Eizeringen

Eizeringen is een dorp in de Belgische gemeente Lennik, gelegen in het Pajottenland. Het ligt in het noorden van de deelgemeente Sint-Kwintens-Lennik en bestaat uit de volgende gehuchten: Eizeringen, Tuitenberg, Ten Nelleken en Hunsel.

Eizeringen
Plaats in België

Situering
Gewest Vlaanderen
Provincie Vlaams-Brabant
Gemeente Lennik
Coördinaten50° 50 NB, 4° 8 OL
Detailkaart

Locatie in Vlaams-Brabant
Portaal    België

In 1188 is er voor het eerst sprake van Iserghem (Eizeringen), daarmee is het een van de oudst bekende delen van Lennik.

Het hoogste punt van Eizeringen is de 97 meter hoge Tuitenberg, die op landkaarten van 1720 vermeld staat als 'Teutenberg', naar alle waarschijnlijkheid verwijzend naar de aanwezigheid van een Germaanse (Teutoonse) nederzetting. Na de Kesterberg is de Tuitenberg het hoogste punt van het Pajottenland.

Ten Nelleken wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een dries, een driehoekig grasplein omkaderd door lage dorpshuizen. De geschiedenis van de dries gaat terug tot de Frankische periode. Op een uithoek van de dries staat een kapel, toegewijd aan de Heilige Berlindis. De met groene en bruine beuken (Fagus sylvatica, F.s. 'Atropunicea') omgeven dries werd in 2010 beschermd als 'waardevol houtig erfgoed in Vlaanderen'. Deze bomen werden rond de Eerste Wereldoorlog aangeplant. In 2017 werden de iconische beuken gekapt omdat ze zwaar aangetast waren door een reuzenzwam.

Het Eizeringse dialact verschilt sterk van de dialecten die in Sint-Kwintens-Lennik, Sint-Martens-Lennik en Gaasbeek worden gesproken.

Parochie

Aan het einde van de 13e eeuw stond er in Iserghem reeds een kapel. Er is voor het eerst sprake van in 1414 in een schepengriffie van Wambeek. De patrones is Sint-Ursula, aan wie de kapelanij was toegewijd. De stichter is onbekend. De Sint-Geertrui-abdij van Nijvel had medezeggenschap over de kapelanij. In 1595 krijgt de pastoor van Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek de kapelanij toegewezen. De kapelaans waren: Filip de Brigode (1572–1574), Jacobus Marotte (1576), Jacobus Van Woluwe (1593), Adrianus De Nayer (1595), Joannes De la Porte (1608), Goswinus Fabricus (1626), Leonardus De Coninck (1670) en Joannes-Josephus Boucqueau (1688).

In 1778 is Antonius Luyssaet, onderpastoor van Sint-Kwintens-Lennik, er kapelaan en wordt de kapel ondergeschikt aan de kerk van Lennik.

Wegens de slechte toestand van de wegen naar de moederkerk in Lennik enerzijds, en anderzijds het voldoende aantal inwoners in Eizeringen zelf, wordt in 1807 een petitie opgesteld om de kapel te vergroten. De grote voorvechter voor de nieuwe kerk is Joseph Huysman de Neufcour, eigenaar van het kasteel van Eizeringen en voorzitter van de kerkfabriek. In 1840 krijgt hij toestemming om de kapel te vergroten.

Oorspronkelijk zou een nieuw schip gebouwd worden over de bestaande kapel. Toen de toren van de kapel overgebracht werd op het nieuwe schip stortte deze in. De kapel werd afgebroken. Alleen de muur tussen het koor en de sacristie, waar in 1778 door schilder Meert de verheerlijking van St-Ursula werd uitgebeeld, blijft staan. Bouwmeester Spaak bouwde dan een nieuwe kerk van baksteen in neoclassicistische stijl.

Op 1 januari 1843 wordt Eizeringen parochiaal onafhankelijk van Lennik. De eerste pastoor was Philippus Jacobus Van Dorslaer, die tussen 1832 en 1840 onderpastoor was te Lennik en vanaf 1840 tot 1843 kapelaan was van de kapel.

Het orgel in de Sint-Ursulakerk is beschermd erfgoed.

Kasteel

Het kasteel Neufcour is een classicistisch bouwwerk uit de 18e eeuw, dat op de grondvesten staat van een middeleeuws gebouw. Het diende aanvankelijk als buitenverblijf, later als vaste woonplaats voor diverse adellijke families. Wanneer het kasteel opgericht werd, is niet met zekerheid geweten. Het oudste document waarin er melding van gemaakt wordt, is een huwelijkscontract van 9 maart 1729. De familie Huysman de Neufcour bezorgde het domein zijn uitstraling. De Spaanse infante Fernanda de Bourbon verbleef hier tussen 1852 en 1854. De adellijke familie Pottelsberghe de la Potterie woonde er van 1868 tot 1920.

