De verdwenen heer

Tom Poes en de verdwenen heer (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De verdwenen heer) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 2 december 1968 en liep tot 27 maart 1969.[1] Thema: Identiteitsfraude.[2]

Het verhaal

Wanneer Joost tijdens een periode van gedwongen vakantie[3] terugkeert bij kasteel Bommelstein treft hij het slot in slechte toestand aan en hij vreest dat heer Ollie iets vreselijks is overkomen. Er hangt een briefje aan de deur met de volgende tekst: “ Mot een poosje naar het buitenland voor me kwaale. Maak je niet te sappel, de rust zal me goed doen en tot siens. Je hoogagtende Olie B.Bommel.” Samen met de langslopende Tom Poes gaat hij op onderzoek uit, temeer omdat van commissaris Bulle Bas[4], burgemeester Dickerdack[5], kruidenier Grootgrut[6] en ambtenaar eerste klasse Dorknoper[7] geen hulp te verwachten is.[8] Alleen kapitein Wal Rus belooft hen te verwittigen als heer Bommel met hem mee wil varen op de Albatros.

Tot de verbijstering van Joost blijkt het dichtgetimmerde Bommelstein toch bewoond door een onherkenbare heer Ollie en diens vreemde knecht Rokus. Laatstgenoemde krijgt opdracht Joost buiten te werpen, waarna de bediende zijn nood wederom klaagt bij Tom Poes. De jonge vriend gaat zelf poolshoogte nemen bij het kasteel en ziet door het venster heen papiertjes met handtekening van de kasteelheer liggen. Bediende Joost gaat proberen familieleden van Heer Bommel op te sporen. Tom Poes luistert af dat Rokus de kasteelheer waarschuwt voor Tom Poes, een klein wit ventje. Hij rijdt achterop stiekem mee in de Oude Schicht naar de Rommeldamse bank, waar hij een beroving door Super en Hieper verstoort, die een zak met net opgehaald geld opensnijden onder de ogen van de verbouwereerde kasteelheer. Tom Poes krijgt achteraf toch ook nog de schuld van de overval doordat hij voor te veel afleiding zorgde.

Joost heeft inmiddels een telegram gestuurd aan een volle neef van Heer Bommel, Elias Bommel.[9] Heer Bommel zou aan geheugenverlies lijden. Kapitein Wal Rus brengt hen de mededeling dat Heer Bommel een reisje bij hem heeft geboekt. De reder Markies de Canteclaer bericht aan burgemeester Dickerdack dat heer Bommel zelfs een enkele reis heeft geboekt. “Een hele opruiming, amice.” Vervolgens probeert de markies het kasteel te kopen, maar hem wordt ruw de deur gewezen.

Tom Poes knoopt een praatje aan met professor Prlwytzkofsky. De geleerde is bezig met een cyclotron. Hij weet niet veel van geheugenverlies maar wel van een inbraak in zijn lab. En dat daarbij het door hem ontdekte element Prlwytzium is ontvreemd. Zijn assistent Alexander Pieps heeft ontdekt dat inname daarvan geheugenverlies geeft. Tom Poes vreest opeens dat knecht Rokus het nieuwe element in het eten van zijn vriend doet.

Aanvankelijk denken Tom Poes en Joost dus dat het wel heel erg gesteld is met het geheugen van hun vriend en werkgever, maar dan worden ze geconfronteerd met een dubbelganger in een oude schaapskooi. Joost heeft gezien dat er een vol pannetje met eten heen wordt gebracht en later leeg wordt opgehaald. Tom Poes verwisselt het pannetje met eten dat Rokus brengt bliksemsnel als Rokus het hangslot openmaakt. Het buitgemaakte pannetje gaat naar de professor ter analyse, die bevestigt dat het gestolen element in de braadworst zit. Tom Poes trekt de verkeerde conclusie. Hij holt naar het kasteel, waarschuwt de kasteelheer en wordt gevangengenomen. Joost bevrijdt in de schaapskooi de echte heer Bommel, die aan geheugenverlies lijdt en Joost niet herkent. Kasteel Bommelstein wordt inmiddels telefonisch verkocht aan de markies voor 1 miljoen florijnen. Elias O. Bommel en Rokus slaan vervolgens Joost en Heer Bommel neer, en ze nemen laatstgenoemde mee in een plunjezak op hun zeereis. De neergeslagen Joost gaat later weer een kijkje nemen op het kasteel en bevrijdt de vastgebonden Tom Poes uit de kelder. Die weet inmiddels hoe de vork in de steel zit, want hij is dom geweest. De briefjes met handtekening op het kasteel hadden hem moeten waarschuwen, dat de echte heer Bommel in de schaapskooi werd vastgehouden, Neef Elias en Rokus hebben al het geld opgenomen bij de bank, kasteel Bommelstein verkocht en een passage geboekt op de Albatros. Zelfs de gekochte sportauto laten ze op het schip inladen. Heer Ollie wordt als gevangene meegenomen en kapitein Wal Rus heeft dat eerst niet in de gaten.

