C-peptide

C-peptide is een polypeptide en wordt in het pancreas gevormd uit pro-insuline. Glucose zorgt ervoor dat insuline wordt gesecerneerd; gelijktijdig vindt er C-peptidesecretie plaats in de bloedcirculatie. C-peptide is een maat voor de endogene insulineproductie. C-peptide wordt door de nier geklaard en heeft een langere halfwaardetijd ten opzichte van insuline. Bij patiënten met diabetes type 1 zijn de basale C-peptideconcentraties zeer laag. Bij patiënten met diabetes type 2 kunnen de C-peptideconcentraties laag, normaal of hoog voorkomen, afhankelijk van de residuele insulinesecretie.

Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Toepassing

Bij de volgende indicaties kan C-peptide bepaald worden:

  • Bepalen restfunctie van de bètacellen in het pancreas.
  • Diagnostiek hypoglykemie

Bepaling

C-peptide kan met behulp van verschillende typen immonoassays bepaald worden. Het insuline uit het monster zal binden aan specifieke antistoffen en deze antistoffen bevatten dan vaak een bepaalde marker. De C-peptidebepaling kan verstoord worden door pro-insuline.

Opmerkingen

Verhoogde C-peptideconcentraties worden gemeten bij patiënten met nierinsufficiëntie. C-peptide stijgt postprandiaal (= na de maaltijd). Door de langere halfwaardetijd is de meting van C-peptide beter geschikt voor het bepalen van de restfunctie van de bètacellen in het pancreas. Er wordt ook vaker een glucagonstimulatietest uitgevoerd.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.