Frieda Belinfante

Frieda Belinfante (Amsterdam, 10 mei 1904Santa Fe, 5 maart 1995) was een Nederlands cellist en dirigent die in 1955 Amerikaans staatsburger werd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was ze actief in het verzet.

Frieda Belinfante
Frieda Belinfante (links) en haar partner Henriëtte Bosmans (ca. 1927-1929)
Algemene informatie
GeborenAmsterdam, 10 mei 1904
OverledenSanta Fe, 5 maart 1995
Land Nederland
 Verenigde Staten
Werk
Jaren actief1920-1962
Genre(s)Klassiek
Beroepcellist en dirigent
Instrument(en)Cello, viola da gamba
Act(s)Amsterdamsch Trio, Het Kleine Orkest,
Verwante artiestenJohan Feltkamp, Henriëtte Bosmans
Portaal    Muziek

Levensloop

Voor de oorlog

Belinfante was een dochter van de Amsterdamse pianist en muziekschooleigenaar Ary Belinfante. Haar vader was joods, haar moeder niet. Op haar negende begon ze op aandringen van haar vader met celloles. In 1920 trad ze, samen met haar vader, voor het eerst voor publiek op. Een jaar later leerde ze de componiste Henriëtte Bosmans kennen, met wie ze van 1922 tot 1929 samenwoonde. Belinfante was in deze periode eerste celliste bij de Haarlemsche Orkest Vereeniging en was daarna werkzaam bij verschillende bioscooporkesten. Met Bosmans en de fluitist Johan Feltkamp trad ze op als het Amsterdamsch Trio. Na de beëindiging van de relatie met Bosmans trad Belinfante, ondanks haar lesbische geaardheid, in 1930 in het huwelijk met Feltkamp. Deze verbintenis hield stand tot 1936.

Vanaf ongeveer 1935 was Belinfante tevens werkzaam als dirigent. Aanvankelijk leidde ze een jeugdorkest, later dirigeerde ze het vrouwenkoor en het Sweelinck-orkest van de Gemeentelijke Universiteit in Amsterdam. In 1938 trad ze met haar eigen Het Kleine Orkest op in het Amsterdamse Concertgebouw. In datzelfde jaar nam ze deel aan een door Hermann Scherchen georganiseerd dirigentenconcours. Belinfante was de enige vrouwelijke deelnemer en won de eerste prijs. Een optreden als gastdirigente bij het Orchestre de la Suisse Romande vond echter geen doorgang wegens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939. Kort na de Duitse aanval op Nederland in 1940 hief ze Het Kleine Orkest, waarin ook joodse muzikanten zaten, op. Belinfante trad tot begin 1942 op. Ze weigerde als halfjoodse bij de Nederlandsche Kultuurkamer dispensatie aan te vragen om te mogen blijven optreden.

Oorlogsjaren

Reeds in 1941 was Belinfante actief in het verzet tegen de Duitse overheersing. Zij was lid van Groep 2000 en werkte van begin af aan voor de Persoonsbewijzen Centrale. Daar hield zij zich bezig met onder meer het vervalsen van persoonsbewijzen en het ondersteunen van onderduikers, waarbij ze zich soms vermomde als man. Met Willem Arondeus, Gerrit van der Veen, Willem Sandberg en anderen bereidde ze de aanslag op het Amsterdams Bevolkingsregister op 27 maart 1943 voor. Toen diverse leden van haar verzetsgroep kort na de aanslag werden opgepakt, dook Belinfante onder. Later in 1943 wist ze na een moeizame tocht naar Zwitserland te ontkomen, waar ze in een vluchtelingenkamp in de omgeving van Lausanne verbleef. Ze startte onder de vluchtelingen een koor en kon zich later op voorspraak van Hermann Scherchen vestigen in Winterthur.

Na de oorlog

Belinfante keerde kort na de oorlog terug naar Nederland, maar raakte - mede omdat ze als vrouw niet aan het werk kwam als dirigent - gedesillusioneerd. Ze emigreerde in 1947 naar Californië. In Hollywood was ze werkzaam in een studio-orkest dat filmmuziek inspeelde. Ze bespeelde ook de viola da gamba in een ensemble voor oude muziek. Ze gaf daarnaast enige tijd les aan de Universiteit van Californië. Vanaf 1954 gaf ze leiding aan het Orange County Philharmonic Orchestra, waarmee ze als eerste vrouw ter wereld de vaste dirigente was van een professioneel orkest. In 1955 verwierf ze de Amerikaanse nationaliteit.

Het orkest werd in 1962 opgeheven en Belinfantes contract werd niet verlengd. Het bestuur gaf voor de concerten in Orange County de voorkeur aan het Los Angeles Philharmonic Orchestra onder Zubin Mehta. Ze dirigeerde daarna nog zeer sporadisch, maar bleef tot op hoge leeftijd actief als muziekpedagoge in Laguna Beach. In 1991 verhuisde ze naar Santa Fe in de staat New Mexico. In 1995 overleed Belinfante op 90-jarige leeftijd aan kanker.

Nagedachtenis

  • In 1998 kwam de documentaire ...maar ik was een meisje van regisseuse Toni Boumans uit. Hierin wordt het levensverhaal van Belinfante verteld door haarzelf, haar zus Renée, vriendinnen en leerlingen.
  • In Amsterdam Nieuw-West zijn in mei 2016 zes bruggen vernoemd naar vrouwelijke verzetsstrijders, onder wie Belinfante.[1]
  • Hoofdpersoon in de 16-delige hoorspelserie Geen noot is onschuldig (2017) door Toni Boumans (auteur), Peter te Nuyl (bewerking en regie) en AVROTROS (productie), met Jacqueline Blom (Frieda) en Krijn ter Braak (verteller).

Literatuur

  • Toni Boumans: Een schitterend vergeten leven. De eeuw van Frieda Belinfante. Amsterdam, Uitgeverij Balans, 2015. ISBN 978-94-600-3815-0
  • NIOD dossier over Groep 2000
  • Jacoba van Tongeren (1945: eerste uitgave juli 1945, 89 blz; uitgave maart 1946, 100 blz), Beknopt Historisch Verslag van de werkzaamheden van Groep 2000, digitale verzie: www.niod.nl → bibliotheek → catalogus: Van Tongeren.
  • Paul van Tongeren (2015), Jacoba van Tongeren en de onbekende verzetshelden van Groep 2000 (1940–1945), Uitgeverij: Aspekt B.V., ISBN 9789461534835.
Zie de categorie Frieda Belinfante van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.