Fijne ooievaarsbek
De fijne ooievaarsbek (Geranium columbinum) is een eenjarige plant die behoort tot de ooievaarsbekfamilie (Geraniaceae). De plant komt van nature voor in Eurazië en is van daaruit verspreid naar Noord-Amerika. In Nederland is de soort zeldzaam.
| Fijne ooievaarsbek | ||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 | ||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
| soort | ||||||||||||||||||
| Geranium columbinum L. (1753) | ||||||||||||||||||
 | ||||||||||||||||||
Afbeeldingen Fijne ooievaarsbek op  | ||||||||||||||||||
Fijne ooievaarsbek op  | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
De plant wordt 20-60 cm hoog, vormt een penwortel en heeft liggende of soms klimmende stengels met ongeveer 0,4 mm lange, aangedrukte haren. Klierharen ontbreken op de plant echter. De handvormige grondbladeren zijn vijf- tot zeventallig. De bladlobben hebben twee tot drie diepe insnijdingen of zijn veerspletig. De bladlobben aan de stengel zijn enkel tot dubbelveerdelig
De fijne ooievaarsbek bloeit van juni tot in september met helderpaarse, soms roze bloemen. De kroonbladen zijn 7-9 mm lang. De kelkbladen hebben een 1,5-3 mm lange spits met witte rand, die tijdens de rijping groter wordt.
De ongeveer 2,5 cm lange (inclusief snavel) vrucht is een vijfdelige kluisvrucht met kale deelvruchten. De snavel van de deelvrucht buigt bij rijpheid boogvormig naar boven, waardoor de zaden vrijkomen.
De plant komt voor op vochtige, kalkrijke grond in grasland, bermen, op dijkhellingen en langs spoorwegen.
Namen in andere talen
- Duits: Stein-Storchschnabel
- Engels: Long-stalked Crane's-bill
- Frans: Géranium colombin
Externe link
- Fijne ooievaarsbek (Geranium columbinum) op SoortenBank.nl (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
|
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Geranium columbinum op Wikimedia Commons. |
| Soorten van het geslacht Geranium (Ooievaarsbek) |  |
|---|---|
|
... · G. columbinum (Fijne ooievaarsbek) · G. dissecta (Slipbladige ooievaarsbek) · G. lucidum (Glanzige ooievaarsbek) · G. macrorrhizum (Rotsooievaarsbek) · G. molle (Zachte ooievaarsbek) · G. palustre (Moerasooievaarsbek) · G. phaeum (Donkere ooievaarsbek) · G. pratense (Beemdooievaarsbek) · G. purpureum (Klein robertskruid) · G. pusillum (Kleine ooievaarsbek) · G. pyrenaicum (Bermooievaarsbek) · G. robertianum (Robertskruid) · G. rotundifolium (Ronde ooievaarsbek) · G. sanguineum (Bloedooievaarsbek) · G. sylvaticum (Bosooievaarsbek) · ... |