De tranen der acacia's

De tranen der acacia's is de tweede roman van Willem Frederik Hermans, vanaf 1946 voorgepubliceerd en in 1949 als boek verschenen. Protagonist Arthur Muttah probeert de toedracht van de arrestatie van zijn vriend Oskar Ossegal te achterhalen en verdenkt zijn halfzus Carola van verraad, maar vanwege elkaar tegensprekende gegevens bereikt hij geen zekerheid. De roman speelt zich af in Amsterdam en Brussel in de periode maart 1944 tot december 1945.

Inhoud

Het is een oorlogsroman die in het Amsterdamse verzet speelt. Er is ook een Brusselse episode.

Schrijfstijl

De roman wordt verteld in de derde persoon door een vertelinstantie die niet alleen de gebeurtenissen beschrijft en - soms vooruitwijzende - toelichtingen geeft, maar ook iets van een persoonlijkheid verkrijgt door een oordeel uit te spreken of ironie te gebruiken, zoals het gebruik van de term 'dialogue intérieur' wanneer Oskar een denkbeeldig gesprek met Arthur voert.[1] Deze karakteristiek laat onverlet dat vaak het gezichtspunt van slechts één personage aangehouden wordt, meestal Oskar, Arthur of Carola.[2]

Thematiek

Volgens Hermanskenner Frans A. Janssen is het thema van de roman 'volledig' aanwezig in een passage die de gedachten van Arthur weergeeft:

Hoe zou een Amerikaan kunnen uitvinden of Oskar een held of een lafaard is geweest? Ik weet het niet eens, en ik heb er toch vlak bij gezeten. (...) Een soldaat is dapper als hij de bevelen :uitvoert die hij van zijn meerderen krijgt. Maar wie kan nagaan of iemand de bevelen die hij zichzelf heeft gegeven, letterlijk uitvoert? Wie trouwens weet precies, welke bevelen hij zichzelf :geeft? Wie wist precies welke bevelen hij zichzelf moest geven?[3]

De onzekerheid die de mens heeft over de wereld impliceert ook onzekerheid over de eigen identiteit.

Publicatiegeschiedenis

Eind 1946 begon de toen nog onvoltooide roman als feuilleton te verschijnen in het door John Meulenhoff uitgegeven culturele maandblad Criterium, waarvan Hermans dat jaar redacteur geworden was. Hermans liet eigener beweging uit het openingsfragment enige woorden van een seksueel getinte passage weg, met in een voetnoot de vermelding dat zulks op verzoek van de uitgever gebeurd was. Toen ze de drukproeven zagen, maakten zowel de uitgever als de mederedacteuren bezwaar tegen de voetnoot, de eerste omdat die niet van censuur verdacht wilde worden, de laatsten omdat er de suggestie vanuit ging dat ze zich afhankelijk opstelden. Terwijl naar een andere oplossing werd gezocht, besloot de redactie om de eerste aflevering van het feuilleton voor de passage af te kappen, precies in een dialoog, zodat deze al vertraagde novemberaflevering van het tijdschrift zo snel mogelijk zou kunnen verschijnen. In totaal zouden twaalf lange fragmenten in het tijdschrift verschijnen. Uiteindelijk werd op suggestie van redactielid Arthur van Rantwijk besloten in de noot te vermelden dat de roman voor de tijdschriftpublicatie enigszins bekort werd, waarmee in het midden bleef wie daarvoor verantwoordelijk was. In de eerste druk van het boek staat er het woord 'gefoold', dat in de jaren zeventig werd gewijzigd in 'genaaid'.[4] In 2005 werd de roman wetenschappelijk uitgegeven als deel 1 van de Volledige werken. De bezorgers hebben de tekstgeschiedenis en tekstbezorging online beschikbaar gesteld.

Vertalingen

In 1968 verscheen een Duitse vertaling van de hand van Jürgen Hillner, en in 2005 een nieuwe vertaling van Waltraud Hüsmert, beide onder de titel Die Tränen der Akazien.

Noten

  1. Janssen (1971/1980), p. 18.
  2. Janssen (1971/1980), p. 19.
  3. Geciteerd bij Janssen (1971/1980), p. 19.
  4. Piet Calis, De vrienden van weleer. Schrijvers en tijdschriften tussen 1945 en 1948, Meulenhoff, Amsterdam, 1999, 218-224. Geraadpleegd op 23 november 2013.

Bronnen

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.