Tom Poes wil de kapitein een telegram sturen om de situatie uit te leggen, maar de installatie op het schip wordt door het misdadigersduo gesaboteerd. Joost gaat vervolgens nogmaals de politie om hulp vragen. Tom Poes zoekt de professor op. Die heeft via zijn assistent Alexander Pieps het anti-Prlwytzium gevonden. Tom Poes krijgt wat korrels mee, die tegen geheugenverlies van zijn vriend zouden moeten werken. De inmiddels oververmoeide Tom Poes wordt in zijn slaap gestoken door een wurrel. Volgens Kwetal kan de steek geen kwaad. Pee Pastinakel heeft de wurrel -een soort reuzenmug-, gekweekt. Hij steekt alleen maar als je een vernauwing hebt. En hij kan alleen maar naar het westen vliegen. Omdat heer Bommel naar het westen is gevaren, vraagt Tom Poes om hulp van de wurrel.[10] Als het insect het stofje van de professor eet en naar het westen vliegt kan hij Heer Bommel wellicht op tijd redden. Het wanhopige plan lukt en heer Ollie wordt net voordat hij in zee gedumpt zal worden wakker uit zijn roes. Nu moeten de schurken niet alleen met Wal Rus, maar ook met heer Ollie zelf afrekenen, maar ze weten toch nog het vulkaaneiland Papoote per sloep te bereiken om zich alsnog van Elias' neef te ontdoen.

De kapitein ontvangt op dat moment het uitgestelde telegram, omdat de vernielingen aan de communicatieapparatuur op het schip zijn hersteld. Hij begrijpt nu dat heer Bommel een foute dubbelganger met een foute knecht heeft. Hij zet onverwijld de achtervolging in van zijn gestolen sloep. Elias en Rokus willen heer Bommel in de vulkaankrater dumpen, waarna ze hun sportauto en geld op het schip weer zullen claimen. Kapitein Wal Rus zet in de overgebleven sloep, geroeid door matroos Dries, de achtervolging in naar het vulkaaneiland Papoote. Door toedoen van Wal Rus mislukt het snode plan en kan heer Ollie terugkeren naar Rommeldam. Ze laten het duo Elias en Rokus op het eiland achter met een riviertje en kokospalmen. Ze worden echter al snel bevrijd door de maandelijkse helikopter van de Vulkaan Controle Dienst.

Tom Poes en Joost zitten nog neergeslagen bij het kasteel. Ze zien de markies en aannemer Bikker langskomen, die praten over de sloop van Bommelstein en het plaatsen van een theehuisje. Tom Poes probeert via ambtenaar Dorknoper de sloop te voorkomen door een beroep te doen op de monumentenwet. Helaas heeft heer Bommel in de loop der jaren te veel veranderd aan het pand. Tom Poes krijgt vervolgens een onduidelijk telegram van kapitein Wal Rus aangereikt. Onderweg loopt hij per ongeluk tegen de markies en zijn aannemer op. Hij waarschuwt de markies dat zijn vriend niet geheel in orde was toen hij zijn kasteel zo goedkoop verkocht. De markies besluit hierop de sloop uit te stellen.

Tom Poes krijgt wederom een telegram maar nu van heer Bommel. Hij komt een dag later per vliegtuig aan om 1.15 uur. Hij brengt commissaris Bulle Bas op de hoogte. Die gaat op zijn beurt naar de markies. Hij waarschuwt dat er een dubbelganger heeft rondgelopen van zijn buurman, neef Elias. De markies is niet overtuigd. Hij had eerder ook al gehoord dat Heer Bommel geestelijk gestoord was. Intussen is het misdadigersduo door de helikopter afgezet in Cocolo. Vandaar boeken ze een vliegtuig naar Rommeldam dat de volgende dag om 1.20 uur aankomt.

