprekend wapen zijn. Een familie Zwartkruis, Kruiskamp of De la Croix kan een kruis, als ware het een rebus, in het wapen plaatsen. Desondanks waren er vanaf de 12e eeuw ook veel andere afbeeldingen zoals geometrische patronen, herautstukken genaamd, en wapendieren waarbij vooral leeuw en adelaar veel voorkwamen, kruisen zijn altijd populair gebleven. Ook in de Faleristiek, de hulpwetenschap die de tekenen van de ridderorden beschrijft, komen de hier beschreven kruisen veel voor.

In de heraldiek is het kruis een oud symbool, ouder dan het christendom, dat in meer dan duizend soorten voorkomt, zoals:

Veel ridderorden voerden in hun standaard een kruis. Nog altijd hebben eretekens meestal de vorm van een (ridder)kruis. Een aantal landen voert het kruis in hun vlag, zoals Zwitserland en de Scandinavische landen. Het is tevens het symbool van vele westerse gezondheidsinstellingen en -organisaties, waaronder het Rode Kruis dat een kruis van Genève gebruikt.

De rijkdom aan vormen van de kruisen is gebaseerd op de noodzaak om een afwijkend wapenschild te maken. Had een andere familie al een zwart kruis op goud, dan koos een volgende ridder een zwart gegolfd kruis en de daaropvolgende een kruis "van het een in het ander". In principe behoort ieder wapenschild immers uniek te zijn en tegelijk zo eenvoudig mogelijk vormgegeven te worden in verband met de herkenbaarheid. Dat verklaart de vormen van de kruisen.

In de heraldiek worden vele honderden kruisen gebruikt. Ieder kruis kan immers als schuinkruis en verkort of lang (het hele veld bedekkend) worden afgebeeld. Dan kan de heraldicus de kruisen van een afwijkende voet of rand voorzien, verhogen of met kleuren en tinctuuren (metalen) verschillen aangeven. Ten slotte kan men binnen het kruis nog figuren plaatsen. Het kruis heet dan "beladen met figuren", zoals leeuwenkoppen of andreaskruisen, te zijn.

De swastika of het hakenkruis in de heraldiek

In nazi-Duitsland werden onderscheidingen en wapenschilden veelvuldig met swastika's, het symbool van de NSDAP, versierd. In de Bondsrepubliek en de DDR werd daaraan een eind gemaakt.

In Finland zijn de hakenkruisen in de kleinoden van Finse onderscheidingen in slechts één geval verwijderd; de keten van de vaak aan Europese staatshoofden verleende Orde van de Witte Roos (Finland) werd in 1963 van de prominent afgebeelde hakenkruisen ontdaan. In de versierselen van de Orde van het Vrijheidskruis (Finland) en ook op de standaard van de Finse president wordt de swastika nog steeds afgebeeld[1].

In de familiewapens van de Nederlandse en Vlaamse families Dröge, de Koning, Sonnema, Ebbinge en van den Elzas komen swastika's voor[2]. Na de Tweede Wereldoorlog heeft menigeen het hakenkruis in het familiewapen vervangen door een ander ornament.

De namen van de kruisen werden door Nederlandse schrijvers tot in de 19e eeuw meestal in het Frans gegeven. Er was geen overeenstemming over de Nederlandse namen. Johannes Rietstap en Joan Graafland waren gezaghebbende autoriteiten op het gebied van de heraldiek en zij hebben een algemeen aanvaard Nederlands begrippenapparaat voorgesteld dat nu algemeen is overgenomen.

De twee oervormen van de heraldische kruisen

De vormen van het kruis van Sint-Joris in de heraldiek

Er is in de loop der eeuwen veel gevarieerd op deze eenvoudige vorm. In het overzicht staan de door Rietstap en Jhr. J.L.M. Graafland genoemde namen en vormen.

Men kan ook een schild met het kruis van een ridderorde beladen. Dit ziet men vooral bij de oude kruisvaardersorden en de adelsorden.

