Ethidiumbromide
Ethidiumbromide is een organische verbinding met als brutoformule C21H20BrN3. De stof komt voor als een rode vaste stof, die goed oplosbaar is in water. Het is een fenantridine-kleurstof, die gebruikt wordt om nucleïnezuren, DNA, RNA aan te tonen. Ethidiumbromide is het ethylderivaat van het homologe dimidiumbromide.
Ethidiumbromide
| ||||
Structuurformule en molecuulmodel | ||||
![]() | ||||
Structuurformule van ethidiumbromide | ||||
![]() | ||||
Absorptiespectrum van ethidiumbromide | ||||
Algemeen | ||||
Molecuulformule (uitleg) | C21H20BrN3 | |||
IUPAC-naam | 3,8-diamino-5-ethyl-6-fenylfenanthridiniumbromide | |||
Molmassa | 394,3076 g/mol | |||
SMILES | CC[N+]1=C2C=C(C=CC2=C3C=CC(=CC3=C1C4=CC=CC=C4)N)N.[Br-] | |||
InChI | 1S/C21H19N3.BrH/c1-2-24-20-13-16(23)9-11-18(20)17-10-8-15(22)12-19(17)21(24)14-6-4-3-5-7-14;/h3-13,23H,2,22H2,1H3;1H | |||
CAS-nummer | 1239-45-8 | |||
EG-nummer | 214-984-6 | |||
PubChem | 14710 | |||
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | ||||
| ||||
H-zinnen | H302 - H330 - H341 | |||
EUH-zinnen | geen | |||
P-zinnen | P260 - P281 - P284 - P310 | |||
Carcinogeen | ja | |||
EG-Index-nummer | 612-278-00-6 | |||
VN-nummer | 2810 | |||
LD50 (ratten) | (peroraal) 1503 mg/kg | |||
LD50 (muizen) | (subcutaan) 110 mg/kg | |||
Fysische eigenschappen | ||||
Aggregatietoestand | vast | |||
Kleur | rood | |||
Smeltpunt | 260 - 262 °C | |||
Oplosbaarheid in water | 40 g/l | |||
Goed oplosbaar in | water | |||
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
|
Eigenschappen en toepassingen
Ethidiumbromide wordt vaak gebruikt bij de gelelektroforese, in combinatie met een UV-lamp, omdat het dan zichtbaar wordt. De verbinding intercaleert met het DNA of RNA: door diens vlakke structuur is het mogelijk om tussen de nucleobasen te schuiven en op deze manier het DNA of RNA te markeren. Onder UV-licht kan dit zichtbaar gemaakt worden, omdat ethidiumbromide twee sterke absorpties vertoont in het UV-gebied, namelijk bij een golflengte van 210 en 285 nm, met een extinctiecoëfficiënt van respectievelijk 40.000 en 50.000 M−1cm−1.[1] Door de intercalatie neemt de intensiteit van de fluorescentie-emissie met een factor 50 tot 100 toe. Op deze wijze lichten bij gelelektroforese met agarosegel de moleculaire gedeelten met nucleïnezuren onder UV-licht oranje-rood op, terwijl de gedeelten zonder nucleïnezuren niet oplichten. De gebruikte concentratie ethidiumbromide in agarosegel varieert tussen 0,1 en 0,5 µg/mL.
Ethidiumbromide inhibiteert reeds bij lage concentraties (0,1 tot 2 µg/mL) de replicatie van mitochondriaal DNA in eukaryoten.
Toxicologie en veiligheid
Ethidiumbromide is een zeer toxische en mutagene verbinding. De stof kan worden opgenomen door inademing van stofdeeltjes, na inslikken of door absorptie door de huid. Ethidiumbromide werkt irriterend op ogen, mond en bovenste luchtwegen en kan schade toebrengen aan het erfelijke materiaal. Het gebruik ervan is sterk gereglementeerd en mag enkel geschieden door ervaren personen. Het mag nooit gebruikt worden in agarosegel met een temperatuur hoger dan 50°C, omdat hierbij zeer giftige dampen kunnen ontstaan. In de meeste biochemische laboratoria wordt meestal een aparte ruimte voorzien voor het werken met ethidiumbromide.
Als alternatief kan SYBR Green I als kleurstof gebruikt worden.
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
|