Hoewel Tom Poes zijn vriend meteen herkent, is commissaris Bulle Bas gedwongen de twee vechtende neven allebei te arresteren en de bagagekoffer in beslag te nemen. Rokus heeft vlak daarvoor de portefeuille van heer Bommel gerold, die daardoor moeilijk zijn identiteit kan bewijzen. Een handtekeningenexpert en een vingerafdrukkendeskundige bieden geen uitkomst. Bulle Bas heeft inmiddels ook begrepen dat er van een ernstige misstand sprake is, maar weet nog steeds niet welke van de twee Bommels hij moet vasthouden. Hij laat de twee neven voorlopig allebei vrij. Tom Poes verzint een hinderlaag om de commissaris op het juiste spoor te zetten. Elias en Rokus overvallen een politiewagen met de zogenaamde buit en worden na de overval ingerekend door brigadier Snuf. Dit terwijl commissaris Bulle Bas de overval zelf had gadegeslagen en Tom Poes had bevrijd.

De sombere heer Bommel zit bij zijn ontoegankelijke kasteel, met 3 florijnen in zijn zak. Zijn geheugen heeft hij terug maar zijn bezittingen is hij kwijt. De markies gaat zijn kasteel afbreken. Dwerg Kwetal komt belangstellend bij hem informeren. Hij is blij dat de reus Bommel zijn geheugen heeft teruggekregen. Bommel klaagt over al het andere dat hij nog steeds kwijt is. Zijn huis, zijn geld, zijn aanzien, alles! Kwetal vindt kwijt niet erg. Kwijt komt wel terug, want hij had één anti-korrel over en daar heeft hij een terughevelaar van gemaakt. Hij geeft Heer Bommel een ijzerdraadje te leen en verdwijnt tussen de bomen.

De markies biedt nu heer Bommel vervolgens vrijwillig aan de koop te annuleren. Commissaris Bulle Bas komt langs bij de kasteelheer om zijn papieren terug te bezorgen. Het misdadigersduo Elias en Rokus is gearresteerd. Bulle Bas beklemtoont dat het meer moet worden gewaardeerd dat we in een rechtsstaat leven. Vervolgens reikt hij nog een bekeuring uit voor het parkeren van de Oude Schicht voor de Rommeldamse Bank. Na een lift voor de twee vrienden naar het bankgebouw annuleert de commissaris de parkeerbon toch maar. Heer Bommel is blij zijn auto terug te zien. De sportwagen heeft hij aan de kapitein gelaten, die de banden kon gebruiken. Terug naar huis pikken ze Joost op bij een krantenkiosk. Heer Bommel legt uit dat hij door de vakantie van Joost er alleen voor stond en daarom niet tegen Elias en Rokus was opgewassen. Joost is vervolgens gaarne bereid tegen de zin van zijn vakbond in zijn vakantie wat te bekorten.

Het is de volgende dag druk op het feestmaal. De burgemeester, de markies, de commissaris, de professor, ambtenaar Dorknoper en Doddeltje zitten aan bij de twee vrienden. Er werd veel gesproken maar aan het eind kwam Tom Poes niet verder dan: "Hm". Heer Bommel vatte die opmerking kundig samen. Degenen die geen toespraak[11] hebben gehouden, hebben het meest bijgedragen. Tom Poes, Joost, de kapitein en Kwetal. En toen op hen een dronk werd uitgebracht werd het toch nog een gezellige avond.

Voetnoot

  1. In de periode 13 november tot 2 december was de krantenstrip met vakantie. De openingsstrook 6481 in de Volledige Werken is gelijk aan die van de krantenstrip uit 1968, maar wijkt af van die in de uitgave uit 1978 van de Bezige Bij.
  2. Na 25 jaar duikt neef Elias O. Bommel weer op met hetzelfde plan als 25 jaar eerder in het verhaal: De Bommelschat.
  3. De H.H.B.B. (de Hogere Huisbedienden Bond) had er sterk op aangedrongen dat hij zijn achterstallige vakantiedagen en snipperdagen aaneengesloten zou opnemen.
  4. Bulle Bas is van mening dat door de kranten, de televisie en de slechte scholen de spelling achteruit gaat.
  5. De burgemeester is zelfs wel wat jaloers op de buitenlandse reis.
  6. Volgens de kruidenier zijn de rekeningen betaald.
  7. Volgens de ambtenaar is zijn aanslag voldaan. Hij mag dus vertrekken.
  8. Joost gaat er vooralsnog van uit dat hoogachtend met eenmaal ’’ch’’ wordt geschreven.
  9. De verdere familie die leeft in Muntjebol blijft hier onvermeld. Lees voor een mogelijke verklaring het verhaal over deze zeer wantrouwende tak: De argwaners.
  10. De wurrel zal op zijn tocht vele neergeslagen figuren steken en zo weer op de been helpen.
  11. Ook Doddeltje had niets gezegd en is in het hele verhaal opvallend afwezig geweest.
Voorganger:
De tuttelwurm
Bommelsaga
13 november 1968 - 27 maart 1969
Opvolger:
De astromanen
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.