Men kan ook een andere figuur met een kruis beladen of een kruis laten vasthouden zoals in de volgende wapens.

In de heraldiek van Litauen en het lange tijd daarmee verbonden Polen komen kruisen ("croce") voor die typisch zijn voor de heraldiek in die streken. Voor deze kruisen bestaan geen gangbare Nederlandse namen.

Kruizen van de orthodoxe christenen

De orthodoxe en geünieerde kerken gebruiken vooral kruisen met meerdere armen waarvan soms één arm scheefstaat. Ook het Grieks kruis wordt veel door hen gebruikt. Het patriarchaal kruis met zijn twee armen is ook in het oosten een veelgezien kruisteken[3].

Het Andreas- of schuinkruis in de heraldiek

Ieder kruis kan ook gekanteld worden en als schuinkruis op het schild worden gelegd. Hieronder ziet u enkele veel voorkomende schuinkruisen. Op de vaandels van de Bourgondische hertogen stonden rode, schuine, dubbel gekanteelde knoestige kruisen. Hun emblemen vertoonden schuinkruisen van andere takken die soms gecombineerd werden met een vuurslag.

Kruis van de Heilige Geest

Deze variant van het patriarchale kruis wordt soms met een duif, een symbool van de Heilige Geest, gecombineerd.

Niet christelijke kruisen in de heraldiek

Een eenvoudig herkenbaar wiskundige constructie als een kruis is buiten en ook vóór het christendom al veelvuldig gebruikt. Daarnaast kan men van twee langgerekte of vier of vijf rechthoekige objecten altijd wel een kruis construeren. Kruizen van gereedschap of zelfs vissenstaarten kregen een plaats op de wapenschilden maar zij zijn niet direct met het christendom in verband te brengen. Het hakenkruis is een boeddhistisch of hindoeïstisch symbool en komt, net als het runenkruis, ook in de oude Germaanse runen voor. Het hakenkruis heet in de heraldiek ook wel een "Croix Gammé".

Referenties

  1. Paul Hieronymussen
  2. Wapenboek van Johannes Rietstap
  3. Bruno Bernard Heim
  4. Van Zelm van Eldik in "Moed en Trouw".

Literatuur

  • Jhr. J.L.M. Graafland en A.Stalins, "Heraldische encyclopædie", 1925.
  • Johannes Rietstap, "Armorial général, contenant la description des armoiries des familles nobles et patriciennes de l'Europe, précédé d'un dictionnaire des termes du blason." 1887
  • H. Kits Nieuwenkamp,"Nederlandsche Familiewapens", Arnhem 1936
  • Stephen Slater, "The complete book of heraldry" Londen 2002
  • Carl Alexander v. Volborth, "Heraldiek", Amsterdam 1985
  • Walther Leonhard, "Das grosse Buch der Wappenkunst", Augsburg 1978
  • Cornelius Pama, "Heraldiek en genealogie", Kaapstad 1958
  • Cornelius Pama, "Heraldiek", Kaapstad 1969
  • Dr. Ottfried Neubecker, "Heraldik", London 1979
  • Václav Měřička, "The book of orders and decorations", London 1975
  • Paul Hieronymussen, Orders medals and decorations. Londen, 1967.
  • Heim, Bruno Bernard. Armorial: Armorial Liber Amicorum. Gerrards Cross, UK: Van Duren, 1981, (ISBN 0-905715-16-0).
  • Heim, Bruno Bernard. Heraldry in the Catholic Church: Its Origins, Customs, and Laws, New Jersey: Humanities Press Inc, 1978 (ISBN 0-391-00873-0).
  • Heim, Bruno Bernard. Or and Argent, Gerrards Cross, Buckinghamshire, England, UK, Van Duren, 1994, (ISBN 0-905715-24-1).
  • Heim, Bruno Bernard. Kerkelijke heraldiek : van 1270 tot Johannes Paulus II. Altiora-Averbode. Nederland, 1980. (ISBN 90-317-0216-1)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.