In 1923 werd het kasteel openbaar verkocht aan de pastoor van Strijtem, een nabijgelegen dorp. Wat zijn project met het huis was, is niet duidelijk. Wat vaststaat is dat hij het park rooide om met de opbrengst een deel van de aankoop te betalen. Tien jaar later verkocht hij het kasteel door aan de zusters van het klooster van Eizeringen (Dochters van de Heilige Jozef). Dit gebeurde na bemiddeling door het Bisdom en voor exact dezelfde prijs als deze waaraan de pastoor het kasteel 10 jaar eerder kocht. Dit doet vermoeden dat het bisdom de zusters dwong het huis te kopen om de pastoor uit financiële problemen te redden. Tot enkele jaren na WOII werd het gebruikt voor klaslokalen voor de jongens van het Franstalig pensionaat van de zusters. Daarna kwam het kasteel leeg te staan. Er is sprake van explosie-schade door een bom tijdens WOII maar waar die bom exact terechtkwam (wellicht in de omgeving) is niet duidelijk.

In 1978 stortte de oostelijke muur van het kasteel gedeeltelijk in. De zusters vroegen een sloopvergunning aan maar die werd hen geweigerd. Begin de jaren 90 vroegen de zusters een tweede maal een sloopvergunning aan, die hen opnieuw werd geweigerd.

De overheid beschermde het kasteel als monument en de omgeving als dorpsgezicht (dit reikt tot de pastorie en enige gevels aan het kerkplein).

Eind de jaren 90 ontstond het idee om het kasteel te restaureren en gebruiken als nieuw vredegerecht voor Lennik. Het vroegere park zou terug ingericht worden als openbaar park. In die optiek werd in 1999 een BPA goedgekeurd dat het kasteel als zone voor openbaar nut inkleurde en de omgeving als parkgebied. Mede door de copernicus-hervorming werd dit plan niet uitgevoerd.

In 2005 werd het kasteel, het wagenhuis en de omliggende weilanden verkocht aan een private eigenaar. Sinds 2010 is het kasteel opnieuw bewoond.

Klooster

Centraal in het dorp is er het klooster, in 1847 opgericht, met school, en voormalig Franstalig pensionaat (kostschool) voor meisjes en jongens (1901–1975). De meisjes verbleven in de gebouwen van de school en kregen er ook les. De jongens verbleven eveneens in de gebouwen van de school maar de klaslokalen waren gevestigd in het kasteel. Het klooster werd opgericht door oud-burgemeester Maximilianus Benedictus Heymans. Het was Theresia Joanna Heymans (dv. Maximilianus en Joanna Maria De Coninck) die de eerste kloosteroverste werd. Aan de rand van het park aan de Luitenant Jacopsstraat is er een bidgrot.

Volkscafé

Tegenover de kerk bevindt zich het café In de Verzekering tegen de Grote Dorst. Het gebouw werd één jaar na de bouw van de kerk gerealiseerd. Omdat de herberg gedurende meer dan 4 decennia enkel open was op zon- en hoogdagen van 10 tot 13u30 werd de herberg ook wel 'het café met de langste naam, maar met de kortste openingsuren' genoemd. Sedert januari 2017 is het café open van 10 tot 20 uur.

Het café heeft internationale faam verworven omwille van zijn groot aanbod van lokale streekbieren zoals geuze, kriek en lambiek. In 2009 organiseerden Toerisme Vlaanderen en het tv-programma Vlaanderen Vakantieland een landelijke wedstrijd. De herberg won die wedstrijd en sleepte de titel Strafste Café van Vlaanderen in de wacht. Sinds september 2009 staat het café ook in de Ratebeer-lijst van de 50 beste bierbestemmingen ter wereld. Sedert februari 2017 staat de herberg in dit mondiale klassement op de eerste plaats.

Verenigingsleven

Tot 2015 was er ook een eigen "Muziek van Eizeringen", harmonie De Eendracht.

Eind 2009 werd dorpsvereniging "Eizeringen Leeft!" opgericht. Deze vzw ijvert voor het behoud van het landelijke karakter van het dorp alsook voor het dichter bij elkaar te brengen van zowel de inwoners die in Eizeringen geboren en getogen zijn als die recent in het dorp zijn komen wonen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.